Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 710

Advocaten moeten de inhoud en onder bepaalde voorwaarden, het bestaan van onderhandelingen met confraters in afwezigheid van cliënten en derden vertrouwelijk houden, zelfs indien de rechter hiernaar informeert op grond van artikel 730/1 Ger. W. Advocaten zijn niet verplicht op deze vragen van de rechter te antwoorden. Artikel 730/1 Ger. W. biedt de rechter geen mogelijkheid om advocaten te sanctioneren indien zij niet antwoorden.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

U vraagt mijn advies over de draagwijdte van het vertrouwelijk karakter van een bespreking.

Een van de betrokken raadslieden verwijst in dat kader naar artikel 730/1 Ger. W., dat stelt dat de rechter de partijen kan bevragen over de wijze waarop zij voorafgaand aan het geding gepoogd hebben het geschil minnelijk op te lossen, waartoe de rechtbank de persoonlijke verschijning van partijen kan bevelen.

U gaat ervan uit dat vertrouwelijke onderhandelingen en/of besprekingen te allen tijde vertrouwelijk dienen te blijven en niet kunnen/mogen worden meegedeeld aan de rechtbank.

U vraagt of dit op gespannen voet zou kunnen komen te staan met de inhoud van artikel 730/1 Ger. W.

Advies

Artikel 730/1, §§ 1 en 2 Ger. W. luiden als volgt:

Ҥ 1. De rechter bevordert in elke stand van het geding een minnelijke oplossing van de geschillen.
§ 2. Behoudens in kort geding, kan de rechter, op de inleidingszitting of tijdens een zitting bepaald op een nabije datum, de partijen bevragen over de wijze waarop zij voorafgaand aan het geding gepoogd hebben het geschil minnelijk op te lossen en hen inlichten over de mogelijkheden om daar alsnog toe over te gaan. Daartoe kan de rechter de persoonlijke verschijning van de partijen bevelen.”
(eigen onderlijning)

De memorie van toelichting laat er geen twijfel over bestaan dat artikel 730/1 Ger. W. de vertrouwelijkheid van onderhandelingen niet in de weg staat:

“De rechter kan de partijen bevragen over de wijze waarop zij voorafgaand aan het geding gepoogd hebben het geschil minnelijk op te lossen en hen inlichten over de mogelijkheden om daar alsnog toe over te gaan. De partijen hebben uiteraard altijd het recht om de inhoud van hun onderhandelingen geheim te houden voor iedereen, dus ook de rechter (zie B. ALLEMEERSCH, “Bemiddeling en verzoening in het burgerlijk proces” in het Tijdschrift voor Privaatrecht). Concreet beschikt de rechter over de mogelijkheid om de persoonlijke verschijning van de partijen te bevelen.[1]

De Codex Deontologie voor Advocaten gaat zelfs een stap verder. Zo bepaalt artikel 112 van de Codex het volgende:

Onverminderd de toepassing van de artikelen i.v.m. de briefwisseling tussen advocaten is de inhoud van besprekingen tussen advocaten in afwezigheid van cliënten en derden vertrouwelijk. Wegens de loyaliteit mag het bestaan van de besprekingen en contacten niet ontkend worden. Indien advocaten het bestaan van de besprekingen absoluut vertrouwelijk willen houden, moeten zij dat van bij het begin van de besprekingen uitdrukkelijk en schriftelijk overeenkomen. In voorkomend geval zorgt de stafhouder voor de loyale toepassing van dit artikel.

Advocaten moeten dus de inhoud, en onder bepaalde voorwaarden, het bestaan van onderhandelingen met confraters in afwezigheid van cliënten en derden vertrouwelijk houden, zélfs indien de rechter hiernaar informeert op grond van artikel 730/1 Ger. W.

Overigens zijn advocaten niet verplicht op deze vragen van de rechter te antwoorden. Meer nog, artikel 730/1 Ger. W. biedt de rechter geen mogelijkheid om advocaten in dat geval te sanctioneren. Dit was een bewuste keuze van de wetgever.[2]

Jan Meerts

Bestuurder deontologie, tucht en regulering

[1] MvT bij wetsontwerp van 5 februari 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en houdende wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, Parl.St. Kamer 2017-2018, nr. 2919/001, 242-243.

[2] Ibid.: “(…) Bijgevolg is de mogelijkheid voor de rechter om in sancties te voorzien wanneer de partijen niet antwoorden op zijn vraag over wat zij hebben ondernomen alvorens de procedure in te leiden, waarin het voorontwerp voorzag, geschrapt. Het bestaan van die mogelijkheid kon de indruk geven dat de partijen toch verplicht waren hun toevlucht te nemen tot de alternatieve vormen van geschillenoplossing alvorens zich tot de rechter te wenden omdat hen anders sancties konden worden opgelegd.”

Ook interessant

Advies 577

Meer lezen

Advies 446

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres wordt verplicht

Advocaten moeten voortaan bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen