Ga verder naar de inhoud

Hoofdstuk 1 - De stage*

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

*Gewijzigd AV 03/07/2020 – BS 31/08/2020 – in werking 30/11/2020
Artikelen 27, 28, 31, 31bis, 32 derde lid en 34, ingevoerd bij artikel 1 van dit reglement, zijn slechts van toepassing op stages die aanvangen of waarvan de onderbreking eindigt na de inwerkingtreding van dit reglement.

Afdeling 1 - Algemene organisatie van de stage

Onderafdeling II.1.1.1. De stage

Art. 25

De stage is de opleiding die de advocaat doorloopt vóór zijn opname op het tableau en die tot doel heeft de advocaat te vormen tot een deskundig en onafhankelijk advocaat, die de deontologie kent, het beroepsgeheim en de essentiële plichten van onafhankelijkheid en partijdigheid eerbiedigt, belangenconflicten vermijdt en zich de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die de grondslag zijn van het beroep van advocaat, eigen heeft gemaakt.

Die opleiding omvat diverse delen, zoals de opleiding door een stagemeester op kantoor, het behalen van een getuigschrift beroepsbekwaamheid en het vervullen van verplichtingen, opgelegd door de Orde van Vlaamse Balies of door de Orde van advocaten waartoe de stagiair behoort.

Onderafdeling II.1.1.2. Verzoek tot inschrijving, aanvang en einde van de stage

Art. 26

Bij zijn verzoek tot inschrijving op de lijst van de advocaten-stagiairs bezorgt de kandidaat advocaat-stagiair aan het secretariaat van de Orde volgende documenten:

a) zijn diploma met vermelding van de datum van eedaflegging overeenkomstig artikel 429 Ger.W.;
b) een origineel exemplaar van de stageovereenkomst en van alle addenda of documenten ter precisering, aanvulling of wijziging, die hij heeft afgesloten overeenkomstig de bepalingen van afdeling II.1.3. van dat hoofdstuk en waarvan de raad van de Orde, daarin geadviseerd door de stagecommissie, vaststelt dat het de minimumwaarborgen van dit reglement respecteert;
c) een door hem ondertekende verklaring met vermelding van de verzoeken tot inschrijving die hij vroeger heeft gericht aan een andere binnenlandse of buitenlandse balie en het gevolg dat daaraan werd gegeven;
d) een door hem of haar ondertekende verklaring met vermelding van de professionele en relevante andere activiteiten die hij op dat ogenblik uitoefent en voordien heeft uitgeoefend.

De kandidaat advocaat-stagiair bevestigt bovendien schriftelijk aan de stafhouder dat er tegen hem nooit een gerechtelijke of strafrechtelijke veroordeling (inclusief beslissingen die het voordeel van opschorting verlenen en schikkingen met het parket), een administratieve sanctie of een tuchtmaatregel werd genomen en verklaart dat hij niet failliet werd verklaard, noch mandataris is geweest van een failliete onderneming, noch dat hij het voordeel geniet van de collectieve schuldenregeling, noch dat er, voor zover bekend, tegen hem op dat ogenblik enig strafrechtelijk, administratief of tuchtrechtelijk onderzoek loopt of een insolventiemaatregel wordt gevorderd. Indien er wel dergelijke veroordelingen, sancties of maatregelen genomen zijn, dan wel dergelijke onderzoeken lopen of maatregelen gevorderd worden, dan meldt de kandidaat advocaat-stagiair die spontaan en omstandig aan de stafhouder.
In afwijking op het bovenstaande moeten minnelijke schikkingen inzake verkeersovertredingen en GAS-boetes niet gemeld worden.

De raad van de Orde beoordeelt de aanvraag en bepaalt de datum van de inschrijving op de lijst van de advocaten-stagiairs. De stage neemt aanvang op datum van inschrijving op de lijst en duurt 3 jaar, onder voorbehoud van wat is bepaald in artikel 435 Ger.W. en in artikel 29 van de Codex Deontologie. De advocaat-stagiair zorgt ervoor gedurende de hele duur van de stage een stagemeester te hebben.

De stage neemt een einde op de dag van de inschrijving op het tableau, bij weglating of bij schrapping van de lijst van advocaten-stagiairs.

Onderafdeling II.1.1.3. Schorsing en onderbreking

Art. 27

Op initiatief van de advocaat-stagiair kan de stage worden geschorst of onderbroken, tenzij de raad van de Orde dat op gemotiveerde wijze weigert, na advies van de stagecommissie.

Bij negatief advies van de stagecommissie of indien de raad van de Orde prima facie van oordeel zou zijn dat een negatieve beslissing zou kunnen genomen worden, wordt de advocaat-stagiair gehoord en wordt de procedure voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

De schorsing van de stageverplichtingen is de tijdelijke ontheffing van de verplichtingen van de stage. De onderbreking is de tijdelijke weglating van de lijst van de advocaten-stagiairs.

Een schorsing van de stage heeft omwille van haar gevolgen noodzakelijkerwijze een tijdelijk karakter.

De gevolgen van de schorsing zijn:

  • gedurende een schorsing blijft de advocaat-stagiair advocaat;
  • de advocaat-stagiair blijft onderworpen aan de deontologische verplichtingen die op advocaten rusten, waaronder ook de financiële verplichtingen tegenover de Orde;
  • de raad van de Orde kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling van de baliebijdrage verlenen;
  • de schorsing maakt geen einde aan de stageovereenkomst. Enkel de wederzijdse verplichtingen van stagemeester en advocaat-stagiair worden voor de periode van de schorsing geschorst.

De gevolgen van de onderbreking zijn:

  • gedurende een onderbreking verliest de advocaat-stagiair de hoedanigheid van advocaat;
  • de onderbreking beëindigt de stageovereenkomst.

De onderbreking of schorsing kan worden toegestaan voor een periode van maximum 1 jaar en kan slechts worden verlengd om gegronde redenen, na advies van de stagecommissie.

De advocaat-stagiair meldt het voornemen om de stage te schorsen of te onderbreken, of om de schorsing of onderbreking te verlengen, dan wel voortijdig stop te zetten, voorafgaand en schriftelijk ter kennis van de stafhouder, met kopie aan de stagemeester. De raad van de Orde, daarin geadviseerd door de stagecommissie, laat de advocaat-stagiair zo spoedig mogelijk weten of hij dat weigert, dan wel of er geen bezwaren zijn. Wanneer de advocaat-stagiair de schorsing of onderbreking niet wenst te verlengen brengt hij dat voorafgaand aan de hervatting schriftelijk aan de stafhouder ter kennis.

De schorsing en de onderbreking gaan in op de datum die door de raad van de Orde worden bepaald, die evenwel nooit vroeger kan vallen dan de datum van de aanvraag aan de stafhouder.

Bij gebreke aan een tijdig overgemaakt verzoek tot verlenging van de schorsing roept de stafhouder de advocaat-stagiair op voor de raad van de Orde om te worden gehoord over het al dan niet behouden blijven op de lijst van advocaten-stagiairs. De procedure wordt voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

Bij gebreke aan een tijdig overgemaakt verzoek tot verlenging van de onderbreking roept de stafhouder de advocaat-stagiair op voor de raad van de Orde om te worden gehoord over het definitief weglaten van de lijst van advocaten-stagiairs. De procedure wordt voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

De weglating van de lijst houdt verval van alle verworvenheden van de stage in, behoudens indien de raad van de Orde uitzonderlijke omstandigheden vaststelt.

De advocaat-stagiair die zijn stage wil hervatten na een onderbreking legt zijn verzoek daartoe samen met een nieuwe stageovereenkomst neer op het secretariaat van de Orde.
De stagecommissie geeft daarover advies aan de raad van de Orde en maakt kopie van dat advies over aan de advocaat-stagiair en de stagemeester. De raad van de Orde gaat al dan niet tot heropname op de lijst over.

Bij negatief advies van de stagecommissie of indien de raad van de Orde prima facie van oordeel zou zijn dat een negatieve beslissing zou kunnen genomen worden, wordt de advocaat-stagiair of de kandidaat advocaat-stagiair gehoord en wordt de procedure voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

Na geldig bevonden hervatting van de stage, na schorsing of onderbreking, wordt die voortgezet:

  • met behoud van de verworvenheden van de voordien verrichte stage;
  • met behoud van de rang van inschrijving op de lijst van de advocaten-stagiairs;
  • zonder dat de periode van schorsing of onderbreking als stage telt (behalve bij gelijkgestelde stage).

Onderafdeling II.1.1.4. Gelijkgestelde stage

Art. 28

28.1

Nadat de advocaat-stagiair het bekwaamheidsattest voor de beroepsopleiding, zoals bepaald in hoofdstuk II.2., afdeling II.2.4., heeft behaald, kan hij aan de stafhouder het verzoek richten tijdelijk een gelijkgestelde stage te volbrengen.
Een gelijkgestelde stage kan volbracht worden bij een andere binnenlandse of buitenlandse balie dan die waar de advocaat-stagiair op de lijst is ingeschreven, of bij een ander juridisch beroep waarmee de Orde van Vlaamse Balies, of de balie waartoe de stagiair behoort, een akkoord in dat verband heeft afgesloten.
De gelijkgestelde stage kan maximum één jaar duren.

28.2

Indien de gelijkgestelde stage wordt volbracht aan een andere balie, lid van de Orde van Vlaamse Balies of van de Ordre des barreaux francophones et germanophone of van de CCBE, en niet langer duurt dan drie maanden, is geen voorafgaande toestemming vereist, en volstaat het dat de advocaat-stagiair vooraf de stafhouder schriftelijk volgende inlichtingen en documenten overmaakt: het akkoord van zijn stagemeester, een document waaruit blijkt dat de balie waar de gelijkgestelde stage zal volbracht worden in kennis werd gesteld van de gelijkgestelde stage en ermee akkoord gaat en een afschrift van de overeenkomst met de stagemeester waar de stage zal volbracht worden. In dat geval is de stage niet geschorst, noch onderbroken.
De verplichting inzake verslaggeving blijft bestaan. De stagemeester die de advocaat-stagiair begeleidt in het kader van de gelijkgestelde stage, zal een verslag maken over het verloop van de stage en de gelijkgestelde stage evalueren bij het einde ervan.

28.3

In alle andere gevallen neemt de gelijkgestelde stage de vorm aan van een onderbreking.
De advocaat-stagiair richt een gemotiveerd verzoek aan de stafhouder, met kopie aan de stagemeester, om de gelijkgestelde stage aan te vatten. De raad van de Orde oordeelt over het verzoek, daarin geadviseerd door de stagecommissie, en houdt daarbij waar nodig rekening met de door de Orde van Vlaamse Balies afgesloten akkoorden.
Op het einde van die gelijkgestelde stage gaat de stagecommissie op basis van het verslag over die stage van de advocaat-stagiair en van de stagemeester die die gelijkgestelde stage heeft begeleid, na of de doelstellingen voor de gelijkgestelde stage zoals vooropgesteld in het akkoord gesloten met de beroepsorganisatie van het ander juridisch beroep zijn behaald. De stagecommissie formuleert daarover een advies aan de raad van de Orde waarvan zij kopie overmaakt aan de advocaat-stagiair en de stagemeester. Bij negatief advies van de stagecommissie of indien de raad van de Orde prima facie van oordeel zou zijn dat een negatieve beslissing zou kunnen genomen worden, wordt de advocaat-stagiair gehoord en wordt de procedure voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.
Die beslist over de effectieve gelijkstelling. Indien de gelijkstelling door de raad van de Orde niet wordt aanvaard, verlengt de raad van de Orde de stage met de duur van de gelijkgestelde stage.

Onderafdeling II.1.1.5. Opname op het tableau

Art. 29

Bij het einde van de stage vraagt de advocaat-stagiair aan de stafhouder schriftelijk zijn inschrijving op het tableau. Als de advocaat-stagiair nalaat dat te doen, kan hij of zij daarover gehoord worden door de stagecommissie.
Bij zijn aanvraag voegt de advocaat-stagiair een dossier, bestaande uit:

  • de verslagen van de stagemeesters;
  • desgevallend: het verslag over de gelijkgestelde stage.

De stagecommissie vult het dossier aan met haar advies, en maakt het aangevuld dossier over aan de raad van de Orde. Dat advies wordt in kopie overgemaakt aan de advocaat-stagiair en stagemeester.

Wanneer de stagecommissie een negatief advies overweegt of voorbehoud maakt, deelt zij aan de advocaat-stagiair mee op welke locatie, data en uren het dossier kan ingezien worden, en nodigt zij de advocaat-stagiair en de stagemeester uit voor een onderhoud voordat zij haar advies definitief maakt. Indien het negatief advies of het voorbehoud blijven, hebben de advocaat-stagiair en de stagemeester het recht door de stafhouder gehoord te worden voordat de aanvraag door de raad van de Orde wordt beoordeeld.

Wanneer de raad van de Orde het verloop en het resultaat van de stage positief beoordeelt, gaat hij over tot het beëindigen van de stage door opname op het tableau.

Wanneer de raad van de Orde het verloop en het resultaat van de stage negatief beoordeelt, kan hij de stage verlengen overeenkomstig artikel 435 Ger.W., of de opname op het tableau weigeren en de advocaat-stagiair weglaten van de lijst van advocaten-stagiairs.
In beide gevallen roept de raad van de Orde de stagiair en zijn stagemeester op om gehoord te worden. De procedure wordt voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

Wanneer de raad van de Orde de stage verlengt, doet hij dat voor de termijn die hij gepast acht.
De raad van de Orde kan daarbij voorwaarden opleggen waaraan moet worden voldaan, al dan niet binnen een bepaalde periode. Naar aanleiding van het einde van de verlengde stage herneemt de stagiair zijn aanvraag en wordt de procedure van lid 1 tot en met 4 van dit artikel hernomen.

Afdeling 2 - Voorwaarden voor het sta­ge­mees­ter­schap

Art. 30

Elke advocaat die ten minste gedurende zeven jaar is ingeschreven op het tableau van de Orde, de EU-lijst of het tableau van de advocaten bij het Hof van Cassatie, kan stagemeester worden.
De raad van de Orde kan een advocaat die minder dan zeven jaar is ingeschreven op het tableau van de Orde, bij gemotiveerde beslissing toelaten om stagemeester te worden en dat onder de door de raad van de Orde bepaalde voorwaarden.

Art. 30bis

Naast het beoordelen van het naleven van die voorschriften gaat de raad van de Orde naar aanleiding van het verzoek tot opname op de lijst van stagemeesters en de jaarlijkse evaluatie na of minstens aan volgende vereisten is voldaan:

  • voldoende beschikbaarheid voor en begeleiding van de advocaat-stagiair;
  • op adequate wijze invulling geven aan zijn verplichtingen als stagemeester (o.a. inzake kantoorinfrastructuur, enz.);
  • afwezigheid van tuchtinbreuken of van bewarende maatregelen genomen door de stafhouder of de raad van de Orde;
  • het betalen van de baliebijdrage;
  • het voldoen aan de verplichting tot permanente vorming;
  • het voldoen aan het reglement betreffende de derdengelden;
  • de afwezigheid van aan de stagemeester verwijtbare incidenten met een stagiair;
  • alle overige verplichtingen die voortvloeien uit afdeling II.

Art. 30ter

De raad van Orde stelt, na advies van de stagecommissie, een geactualiseerde lijst van stagemeesters op. De kandidaat-stagemeester vraagt aan de raad van de Orde zijn opname op de lijst van stagemeesters. De raad van de Orde kan de opname slechts weigeren na de advocaat te hebben opgeroepen om gehoord te worden door de raad van de Orde zetelend zoals in tucht.

De stagemeester bezorgt uiterlijk op 31 december van elk jaar een schriftelijk en gedocumenteerd verslag aan de raad van de Orde over zijn naleven van de in artikel 30bis bepaalde verplichtingen en voorwaarden.

Indien de stagemeester in gebreke blijft het vereiste schriftelijk en gedocumenteerd verslag aan de raad van de Orde te bezorgen, wordt hij opgeroepen om gehoord te worden door de raad van de Orde zetelend zoals in tucht.

De raad van de Orde evalueert jaarlijks in de maand maart minstens de stagemeester waarover in het voorbije en lopende gerechtelijk jaar een of meerdere opmerkingen werden geformuleerd bij de stagecommissie of in gebreke bleef het vereiste schriftelijk en gedocumenteerd verslag te bezorgen aan de raad van de Orde.

Art. 30quater

Bij zijn aanvraag om opgenomen te worden op de lijst van stagemeesters, voegt de kandidaat- stagemeester een dossier waaruit blijkt dat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 30bis.

De stagecommissie brengt advies uit aan de raad van de Orde en brengt de kandidaat-stagemeester op de hoogte zodra het dossier aangevuld is met haar advies. Kopie van dat advies wordt aan de stagemeester overgemaakt.

Wanneer de stagecommissie een negatief advies overweegt, biedt zij de kandidaat-stagemeester de gelegenheid gehoord te worden voor haar advies definitief te maken. De kandidaat-stagemeester kan voorafgaand zijn of haar dossier, indien gewenst, inzien.

Indien het advies van de stagecommissie negatief is of voorbehoud maakt heeft de kandidaat-stagemeester het recht om gehoord te worden door de raad van de Orde vooraleer de raad van de Orde beslist over de opname op de lijst van stagemeesters.

Wanneer de stafhouder prima facie meent dat een negatieve beslissing tot de mogelijkheden zou kunnen behoren, biedt hij de kandidaat-stagemeester de gelegenheid gehoord te worden door de raad van de Orde en wordt de procedure voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

Art. 30quinquies

De stagemeester moet op elk ogenblik voldoen aan alle vereisten die aan het stagemeesterschap worden gesteld. Wanneer de raad van de Orde vaststelt dat de stagemeester niet meer aan de gestelde vereisten voldoet, kan hij de stagemeester van die lijst weglaten na het advies van de stagecommissie te hebben ingewonnen.
De stagemeester wordt door de stafhouder opgeroepen. De procedure wordt voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

De raad van de Orde kan het verder opgenomen blijven op de lijst afhankelijk maken van voorwaarden. Wanneer niet aan die voorwaarden is voldaan laat de raad van de Orde de stagemeester weg van de lijst, andermaal na oproeping door de stafhouder en waarbij de procedure wordt voor de raad van de Orde gevoerd zoals in tucht.

Art. 30sexies

Behoudens in geval van afwijking toegestaan door de raad van de Orde, na advies van de stagecommissie, mag een stagemeester op geen enkel ogenblik meer dan drie advocaten-stagiairs hebben. De raad van de Orde kan, op advies van de stagecommissie, in individuele gevallen van die beperking afwijken indien de stagemeester op grond van objectieve en verifieerbare elementen aantoont dat een kwaliteitsvolle opleiding van elke stagiair wordt gewaarborgd.

Afdeling 3 - De sta­ge­over­een­komst

Art. 31

De stagemeester en de kandidaat advocaat-stagiair sluiten een overeenkomst af waarin de wederzijdse rechten en plichten over de stage worden opgenomen. In voorkomend geval zal het samenwerkingsverband waarvan de stagemeester deel uitmaakt, in de overeenkomst tussenkomen.

Die overeenkomst, evenals de wijzigingen of aanvullingen, wordt overgemaakt aan het secretariaat van de Orde zoals bepaald in artikel 26.

Art. 31bis

In de stageovereenkomst moeten alleszins de volgende afspraken worden opgenomen:

  • het bedrag van de stagevergoeding;
  • het bedrag van de kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen in opdracht van de stagemeester of het kantoor (eventueel: waarvan het minimumbedrag door de raad van de Orde kan worden vastgesteld);
  • de al of niet terugbetaling van de baliebijdrage en kosten permanente vorming;
  • de toepasselijke opzeggingstermijn;
  • het recht op afwezigheid met behoud van vergoeding, waarbij de advocaat-stagiair per gerechtelijk jaar recht heeft op minimaal vier weken betaalde afwezigheid, waarvan twee weken opeenvolgend als hij daarom verzoekt;
  • het recht op afwezigheid met behoud van vergoeding voor de voorbereiding van de examens tot het behalen van het bekwaamheidsattest (art. 46 Codex Deontologie), met een minimum van 5 werkdagen;
  • in voorkomend geval: de afspraken over de deelname van de advocaat-stagiair aan de Salduzpermanentie, waarbij de vergoeding voor die prestaties uitsluitend toekomt aan de advocaat-stagiair. Van dat principe kan enkel worden afgeweken voor deelname aan de ermanentiedienst op werkdagen tussen 07.00u ’s ochtends en 19.00u ’s avonds en voor zover partijen dit voorafgaand schriftelijk zijn overeengekomen in een door de stagecommissie goedgekeurde overeenkomst.

In regel is de stageovereenkomst een duurzame verbintenis tussen stagemeester en advocaat-stagiair die geldt voor de volle periode van drie jaar. Niettemin kan elke partij de stageovereenkomst voor het einde van de stage schriftelijk beëindigen mits een opzeggingstermijn van drie maanden. De partijen kunnen bij de beëindiging van de overeenkomst in onderling akkoord verzaken aan die opzeggingstermijn.

De stagemeester mag de advocaat-stagiair tijdens de opzegtermijn vrijstelling verlenen van prestaties mits het betalen van de overeenstemmende vergoeding. De stagemeester moet er in dat geval voor zorgen dat de advocaat-stagiair in die periode aan alle stageverplichtingen kan voldoen.

Iedere partij kan de stageovereenkomst vóór het einde van de stage schriftelijk beëindigen met inachtneming van een redelijke opzegtermijn, meer bepaald drie maanden, met dien verstande dat indien de advocaat-stagiair opzegt, de stagemeester een tegenopzeg mag geven van één maand die geen aanleiding geeft tot een bijkomende compenserende vergoeding en op het einde waarvan de overeenkomst een einde neemt. Bovendien kan de stagemeester eveneens eenzijdig beslissen om gedurende zulke tegen-opzeg de advocaat-stagiair, met behoud van de vergoeding voor die maand, vrij te stellen van prestaties met dien verstande dat zulke tegenopzeg en vrijstelling van prestaties de advocaat-stagiair niet mag beletten zijn stageverplichtingen te kunnen vervullen. De advocaat-stagiair staat ervoor in dat hij onmiddellijk een nieuwe stagemeester heeft op het ogenblik waarop de beëindiging ingaat. Onverminderd de vorige paragraaf, blijven alle bepalingen van huidige overeenkomst van kracht gedurende de opzegtermijn. Partijen kunnen in onderling akkoord steeds verzaken aan enige opzegtermijn. De advocaat-stagiair beschikt over dezelfde mogelijkheid om een tegenopzeg te geven.

Gedurende de opzeggingstermijn blijven alle bepalingen van de overeenkomst van kracht, onverminderd de mogelijkheden die geboden worden door dit artikel.

Afdeling 4 - Plichten van de sta­ge­mees­ter

Art. 32

De stagemeester ziet erop toe dat de advocaat-stagiair zijn activiteiten deskundig en met naleving van de deontologische regels uitoefent. Hij waakt er over dat aan de advocaat-stagiair kennis en praktische vaardigheden worden bijgebracht.

De stagemeester zal, wanneer noodzakelijk, ter beschikking zijn van de stagiair voor bijstand en richtlijnen.

De stage wordt in principe vervuld vanuit het kantoor van de stagemeester, die daartoe de nodige middelen en ruimte ter beschikking stelt, zonder daarvoor een vergoeding aan te rekenen. Afwijkingen kunnen enkel worden toegestaan na voorafgaand schriftelijk akkoord van de raad van de Orde.

Elke stagemeester legt bij het einde van de stage die bij hem werd doorlopen een verslag over die stage neer bij de stagecommissie.

Art. 33

De stagemeester verleent aan zijn advocaat-stagiair de nodige tijd om zijn stageverplichtingen te vervullen.

Afdeling 5 - Sta­ge­ver­goe­ding

Art. 34

De stagemeester en de advocaat-stagiair bepalen in onderling overleg de jaarlijkse vergoeding van de advocaat-stagiair. Die is maandelijks vooruitbetaalbaar en bedraagt, bij voltijdse inzet, ten minste [€ 27.000,00] voor het eerste stagejaar en ten minste [€ 33.600,00] vanaf het tweede stagejaar.

Die minimumvergoedingen kunnen jaarlijks in [december]1 worden aangepast door de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies, met uitwerking vanaf het daaropvolgende gerechtelijk jaar, behoudens andersluidende beslissing van de algemene vergadering.

Voor een verminderde beschikbaarheid, van de advocaat-stagiair, voorafgaandelijk toegestaan door de raad van de Orde, kan verhoudingsgewijs van voormelde minimumvergoedingen worden afgeweken. Die afspraken worden vastgelegd in de stageovereenkomst of in latere wijzigingen of aanvullingen. De reden van de verminderde beschikbaarheid alsook de datum waarop de raad van de Orde daartoe toestemming verleende, moet steeds uitdrukkelijk in de stageovereenkomst of latere wijzigingen of aanvullingen vermeld worden en meegedeeld worden aan de stagecommissie.

Bij de beoordeling van de verminderde beschikbaarheid mag onder geen enkel beding rekening worden gehouden met de prestaties die door de stafhouder of in het kader van de juridische bijstand worden opgelegd, noch enige andere stageverplichting die door de raad van de Orde bijkomend wordt opgelegd.

Buiten voormelde verminderde beschikbaarheid, voorafgaand goedgekeurd door de raad van de Orde, mag de vergoeding nooit onder de voormelde minima liggen, ook niet in onderling akkoord tussen stagemeester en advocaat-stagiair om welke reden dan ook. De stagevergoeding moet hoe dan ook in verhouding staan tot de verminderde beschikbaarheid.

1 Gewijzigd AV 23/09/2015 – BS 30/09/2015 – in werking 01/01/2016

Afdeling 6 - Plichten van de stagiair

Art. 35

De advocaat-stagiair moet steeds alle verplichtingen vervat in deze afdeling respecteren en behartigt de zaken die hem door zijn stagemeester zijn toevertrouwd met de nodige ijver en zorg. Hij heeft de plicht een zaak te weigeren waarvan hij naar eer en geweten gelooft dat ze niet rechtvaardig is.

Hij volgt de beroepsopleiding voor advocaten-stagiairs georganiseerd door de overheid van de Orde.

Hij voert de taken uit die hem door de stafhouder of in het kader van de juridische bijstand worden opgelegd, onverminderd bijkomende verplichtingen opgelegd door de overheid van de Orde.

Art. 36

De advocaat-stagiair en de stagemeester verbinden zich ertoe tijdens de stageperiode op regelmatige tijdstippen samen te zitten om een evaluatie te maken van het stageverloop. Op het einde van de stage stellen de advocaat-stagiair en de stagemeester een eindverslag op over de wijze waarop de stage is vervuld en maken dat onverwijld over aan de stagecommissie.

De stagecommissie gaat na of er periodieke vergaderingen werden gehouden tussen advocaat-stagiair en stagemeester.

Art. 37

Opgeheven

Afdeling 7 - De sta­ge­com­mis­sie

Art. 38

Bij elke Orde van Advocaten wordt het toezicht op de stage toevertrouwd aan een stagecommissie die ten minste is samengesteld uit:

  • een voorzitter aangewezen door de stafhouder;
  • een lid aangewezen door het bureau voor juridische bijstand;
  • een lid aangewezen door de advocaten-stagiairs en die zelf een advocaat-stagiair is;
  • een stagemeester aangewezen door de stafhouder.

Art. 39

De stagecommissie geniet volheid van bevoegdheid om adviezen te verlenen over de stage, inzonderheid maar niet uitsluitend:

  • verleent advies aan de raad van de Orde over de opname van een kandidaat-stagemeester op de lijst van de stagemeesters;
  • verleent advies aan de raad van de Orde over de stageovereenkomst die werd afgesloten tussen stagemeester en advocaat-stagiair;
  • ziet toe op de naleving van de verplichtingen van stagemeester en advocaat-stagiair;
  • neemt kennis van de voortijdige beëindiging van de stageovereenkomst;
  • volgt in het geval van die voortijdige beëindiging de overgang naar een nieuwe stagemeester op;
  • verleent advies aan de raad van de Orde over het verzoek van de advocaat-stagiair tot schorsing of onderbreking van de stage of de verlenging daarvan;
  • verleent advies aan de raad van de Orde over de nieuwe stageovereenkomst die wordt afgesloten na de onderbreking van de stage;
  • verleent aan de raad van de Orde advies over het verrichten van een gelijkgestelde stage;
  • neemt kennis van de verslaggeving (conform artikel 36) opgesteld door stagemeester en advocaat-stagiair en ziet die na;
  • verleent advies aan de raad van de Orde over de opname van de advocaat-stagiair op het tableau van de Orde;
  • bemiddelt in geschillen tussen stagemeester en advocaat-stagiair;
  • verleent advies aan de stafhouder en de raad van de Orde in verband met elk probleem over de stage.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Dominique Dombret

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Podcast
vrijdag 29 maart 2024

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens
donderdag 25 januari 2024

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht
donderdag 11 januari 2024

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie
woensdag 15 november 2023

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie
donderdag 12 oktober 2023

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht
donderdag 24 augustus 2023

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht
donderdag 20 juli 2023

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie
vrijdag 09 juni 2023

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen
Deontologie
donderdag 08 juni 2023

Individueel e-mailadres wordt verplicht

Advocaten moeten voortaan bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen