Voorzitter op vrijdag: "Wij moeten alle vrees overwinnen en AI integreren in ons leven en dus ook in ons beroep"
Deontologie-advies Advies 712
Europese advocaten kunnen in België dezelfde beroepswerkzaamheden uitoefenen als leden van Belgische balies. Voor handelingen van vertegenwoordiging en verdediging in rechte moeten zij enkele voorwaarden naleven (artikel 477ter Ger. W.). Europese advocaten die van hun hoedanigheid doen blijken, mogen in de gevangenis hun cliënt bezoeken. Als zij niet in het bezit zijn van een Europese beroepskaart of niet in één van de Lidstaten van de Europese Unie gevestigd zijn, wordt toegang verleend op grond van een bijzondere machtiging van de minister.
Merve Köse
Dominique Dombret
Vraag
Een Nederlandse advocaat wil in België optreden als raadsman voor onder meer adviesverlening in de gevangenis, bijstand voor de rechtbank, …
U vraagt welke procedure hij moet volgen of aan welke voorwaarden hij moet voldoen (bijvoorbeeld toelating vragen aan de balie of bij de procureur des Konings).
U vraagt ook of de Europese beroepskaart volstaat en aan welke procedure de Nederlandse advocaat moet voldoen indien hij niet in het bezit is van dergelijke Europese beroepskaart.
Advies
Toegang tot de gevangenis
Wat uw vraag betreffende de toegang tot de gevangenis betreft, verwijzen wij u naar artikel 67, § 4 van de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (BS, 1 februari 2005), dat luidt als volgt:
“Art. 67. § 1. Advocaten die van hun hoedanigheid doen blijken, mogen in de gevangenis de gedetineerden die op hen een beroep doen of waarvan zij de belangen behartigen bezoeken, tijdens de uren van de dag die, voor elke gevangenis, worden vastgelegd door de Koning, na advies van de Orde van Vlaamse balies en de Ordre des Barreaux francophones et germanophones.
Deze regeling wordt opgenomen in het huishoudelijk reglement.
§ 2. De op grond van artikel 32 door de Koning te bepalen veiligheids- en controlemaatregelen zijn op hen toepasselijk overeenkomstig de door Hem te bepalen nadere regels.
§ 3. Tijdens het gesprek van de advocaat met de gedetineerde kan geen ander dan visueel toezicht uitgeoefend worden.
§ 4. Aan de advocaten die niet in het bezit zijn van een Europese beroepskaart of die niet in één van de Lidstaten van de Europese Unie gevestigd zijn, wordt toegang verleend op grond van een bijzondere machtiging van de minister, na advies van de procureur des Konings en van de stafhouder van de Orde der advocaten van het arrondissement waar de gevangenis gelegen is.
§ 5. Indien de directeur ernstige gronden heeft om aan te nemen dat het bezoek van de advocaat de veiligheid ernstig in gevaar kan brengen, deelt hij dit onmiddellijk mee aan de stafhouder van de Orde der advocaten van het arrondissement waar de gevangenis gelegen is. In afwachting van een beslissing van de stafhouder kan de directeur de advocaat voorlopig de toegang tot de gevangenis ontzeggen.”
Toegang tot de rechtbank
Wat uw vraag betreffende de bijstand voor de rechtbank betreft, vermoeden wij dat de Nederlandse advocaat zich niet in België wil vestigen, maar hier diensten wil verrichten.
Artikel 477ter Ger. W. schrijft het volgende voor:
“§ 1. De in artikel 477bis bedoelde personen kunnen in België dezelfde beroepswerkzaamheden uitoefenen als leden van Belgische balies.
Voor handelingen van vertegenwoordiging en verdediging in rechte moeten zij evenwel:
1° handelen in samenwerking met een advocaat die ingeschreven is op het tableau;
2° voor de terechtzitting door die advocaat worden voorgesteld:
a) aan de stafhouder van de balie bij het betrokken gerecht;
b) aan de voorzitter van het gerecht waarbij hij optreedt.
§ 2. Onverminderd de verplichtingen die hen worden opgelegd in de lidstaat van herkomst, worden de beroepswerkzaamheden van de in artikel 477bis bedoelde personen uitgeoefend met inachtneming van de regels, van welke oorsprong ook, die in België op het beroep van toepassing zijn, met uitzondering van elke voorwaarde van verblijf of inschrijving.
Ten aanzien van andere werkzaamheden dan vertegenwoordiging en verdediging in rechte zijn die personen, onverminderd de beroepsvoorwaarden en -regels van de lidstaat van herkomst, onderworpen aan de in het eerste lid bedoelde regels op voorwaarde dat:
1° een niet in België gevestigd advocaat hen kan naleven;
2° zulks objectief gerechtvaardigd is als waarborg voor de correcte uitoefening van de beroepswerkzaamheden van een advocaat, voor de waardigheid van het beroep en voor de inachtneming van de regels inzake onverenigbaarheid.
§ 3. De uitoefening van het beroep van advocaat bij de in artikel 477bis bedoelde personen, is onverenigbaar met alle bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden, openbare of particuliere, tenzij ze noch de onafhankelijkheid van de advocaat, noch de waardigheid van de balie in gevaar brengen.”
We geven u nog het volgende wettelijk voorschrift mee (artikel 477bis Ger. W.):
“§ 1. Personen die onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie en aldaar overeenkomstig richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten gerechtigd zijn een titel te voeren welke overeenstemt met die van advocaat, kunnen in België van die titel gebruik maken.
De persoon bedoeld in het eerste lid is diegene die, in de lidstaat van herkomst gerechtigd is door de bevoegde overheid van deze lidstaat er zijn beroep uit te oefenen onder de titel die overeenstemt met die van advocaat, na een opleiding te hebben genoten of alle formaliteiten met een gelijkwaardig effect te hebben vervuld die door de wetgeving van deze lidstaat kunnen worden opgelegd.
§ 2. De in de eerste paragraaf bedoelde personen moeten bij het verrichten van een dienst in België gebruik maken van hun titel uitgedrukt in de taal of in een van de talen van de lidstaat waar zij gevestigd zijn, alsook melding maken van de beroepsorganisatie waarvan zij afhangen of van het gerecht waarbij zij volgens de wettelijke regeling van die Staat zijn toegelaten.
Bij die dienstverlening kan hen worden gevraagd van hun hoedanigheid van advocaat te doen blijken.”
Jan Meerts
Bestuurder deontologie, tucht en regulering
Stefan Pieters
Bestuurder Toegang tot het recht en het beroep