Voorzitter op vrijdag: "Wij moeten alle vrees overwinnen en AI integreren in ons leven en dus ook in ons beroep"
Deontologie-advies Advies 714
Netwerk (in de zin van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur) tussen belastingadviseurs en accountants; geen juridische eenheid tussen beiden – multidisciplinaire groepering tussen advocaten en diezelfde belastingadviseurs – geen (on)rechtstreekse band tussen de advocaten en de accountants – conflict check door de advocaten binnen de groepering m.b.t. de cliënten van alle leden van de groepering, niet m.b.t. de cliënten van de accountants - niet alleen het vermijden van werkelijke belangenconflicten, ook de schijn van het bestaan ervan dient te worden vermeden.
Merve Köse
Dominique Dombret
Vraag
U wenst advies over de vraag of een advocatenkantoor dat een samenwerkingsverband heeft met een kantoor van belastingconsulenten, rekening moet houden met de belangenconflicten die aanwezig zijn binnen een kantoor van accountants, dat op zijn beurt een samenwerkingsverband heeft met dezelfde belastingconsulenten.
Samengevat ligt de volgende casus voor.
De vennootschap A NV (hierna: A) (bijgestaan door mr. W) heeft drie vennoten: de heer B (bijgestaan door mrs. Y en Z), C BV en D NV (beiden bijgestaan door mr. X van X Law).
De heer B heeft zijn twee medevennoten gedagvaard in uittreding en gedwongen overname van aandelen. De discussie tussen partijen spitst zich voornamelijk toe op de waardering van de aandelen van A. In het kader van dit geding rijst de bovenvermelde vraag betreffende belangenconflicten.
In hoofde van de heer B bestaat minstens de perceptie dat mr. X (X Law) een (on)rechtstreekse band zou hebben met X Accountants, de accountant van A. X Accountants heeft in het kader van een bemiddeling de voorlopige cijfers van A voorgebracht. Die cijfers worden door de andere aandeelhouders (bijgestaan door mr. X van X Law) gehanteerd om de waardering van de heer B onderuit te halen.
X Law vormt een multidisciplinaire groepering met X Tax Consultants. Daarnaast behoren X Accountants en X Tax Consultants tot eenzelfde netwerk in de zin van de wet van 17 maart 2019. Tussen X Law en X Accountants zou geen enkele band bestaan.
Advies
Zoals in het voorliggende dossier wordt aangehaald, wijs ik er vooreerst op dat het netwerk waartoe X Accountants en X Tax Consultants behoren, dient te worden begrepen in de zin van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur (BS, 27 maart 2019) en niet in de zin van de Codex Deontologie voor Advocaten.
Artikel 2, 13° van die wet definieert een ‘netwerk’ als volgt:
“De grotere structuur die op samenwerking is gericht en waartoe een beroepsbeoefenaar behoort en die duidelijk gericht is op:
a) winst- of kostendeling, of
b) het delen van gemeenschappelijke eigendom, zeggenschap of bestuur, een gemeenschappelijk beleid en procedures inzake kwaliteitsbeheersing, een gemeenschappelijke bedrijfsstrategie, het gebruik van een gemeenschappelijke merknaam of een aanzienlijk deel van de bedrijfsmiddelen;” (eigen onderlijning)
Artikel 2, 3° omschrijft het begrip ‘beroepsbeoefenaar’ als:
“De gecertificeerd accountant, de gecertificeerd belastingadviseur, de accountant, de fiscaal accountant en de stagiairs die de beroepsactiviteiten uitoefenen als zelfstandige in hoofdberoep of bijberoep, voor rekening van derden, alsook de erkende rechtspersonen;”
Hieruit kan worden afgeleid dat, hoewel ‘X’ een gemeenschappelijke merknaam kan zijn voor zowel advocaten, belastingadviseurs als accountants, ‘X Law’ niet kan worden beschouwd als lid van het netwerk X in de zin van de wet van 17 maart 2019. Advocaten vallen immers niet onder het toepassingsgebied van de wet. Bijgevolg kan de belangenconflictenregeling zoals opgenomen in artikel 48 van die wet, niet op hen van toepassing zijn.
Wat de structurele samenwerking tussen X Law en X Tax Consultants betreft (multidisciplinaire groepering), merk ik op dat ik geen kennis heb van de samenwerkingsovereenkomst tussen beiden. Ik ga ervan uit dat de stafhouder van balie ... dit overeenkomstig artikel 178bis.3 van de Codex heeft goedgekeurd.
Volgens artikel 178bis.6 van de Codex dient de overeenkomst tot oprichting van een multidisciplinaire groepering uitdrukkelijk te bepalen dat de overheden van de betrokken Orde(n) toegang hebben tot alle documenten over de oprichting, de werking, de financiering en het bestuur van de multidisciplinaire groepering, om hen een volledig inzicht te verschaffen in de juridische, economische en financiële aspecten van de groepering.
Gelet op de ruime definitie van ‘netwerk’ in de zin van de wet van 17 maart 2019, lijkt het mij opportuun om de nodige documenten op te vragen om na te gaan wat de werkelijke juridische band is tussen X Tax Consultants en X Accountants. Hoewel stafhouder … dit op 18 februari 2022 heeft gevraagd aan mr. X en deze laatste heeft geantwoord dat het onderscheiden juridische entiteiten zijn met aparte raden van bestuur, komt het mij wenselijk voor om dit na te gaan.
Ervan uitgaande dat die bewering strookt met de werkelijkheid (en derhalve bij gebreke aan een juridische eenheid tussen X Tax Consultants en X Accountants er geen (on)rechtstreekse juridische band is tussen X Law en X Accountants), komt het mr. X toe na te gaan dat er geen belangenconflicten zijn binnen de groepering waarvan X Law deel uitmaakt. Hiertoe dient hij volledige toegang te krijgen tot de lijst van cliënten van alle leden van de groepering (artikel 178bis.7 van de Codex), d.i. van X Tax Consulting en niet X Accountants.
Hoewel mr. X op grond van artikel 178bis.7 van de Codex er niet toe gehouden is een conflict check uit te voeren met betrekking tot de cliënten van X Accountants (waarmee X Law aldus geen samenwerkingsovereenkomst in de zin van de Codex heeft gesloten), mag niet uit het oog worden verloren dat niet alleen het vermijden van werkelijke belangenconflicten één van de kernwaarden van de advocaat is, ook de schijn van het bestaan ervan dient te worden vermeden.
In casu kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat in hoofde van de heer B minstens de perceptie bestaat (zoals hij ook aangeeft) dat mr. X van X Law niet onafhankelijk is en een tegenstrijdig belang heeft doordat X Law naar de buitenwereld toe de indruk wekt (door het voeren van een gemeenschappelijke naam) een (on)rechtstreekse band te hebben met X Accountants, de accountant van A, ook al zouden het twee aparte juridische entiteiten zijn.
Het lijkt me dan ook niet erg kies dat een advocaat van X Law optreedt voor twee aandeelhouders van de vennootschap waarvan X Accountants de accountant is en dit in een geding waarin de waardering van aandelen centraal staat.
Stafhouder … merkt op dat artikel 177.4, tweede zin van de Codex wat ongelukkig is geformuleerd in die zin dat hier enkel wordt verwezen naar de ‘algemene regels uit Afdeling V.1.1’ en niet naar de bijzondere regels van Afdeling V en al helemaal niet naar de algemene regels van Hoofdstuk I. Hij vraagt of de regel van artikel 17bis van de Codex ook geldt voor samenwerkingsverbanden tussen advocaten en niet-advocaten.
Verder vraagt hij of de precieze verwijzing naar Afdeling V.1.1. in artikel 177.4, tweede zin van de Codex voor gevolg heeft dat de algemene regels van andere hoofdstukken en de bijzondere regels van afdeling V niet gelden voor multidisciplinaire samenwerkingen. Indien dat het geval zou zijn, mag volgens stafhouder … een advocaat in zijn samenwerking met een boekhouder méér dan in zijn samenwerking met een andere advocaat.
Mijns inziens is deze benadering niet juist. De bijzondere regels in Afdeling V.1.1. zijn afwijkend ten opzichte van de regels inzake multidisciplinaire samenwerkingsverbanden. De bijzondere regels van Afdeling V.1.1 toepassen op multidisciplinaire samenwerkingen zou onder meer betekenen dat multidisciplinaire associaties toegelaten zouden zijn, wat zoals u weet, uitdrukkelijk verboden is in artikel 178.1 van de Codex. Daarnaast zou men lid kunnen zijn van meer dan één multidisciplinaire associatie of groepering. Dit was zeker niet de wens bij de totstandkoming van het reglement betreffende de multidisciplinaire samenwerkingsverbanden. Verder wijken de bijzondere regels in Afdeling V.1.1. af op het vlak van de samenwerkingsovereenkomst: bij samenwerkingsverbanden tussen advocaten volstaat de kennisgeving ervan aan de stafhouder, terwijl bij de multidisciplinaire samenwerking zijn goedkeuring vereist is. Dit laatste biedt een extra waarborg voor de naleving van de kernwaarden (in het bijzonder het beroepsgeheim, de onafhankelijkheid en het vermijden van belangenconflicten) van de advocaat, aangezien dit toch het heikele punt is bij een structurele samenwerking met niet-advocaten.
De bijzondere regels voor de samenwerking tussen een advocaat en een niet-advocaat zijn aldus strikter dan de regels van toepassing op de samenwerking tussen advocaten.
Wat de vraag van stafhouder … betreffende de toepasselijkheid van artikel 17bis van de Codex op de multidisciplinaire samenwerkingsverbanden betreft, merk ik op dat de algemene bepalingen opgenomen in Deel I ‘Essentiële plichten van de advocaat’ (waartoe artikel 17bis behoort) van toepassing zijn op de advocaat. De OVB is niet bevoegd om regels op te leggen aan derden, zoals niet-advocaten waarmee een advocaat samenwerkt. Dit betekent dat artikel 17bis van de Codex niet kan worden toegepast op een groepering tussen een advocaat en een niet-advocaat.
De bewoording van artikel 17bis van de Codex is trouwens duidelijk en kan niet extensief worden begrepen. Alleen advocaten worden hierin beoogd. De bepaling luidt als volgt:
“De onverenigbaarheden of verboden in dit hoofdstuk betreffen niet alleen de advocaat maar ook de advocaten die in een groepering of associatie met hem werken, de medewerkers en de stagiairs van het kantoor.” (eigen onderlijning)
Het begrip ‘medewerkers’ dient te worden begrepen in de zin van artikel 190 van de Codex.
Jan Meerts
Bestuurder deontologie, tucht en regulering