- Derdengelden / derdenrekening
- Schorsing
- Als op tegenspraak
De advocaat wordt opgeroepen op zich te verantwoorden wegens inbreuken op de reglementering inzake derdengelden en vraagt in eerste instantie een uitstel van de zaak. Op de navolgende zitting verschijnt de advocaat niet en de tuchtraad stelt het verstek vast. De zaak wordt in beraad gehouden en de advocaat wordt op 11 januari 2023 bij verstek veroordeeld tot een schorsing van drie maanden.
Tegen die beslissing tekent de advocaat verzet en hoger beroep aan.
Het verzet werd op 12 april 2023 door de tuchtraad in eerste aanleg ontvankelijk, doch ongegrond verklaard. Ook tegen deze beslissing, ook bij verstek gewezen, tekent de advocaat hoger beroep aan.
De tuchtraad van beroep stelt op 26 september 2023 vast dat het hoger beroep tegen de beslissing bij verstek van 11 januari 2023, gelet op de voormelde inmiddels op verzet gewezen beslissing van 12 april 2023, overbodig en zonder voorwerp is.
Voor wat het hoger beroep tegen de beslissing van 12 april 2023 betreft, stelt de tuchtraad van beroep vast dat de advocaat opnieuw niet verschijnt, dat de beroepsakte niet was gemotiveerd en dat hij ambtshalve geen redenen ziet om de beslissing van te hervormen. De beroepen beslissing van drie maanden wordt dus op 26 september 2023 bij verstek bevestigd.
Tegen deze beslissing tekent de advocaat in kwestie verzet aan, doch op de zitting laat hij opnieuw verstek. In het arrest van 12 december 2023 wordt de sanctie van de schorsing van drie maanden, opgelegd op 26 september 2023, bevestigd in een beslissing die als op tegenspraak wordt gewezen.