Ga verder naar de inhoud

Hoofdstuk 3 - Permanente vorming

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Art. 52

Permanente vorming is een deontologische plicht voor elke advocaat.

[De verplichting tot permanente vorming is opgenomen in de definitie van beoefenaar van een vrij beroep, zoals opgenomen in het Wetboek van Economisch Recht.]1

Permanente vorming houdt in “zich op regelmatige wijze bekwamen en bijscholen in juridische of beroepsondersteunende materies, door erkende cursussen te volgen en/of te doceren, lezingen in juridische materies te houden, of te publiceren in de zin van dit hoofdstuk”.

1 Gewijzigd AV 25/02/2015 – BS 30/9/2015 – In werking 1/1/2016

Art. 53

[Elke advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen, dat kan bestaan uit juridische vormingen en beroepsondersteunende vormingen. Permanente vormingsactiviteiten leveren punten op.

Per gerechtelijk jaar moet een advocaat 20 permanente vormingspunten verzamelen.

Per jaar komen maximaal 10 punten in aanmerking voor seminaries, studiedagen of uiteenzettingen die binnen samenwerkingsverbanden, kantoororganisaties of gezamenlijk door advocaten georganiseerd worden en niet toegankelijk zijn voor andere advocaten.

Om de 5 gerechtelijke jaren moeten minstens 2 punten behaald worden voor vormingen in verband met deontologie.

De stafhouder kan een lid van zijn balie om gegronde redenen vrijstellen van de verplichting tot permanente vorming en kan daartoe bijzondere modaliteiten opleggen. De vrijstelling geldt voor 1 gerechtelijk jaar en kan worden hernieuwd. De stafhouder houdt een lijst bij van de verleende vrijstellingen, die beschikbaar is voor de raad van de Orde.

Een teveel aan punten behaald in een gerechtelijk jaar kan ten belope van maximaal 40 punten worden overgedragen, zonder dat de totale overdrachten meer dan 40 punten kunnen bedragen.

Een advocaat die in een gerechtelijk jaar te weinig punten heeft behaald, kan door de stafhouder worden verplicht dat tekort in te halen binnen een opgelegde periode.

De bepalingen van dit artikel gelden niet tijdens de eerste drie jaar stage.

Art. 54

§ 1 [De begrippen “activiteit van permanente vorming”, “juridisch opleidingsonderdeel”, “juridische lezing” en “juridische bijdragen” bedoeld in § 2 tot § 6 en § 8 omvatten ook alle permanente vormingen die langs elektronische weg worden verstrekt, al dan niet via livestream of on demand.

§ 2 Een vooraf erkende activiteit van permanente vorming volgen, levert 1 punt per uur op.

§ 3 Een activiteit van permanente vorming volgen die vooraf niet werd erkend, kan worden erkend voor 1 punt per uur mits de aanvrager een motivering voorlegt.

§ 4 Een juridisch opleidingsonderdeel aan een universiteit of een niet-universitaire instelling van het hoger onderwijs doceren, kan worden erkend voor 2 punten per gedoceerd uur, met een maximum van 20 punten per gerechtelijk jaar.

Hetzelfde geldt voor het doceren van een vak in de beroepsopleiding van de advocaten-stagiairs.

§ 5 Een juridische lezing op academisch niveau geven, kan worden erkend voor 2 punten per uur met een maximum van 20 punten per gerechtelijk jaar.

§ 6 Een juridische bijdrage schrijven van minstens 2.500 woorden, die wordt gepubliceerd in de rechtsliteratuur of een daaraan gelijkwaardige publicatie, kan worden erkend voor 4 punten per 2.500 woorden met een maximum van 40 punten.

§ 7 Een bijkomend diploma van een erkend curriculum aan een rechtsfaculteit behalen, kan worden erkend voor 40 punten.

Hetzelfde geldt voor het behalen van een doctorale titel aan een rechtsfaculteit. De publicatie van de eraan verbonden doctorale scriptie kan andermaal aanleiding geven tot erkenning van maximaal 40 punten.][2]

§ 8 Een activiteit van permanente vorming, erkend door een andere Orde of organisatie van advocaten, kan erkend worden door de Orde van Vlaamse Balies. De advocaat, die aan dergelijke activiteit heeft deelgenomen, of wenst deel te nemen, kan daarvoor een aanvraag indienen zoals bepaald in artikel 56, §5.

Na advies van de erkenningscommissie kan de Orde van Vlaamse Balies met andere balies of organisaties akkoorden sluiten tot wederkerige erkenning van permanente vormingsactiviteiten, met toekenning van punten van permanente vorming.

Art. 55

§ 1 De Orde van Vlaamse Balies richt een erkenningscommissie op, gevestigd op de zetel van de Orde van Vlaamse Balies.

§ 2 Die erkenningscommissie bestaat uit 7 leden:

  • de bestuurder van het departement permanente vorming van de Orde van Vlaamse Balies (of zijn vertegenwoordiger) die de commissie ambtshalve voorzit;
  • 3 advocaten en 3 academici, verkozen door de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies;

§3 Hun mandaat duurt 3 jaar en is hernieuwbaar.

§4 De erkenningscommissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Zij zetelt slechts geldig wanneer minstens vier leden aanwezig zijn. [Bij staking van stemmen heeft de voorzitter stemrecht en is zijn stem doorslaggevend.]1

1 Gewijzigd AV 25/02/2015 – BS 30/9/2015 – In werking 1/1/2016

Art. 56

§ 1 De erkenningscommissie van de Orde van Vlaamse Balies oordeelt welke activiteiten, bedoeld in artikel 52, worden erkend en bepaalt de aard ervan en het aantal punten dat eraan wordt toegekend. [Zij hanteert dezelfde criteria voor alle erkenningen, ongeacht of ze over het verzoek tot erkenning oordeelt voor de vorming plaats heeft, dan wel erna.] 1

§ 2 [Bij haar beslissing tot erkenning en toekenning van punten aan een activiteit van permanente vorming houdt de erkenningscommissie rekening met de volgende criteria:

  • de activiteit heeft als hoofddoelgroep advocaten, academisch geschoolde juristen of personen die een beroep uitoefenen dat aantoonbaar direct relevant is voor de uitoefening van het beroep van advocaat, alsook
  • een voldoende en aantoonbare juridische - of andere direct relevante - toegevoegde waarde die bijdraagt tot de uitoefening van het beroep van advocaat.

De organisatie van of de deelname aan activiteiten die in hoofdzaak een netwerkingactiviteit zijn, komt niet in aanmerking.

De erkenningscommissie kan bij het al dan niet erkennen van een vormingsactiviteit ook rekening houden met de uitkomst van de evaluaties verzameld in toepassing van § 8.][3]

De erkenningscommissie of haar afgevaardigde kan – in het kader van haar visitatierecht – de activiteit te allen tijde controleren.

§ 3 De erkenningscommissie neemt een beslissing binnen de maand na de aanvraag. De erkenningscommissie motiveert elke afwijzing van een aanvraag tot erkenning.

Binnen de maand na de datum van verzending per e-mail van voornoemde beslissing van afwijzing kan de afgewezen aanvrager hiertegen uitsluitend per e-mail bezwaar aantekenen. Zijn aanvraag tot herziening van de eerste beslissing wordt door de erkenningscommissie opnieuw behandeld.

§ 4 De organisator van een permanente vormingsactiviteit, die daarvoor erkenning en toekenning van punten heeft aangevraagd mag enkel die aanvraag vermelden. Pas na de beslissing mag hij de erkenning en de toegekende punten vermelden.

§ 5 Zowel de organisator van de permanente vormingsactiviteit als de individuele advocaat [richt zijn]1 aanvraag tot erkenning en toekenning van punten tot de erkenningscommissie van de Orde van Vlaamse Balies, uitsluitend via het elektronisch aanvraagformulier op de website van de Orde van Vlaamse Balies. [De organisator dient zijn aanvraag in 1 maand voor de datum van de permanente vormingsactiviteit.]1

§ 5bis [De aanvraag van de organisator is slechts ontvankelijk nadat aan de Orde van Vlaamse Balies een vergoeding werd vereffend gelijk aan eenmaal het volledige inschrijvingsrecht of de deelnameprijs per potentiële deelnemer, met een minimum van € 25 en met een maximum van € 695.]1

§ 6 De bedragen, bepaald in § 5bis, kunnen worden aangepast bij elke stijging van 3 punten van de consumptie-index, ten aanzien van die vigerend op 10 december 2010 (datum van de inwerkingtreding van het OVB-reglement inzake permanente vorming).

§ 7 [De organisator van een permanente vormingsactiviteit die erkenning aanvraagt, dient een dossier in met de verbintenis tot afgifte van de aanwezigheidsattesten (na controle van de effectieve aanwezigheid van de deelnemers bij begin en einde van de activiteit). Hij vermeldt daarbij minstens:

  1. datum en plaats van de permanente vormingsactiviteit
  2. aard en onderwerp van de activiteit, eventueel met de titels van de diverse lezingen
  3. aantal uren waarvoor de erkenning wordt gevraagd
  4. identiteit van de spreker(s)
  5. doelgroep
  6. inschrijvingsrecht of deelnameprijs
  7. of er een syllabus voor de deelnemers is, en voegt die in voorkomend geval toe als bijlage bij de aanvraag
  8. de wijze van publiciteit voor de permanente vormingsactiviteit][4]

[§ 8 Wanneer de Orde van Vlaamse Balies een elektronisch systeem voor registratie van aanwezigheid ter beschikking stelt, is de organisator ertoe gehouden dat systeem te gebruiken. Hetzelfde geldt voor een ter beschikking gesteld elektronisch systeem dat de aanwezigheidsattesten elektronisch aflevert, dan wel rechtstreeks toevoegt aan de elektronische puntenkaart van de advocaat.

Elke vooraf erkende vorming zal het voorwerp uitmaken van een evaluatie via elektronische weg. De organisatoren zijn ertoe gehouden hun volle medewerking te verlenen aan dit evaluatie.][5]

1 Gewijzigd AV 25/02/2015 – BS 30/9/2015 – In werking 1/1/2016

[Art. 56bis

§ 1 Een organisator kan op eigen verzoek door de erkennings-commissie erkend worden als erkende opleidingsinstelling.

Een erkende opleidingsinstelling is gedurende de geldigheid van haar erkenning vrijgesteld van het indienen van een aanvraag tot erkenning aan de erkenningscommissie voor de vormingen die ze aanbiedt en beslist zelf welke vormingsactiviteit in aanmerking komt voor permanente vorming en voor hoeveel punten elke opleiding in aanmerking komt.

§ 2 Om erkenning te verkrijgen, richt de kandidaat-erkende opleidingsinstelling haar verzoek in een aangetekend schrijven aan de Orde van Vlaamse Balies, waarbij het ter beschikking gesteld invulformulier wordt gevoegd en een toelichtende nota waarin het volgende is beschreven:

  1. de visie en strategie achter de opleidingen;
  2. op welke wijze een vormingsactiviteit bijdraagt aan het onderhouden of ontwikkelen van de professionele kennis en vaardigheden van advocaten, en hoe een vormingsactiviteit wordt gepland;
  3. of er wordt getoetst dat kennisoverdracht heeft plaatsgevonden, en zo ja op welke manier;
  4. op welke wijze het academische niveau van een cursus wordt gewaarborgd;
  5. op welke wijze de instelling gebruikmaakt van de inbreng van advocaten bij de totstandkoming en verbetering van een cursus;
  6. op welke wijze de sprekers worden geselecteerd en begeleid;
  7. hoe de kwaliteit van opleidingen wordt gewaarborgd;

De kandidaat erkende opleidingsinstelling is een dossierrecht van 750,00 EUR verschuldigd voor haar aanvraag, zo ook voor een verlenging.

De erkenningscommissie neemt een beslissing binnen 2 maanden na de aanvraag.

§ 3 De erkenning geldt voor 3 jaar vanaf het ogenblik waarop de beslissing door de erkenningscommissie wordt genomen.

De erkenningscommissie kan de aanvraag weigeren, onder meer wanneer uit de nota bedoeld in § 2 niet afdoende blijkt dat de beoogde doelstellingen zullen worden behaald. Wanneer zij daar aanleiding toe ziet, kan de erkennings-commissie de aanvrager verzoeken bijkomende waarborgen te bieden alvorens te beslissen of de erkenning wordt verleend of niet.

§ 4 De erkenningscommissie controleert op voortdurende wijze of de erkende opleidingsinstelling voldoet aan de vereisten in dit hoofdstuk. Zij kan daarbij gebruikmaken van de informatie die haar dient overgemaakt te worden conform § 5, 10°, de resultaten van de evaluaties, de resultaten van het visitatierecht en alle andere informatie die kan bijdragen tot haar oordeel.

Wanneer de erkenningscommissie van oordeel is dat er aanleiding bestaat om de erkenning van een opleidingsinstelling voortijdig in te trekken, dan licht zij de erkende opleidingsinstelling hier over in door middel van een aangetekende zending waarin zij haar vaststellingen uiteenzet en de opleidingsinstelling uitnodigt om haar standpunt kenbaar te maken binnen de door haar vooropgestelde termijn en nodigt zij de erkende opleidingsinstelling uit om gehoord te worden.

De erkenningscommissie kan navolgend de erkenning intrekken met onmiddellijke ingang dan wel bijkomende waarborgen eisen van de erkende opleidingsinstelling die binnen een bepaalde opgelegde termijn dienen te worden vervuld.

De voortijdige intrekking van een erkenning heeft geen gevolgen voor de opleidingen die advocaten reeds volgden vóór het ogenblik van de beslissing tot intrekking.

§ 5 De erkende opleidingsinstelling heeft de volgende verplichtingen:

  1. De erkende opleidingsinstelling draagt zorg voor continuïteit in de opleiding en wijst een vaste contactpersoon aan;
  2. De erkende opleidingsinstelling laat jaarlijks ten minste vijf cursussen plaatsvinden die van academisch niveau zijn.
  3. De erkende opleidingsinstelling verleent volledige medewerking aan het systeem dat de Orde van Vlaamse Balies gebruikt om de kwaliteit van elke aangeboden vorming te meten;
  4. De erkende opleidingsinstelling evalueert de resultaten van de kwaliteitsmeting.
  5. De erkende opleidingsinstelling waarborgt en verbetert waar mogelijk het niveau van de opleiding.
  6. De erkende opleidingsinstelling heeft een schriftelijke klachtenregeling.
  7. De erkende opleidingsinstelling maakt toepassing van artikel 56, § 8 en kan desgevallend de erkennings-commissie om advies vragen.
  8. De erkende opleidingsinstelling kent uitsluitend opleidingspunten toe aan de opleidingen die voldoen aan de vereisten van dit hoofdstuk en in het bijzonder deze omschreven in artikel 56, § 2.
  9. De erkende opleidingsinstelling werkt mee aan onderzoek door de erkenningscommissie naar het naleven van de in dit artikel genoemde verplichtingen.
  10. De erkende opleidingsinstelling maakt spontaan melding aan de erkenningscommissie van elke vorming die zij plant en maakt daarbij melding van de gegevens opgesomd in artikel 56, § 7.

§ 6 De erkende opleidingsinstelling is een vergoeding verschuldigd aan de Orde van Vlaamse Balies conform artikel 56 § 5bis, die maandelijks betaald moet worden. Daartoe maakt de erkende opleidingsinstelling aan het einde van elke maand een lijst over van de door haar georganiseerde vormingen en de kostprijs ervan per deelnemer.][6]

Art. 57

§ 1 Ieder advocaat brengt jaarlijks, uiterlijk op 30 september, [via het privaat luik]1 verslag uit aan de stafhouder van zijn balie over het programma van permanente vorming dat hij in het vorige gerechtelijk jaar volgde, met toevoeging van de overtuigingsstukken.

§ 2 De stafhouder deelt de verwerkte gegevens van zijn balie mee aan de Orde van Vlaamse Balies uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op de in artikel 57 § 1 vermelde datum.

1 Gewijzigd AV 25/02/2015 – BS 30/9/2015 – In werking 1/1/2016

Ver­wij­zin­gen

[2] Goedgekeurd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017

[3] Goedgekeurd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017

[4] Goedgekeurd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017

[5] Ingevoegd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017

[6] Ingevoegd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Dominique Dombret

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Podcast
vrijdag 29 maart 2024

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens
donderdag 25 januari 2024

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht
donderdag 11 januari 2024

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie
woensdag 15 november 2023

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie
donderdag 12 oktober 2023

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht
donderdag 24 augustus 2023

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht
donderdag 20 juli 2023

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie
vrijdag 09 juni 2023

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen
Deontologie
donderdag 08 juni 2023

Individueel e-mailadres wordt verplicht

Advocaten moeten voortaan bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen