Ga verder naar de inhoud

TB-0284-2022: Beslissing 10 januari 2023

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Permanente vorming
  • Medewerking stafhouder / balie
  • Schorsing van één maand

Advocaat kreeg in het verleden van de tuchtraad van Gent een tuchtsanctie voor volgende tuchtrechtelijke inbreuken – die alle bewezen werden geoordeeld en een inbreuk uitmaken op de waardigheid en de kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen:

  • Het niet behalen van voldoende punten in het kader van de permanente vorming voor het gerechtelijk jaar 2019-2020;
  • Het niet behalen van voldoende punten in het kader van de permanente vorming voor het gerechtelijk jaar 2020-2021;
  • Het niet opdagen op het verhoor nav de brief van de stafhouder.

De tuchtraad legde de advocaat als tuchtsanctie een schorsing op van één maand, evenwel bekleed met de gunst van het uitstel van tenuitvoerlegging gedurende een termijn van drie jaar, op voorwaarde dat de advocaat binnen deze termijn geen nieuwe inbreuken op de deontologie voor advocaten pleegde.

Advocaat stelde tegen voormelde uitspraak hoger beroep in. De stafhouder van zijn balie stelde tegenberoep in.

Advocaat beargumenteert dat in zijnen hoofde het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6.1. Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zou zijn geschonden doordat de stafhouder van zijn balie tijdens het onderzoek reeds bij schrijven in maart 2022 stelling zou hebben ingenomen. De tuchtraad van beroep wijst de advocaat er op dat de stafhouder geen rechterlijke instantie is zoals bedoeld in artikel 6.1 Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Daar de stafhouder zich niet uitspreekt over de gegrondheid van de vervolging, is hij in het algemeen niet onderworpen aan de waarborgen die door het voormelde artikel zijn bepaald of aan het algemene rechtsbeginsel betreffende de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van de rechter. Bovendien werd geenszins stelling ingenomen door de stafhouder. Het argument van de advocaat faalt naar recht.

Ten tweede stelt de advocaat dat hij anders behandeld zou zijn dan andere advocaten, en zijn recht op een eerlijk proces zou zijn geschonden doordat in de beroepen beslissing niet zou zijn ingegaan op zijn vraag om bijkomende onderzoeksmaatregelen te bevelen aangaande het concrete handhavingsbeleid van de stafhouder. De advocaat faalt echter om aan te tonen of aannemelijk te maken waardoor of op welke wijze hij anders zou worden behandeld ter zake dan andere advocaten, te meer hij voor de betreffende jaren 2019-2020 en 2020-2021 zelfs geen aanvraag tot vrijstelling heeft ingediend. Dit onderdeel van het hoger beroep faalt aldus evenzeer naar recht.

Gelet op het voorgaande gaat de tuchtraad van beroep ook niet in op de vraag van de advocaat om een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof omtrent het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en niet-discriminatie, gezien er geen afdoende grond bestaat tot dergelijke prejudiciële vraagstelling.

Ten derde stelt de advocaat dat zijn recht van verdediging is geschonden door miskenning van het principe van de wapengelijkheid in de procedureregels en/of een gapende disproportionaliteit of onaanvaardbare procesgang. Opnieuw wordt dit door hem door niets aannemelijk gemaakt, laat staan bewezen.

De bevindingen van de tuchtraad aangaande de 3 tenlasteleggingen worden op zich in beroep niet ontkracht of weerlegd en zijn als tuchtrechtelijke inbreuk bewezen gebleven.

De beroepen beslissing wordt in bestreden mate bevestigd, met dien verstande dat de tuchtsanctie wordt uitgesproken van schorsing voor een termijn van 1 maand met uitstel gedurende 3 jaar op voorwaarde dat de advocaat binnen die periode geen nieuwe deontologische inbreuken begaat die aanleiding geven tot een nieuwe tuchtveroordeling en hij zich conformeert wat betreft de plicht tot verzamelen van 20 vormingspunten per gerechtelijk jaar en het hierover jaarlijks uiterlijk op 30 september verslag uitbrengen aan de stafhouder van zijn balie.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres wordt verplicht

Advocaten moeten voortaan bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen