Voorzitter op vrijdag: "Wij moeten alle vrees overwinnen en AI integreren in ons leven en dus ook in ons beroep"
- Permanente vorming
- Medewerking stafhouder / balie
- Schorsing van één maand
Advocaat kreeg in het verleden van de tuchtraad van Gent een tuchtsanctie voor volgende tuchtrechtelijke inbreuken – die alle bewezen werden geoordeeld en een inbreuk uitmaken op de waardigheid en de kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen:
- Het niet behalen van voldoende punten in het kader van de permanente vorming voor het gerechtelijk jaar 2019-2020;
- Het niet behalen van voldoende punten in het kader van de permanente vorming voor het gerechtelijk jaar 2020-2021;
- Het niet opdagen op het verhoor nav de brief van de stafhouder.
De tuchtraad legde de advocaat als tuchtsanctie een schorsing op van één maand, evenwel bekleed met de gunst van het uitstel van tenuitvoerlegging gedurende een termijn van drie jaar, op voorwaarde dat de advocaat binnen deze termijn geen nieuwe inbreuken op de deontologie voor advocaten pleegde.
Advocaat stelde tegen voormelde uitspraak hoger beroep in. De stafhouder van zijn balie stelde tegenberoep in.
Advocaat beargumenteert dat in zijnen hoofde het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6.1. Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zou zijn geschonden doordat de stafhouder van zijn balie tijdens het onderzoek reeds bij schrijven in maart 2022 stelling zou hebben ingenomen. De tuchtraad van beroep wijst de advocaat er op dat de stafhouder geen rechterlijke instantie is zoals bedoeld in artikel 6.1 Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Daar de stafhouder zich niet uitspreekt over de gegrondheid van de vervolging, is hij in het algemeen niet onderworpen aan de waarborgen die door het voormelde artikel zijn bepaald of aan het algemene rechtsbeginsel betreffende de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van de rechter. Bovendien werd geenszins stelling ingenomen door de stafhouder. Het argument van de advocaat faalt naar recht.
Ten tweede stelt de advocaat dat hij anders behandeld zou zijn dan andere advocaten, en zijn recht op een eerlijk proces zou zijn geschonden doordat in de beroepen beslissing niet zou zijn ingegaan op zijn vraag om bijkomende onderzoeksmaatregelen te bevelen aangaande het concrete handhavingsbeleid van de stafhouder. De advocaat faalt echter om aan te tonen of aannemelijk te maken waardoor of op welke wijze hij anders zou worden behandeld ter zake dan andere advocaten, te meer hij voor de betreffende jaren 2019-2020 en 2020-2021 zelfs geen aanvraag tot vrijstelling heeft ingediend. Dit onderdeel van het hoger beroep faalt aldus evenzeer naar recht.
Gelet op het voorgaande gaat de tuchtraad van beroep ook niet in op de vraag van de advocaat om een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof omtrent het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en niet-discriminatie, gezien er geen afdoende grond bestaat tot dergelijke prejudiciële vraagstelling.
Ten derde stelt de advocaat dat zijn recht van verdediging is geschonden door miskenning van het principe van de wapengelijkheid in de procedureregels en/of een gapende disproportionaliteit of onaanvaardbare procesgang. Opnieuw wordt dit door hem door niets aannemelijk gemaakt, laat staan bewezen.
De bevindingen van de tuchtraad aangaande de 3 tenlasteleggingen worden op zich in beroep niet ontkracht of weerlegd en zijn als tuchtrechtelijke inbreuk bewezen gebleven.
De beroepen beslissing wordt in bestreden mate bevestigd, met dien verstande dat de tuchtsanctie wordt uitgesproken van schorsing voor een termijn van 1 maand met uitstel gedurende 3 jaar op voorwaarde dat de advocaat binnen die periode geen nieuwe deontologische inbreuken begaat die aanleiding geven tot een nieuwe tuchtveroordeling en hij zich conformeert wat betreft de plicht tot verzamelen van 20 vormingspunten per gerechtelijk jaar en het hierover jaarlijks uiterlijk op 30 september verslag uitbrengen aan de stafhouder van zijn balie.