Hoofdstuk 1 - Bevoegdheid met betrekking tot geschillen tussen advocaten, leden van de balies aangesloten bij de Orde van Vlaamse Balies
Art. 209
De deontologische bevoegdheid over de advocaten ingeschreven op het tableau, op de lijst van stagiairs of op de EU-lijst van een balie die deel uitmaakt van de Orde van Vlaamse Balies, behoort tot de stafhouder van die balie, onverminderd de bepalingen van artikelen 455, 456, 458 en 477bis e.v. Ger.W.
Art. 210
Bij een conflict tussen advocaten die één gemeenschappelijke stafhouder van een balie aangesloten bij de Orde van Vlaamse Balies hebben, is die gemeenschappelijke stafhouder bevoegd.
Art. 211
§ 1 Indien er meerdere gemeenschappelijke stafhouders van balies aangesloten bij de Orde van Vlaamse Balies zijn, is de beslissing doorslaggevend van de stafhouder van de balie van de plaats van het rechtsgeding, de arbitrage, bemiddeling, onderhandeling of professionele activiteit waarop de betwisting betrekking heeft, indien die plaats binnen het bevoegdheidsgebied van een van die stafhouders ligt.
§ 2 Indien er meerdere gemeenschappelijke stafhouders van balies aangesloten bij de Orde van Vlaamse Balies zijn, maar de plaats van het rechtsgeding, de arbitrage, bemiddeling, onderhandeling of professionele activiteit waarop de betwisting betrekking heeft, is gesitueerd buiten het bevoegdheidsgebied van de respectieve stafhouders van de advocaten, dan blijven de gemeenschappelijke stafhouders samen bevoegd.
Wanneer de stafhouders het niet eens zouden geraken, duiden ze samen een derde stafhouder of gewezen stafhouder aan die een beslissing neemt. Bij onenigheid over welke derde (gewezen) stafhouder aangeduid wordt, adiëren de stafhouders de voorzitter of een bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies die binnen de vijf kalenderdagen een derde (gewezen) stafhouder aanduidt die een beslissing zal nemen.
Art. 212
Indien de betrokken advocaten geen gemeenschappelijke stafhouder hebben, dan is voor elke advocaat de stafhouder bevoegd van de balie waar hij is ingeschreven.
Art. 213
§ 1 Bij onenigheid tussen stafhouders van balies aangesloten bij de Orde van Vlaamse Balies, is de beslissing doorslaggevend van de stafhouder van de balie van de plaats van het rechtsgeding, de arbitrage, bemiddeling, onderhandeling of professionele activiteit waarop de betwisting betrekking heeft, indien die plaats binnen het bevoegdheidsgebied van een van die stafhouders ligt.
§ 2 Indien het conflict betrekking heeft op een procedure, arbitrage, bemiddeling, onderhandeling of een professionele activiteit, gesitueerd buiten het bevoegdheidsgebied van de respectieve stafhouders van de betrokken advocaten, blijven de respectieve stafhouders samen bevoegd, behoudens voor zittingsincidenten.
Wanneer de stafhouders het niet eens zouden geraken, duiden ze samen een derde stafhouder of gewezen stafhouder aan die een beslissing neemt. Bij onenigheid over welke derde (gewezen) stafhouder aangeduid wordt, adiëren de stafhouders de voorzitter of een bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies die binnen de vijf kalenderdagen een derde (gewezen) stafhouder aanduidt die een beslissing zal nemen.
Art. 214
Bij een zittingsincident is de stafhouder van de plaats bevoegd waar de zitting plaats heeft, ongeacht tot welke balie de betrokken advocaten behoren.
Voor een zittingsincident in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is uitsluitend de stafhouder van de Nederlandse Orde van Advocaten te Brussel bevoegd voor de advocaten die tot een balie aangesloten bij de Orde van Vlaamse Balies behoren, ongeacht de taal waarin de procedure wordt gevoerd.
Art. 215
Bij betwistingen over het overleggen van briefwisseling tussen advocaten geldt enkel artikel 116 van deze Codex.
Art. 216
Indien bij een betwisting die nog niet is beslecht, één van de betrokken advocaten van balie verandert, is voor hem de stafhouder van zijn nieuwe balie bevoegd.
Heeft de stafhouder van zijn oude balie reeds een beslissing genomen, dan is de stafhouder van zijn nieuwe balie hierdoor gebonden.