Ga verder naar de inhoud

Hoofdstuk 2 - Relaties ten aanzien van advocaten

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Afdeling 1 - Con­fra­ter­ni­teit

Art. 97

Met inachtneming van de wet en de deontologische regels is de advocaat steeds verplicht de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk te behartigen en moet hij die zelfs boven zijn eigen belangen of die van andere advocaten stellen.

De advocaat behartigt de belangen van zijn cliënt met respect voor de rechten van verdediging. Hij eerbiedigt het tegensprekelijk karakter van procedures en misleidt niet.

Om een eerlijke en behoorlijke rechtspleging te bevorderen, heeft de advocaat een plicht van loyaliteit en confraterniteit. De regels van confraterniteit bevorderen de vertrouwensrelatie tussen advocaten in het belang van de cliënt en strekken er tevens toe onnodige processen en elk gedrag dat de reputatie van het beroep kan schaden, te voorkomen.

Art. 98

Indien een procedure op tegenspraak volgt op voorafgaande contacten tussen advocaten, moet de advocaat zijn confrater inlichten dat een procedure wordt ingesteld, tenzij die kennisgeving de rechtmatige belangen van de cliënt schendt.

Art. 99

De advocaat mag alle eenzijdige gerechtelijke en buitengerechtelijke bewarende maatregelen nemen en alle procedures op eenzijdig verzoekschrift instellen zonder voorafgaand bericht aan de advocaat van de tegenpartij.

Art. 100

In procedures op tegenspraak neemt de advocaat nooit eenzijdig contact op met de rechter, de arbiter of de deskundige. De brieven, documenten, stukken of conclusies die hij hen bezorgt, maakt hij gelijktijdig over aan de tegenstrever of aan de tegenpartij die geen advocaat heeft.

Art. 101

Tussen advocaten gebeurt de overlegging van de stukken in der minne en zonder formaliteiten. Enkel wanneer de aard van de stukken dat noodzakelijk maakt, kan de overlegging gebeuren door neerlegging van de stukken ter griffie. Ook in dat geval bezorgt de advocaat zijn tegenstrever de inventaris van zijn stukken en minstens kopie van de stukken die kunnen worden gekopieerd.

Art. 102

De advocaat heeft met betrekking tot een bepaalde zaak geen rechtstreeks contact met een partij, van wie hij weet dat ze in die zaak wordt bijgestaan door een advocaat. Dat kan wel als de advocaat van die partij daartoe uitdrukkelijk zijn toestemming heeft gegeven en op voorwaarde dat hij daarvan op de hoogte wordt gehouden. De advocaat mag overeenkomstig de wet rechtstreeks bij de overheid de inlichtingen inwinnen waarop de cliënt recht heeft, zelfs al is die overheid tevens partij in de zaak.

Art. 103

De advocaat organiseert zijn werkzaamheden zo dat elk nutteloos uitstel van een te behandelen zaak en elke onnodige verplaatsing of tijdverlies voor zijn confrater worden vermeden. De advocaat die voor zijn tegenstrever een tijdverlies of onnodige verplaatsing veroorzaakt, zonder ernstige of onvoorzienbare reden, gedraagt zich niet confraterneel.

Art. 104

De advocaat die op de inleiding een verzending van de zaak naar de rol of een uitstel vraagt, brengt zijn tegenstrever daarvan tijdig en op de meest efficiënte wijze op de hoogte.

De advocaat die een uitstel wenst te vragen van een ter behandeling vastgestelde zaak brengt de rechtbank en, al naargelang het geval, het openbaar ministerie, zijn tegenstrever en de tegenpartij die in persoon verschijnt, daarvan tijdig en op de meest efficiënte wijze op de hoogte.

Art. 105

De advocaat die vaststelt dat een in de zaak betrokken confrater afwezig is op een vastgestelde zitting doet al het mogelijke om hem te bereiken en met hem af te spreken alvorens de zaak, indien nodig, in zijn afwezigheid te laten behandelen.

Een advocaat mag de zaak enkel in afwezigheid van een in de zaak betrokken confrater behandelen, indien hij die confrater schriftelijk op de hoogte had gebracht van de pleitdatum en van zijn intentie om de zaak in elk geval te behandelen.

Art. 106

Vooraleer tot betekening en ten uitvoerlegging van een gerechtelijke beslissing te laten overgaan, nodigt de advocaat zijn tegenstrever uit tot vrijwillige uitvoering en/of berusting en verleent hij hem hiertoe een redelijke termijn.

De onmiddellijke betekening en/of ten uitvoerlegging kan ook in geval van hoogdringendheid of noodzakelijkheid voortvloeiende uit de wet of uit de beslissing zelf.

De advocaat brengt steeds de betrokken advocaten op de hoogte dat hij opdracht geeft om een gerechtelijke beslissing te laten betekenen. Hij doet dat ten laatste op het ogenblik dat hij die opdracht geeft.

Art. 107

De advocaat die een rechtsmiddel aanwendt, brengt de in de zaak betrokken advocaten daarvan zo snel mogelijk op de hoogte. Hij doet dat ten laatste op het ogenblik dat hij dat middel aanwendt.

Art. 108

De advocaat die een beroep doet op een confrater, staat in voor de betaling van de aan deze advocaat verschuldigde kosten en erelonen voor de opdrachten waarmee hij hem gelast, tenzij hij hem vooraf en schriftelijk op de hoogte brengt dat die kosten en erelonen rechtstreeks aan de cliënt moeten worden aangerekend. Indien hij de betaling van de toekomstige prestaties niet langer op zich wil nemen, meldt hij dat schriftelijk aan zijn confrater.

Art. 109

De advocaat mag in zijn hoedanigheid van advocaat geen rechtsvordering inleiden, geen strafklacht indienen en geen gerechtelijke bewarende maatregelen nemen tegen een confrater zonder voorafgaande melding aan zijn stafhouder. De advocaat voegt daarbij het ontwerp van de inleidende akte of de klacht.

De advocaat die de belangen wil behartigen van een partij die zonder advocaat reeds een klacht heeft ingediend of een rechtsvordering heeft ingeleid tegen een advocaat, meldt dat aan zijn stafhouder vooraleer hij de procedure verder zet.

De advocaat mag de bovenstaande procedures niet inleiden of voortzetten voor het verstrijken van één maand na de melding, tenzij in geval van gemotiveerde hoogdringendheid.

Die meldingsplicht geldt niet voor vorderingen tegen een advocaat in diens hoedanigheid van gerechtelijk mandataris, tenzij zijn aansprakelijkheid in het gedrang wordt gebracht.

Art. 110

De advocaat die namens een cliënt een vordering tegen een confrater heeft ingesteld en die confrater zelf brengen hun respectieve stafhouders op de hoogte van de uitspraak en van de gedwongen uitvoering.

Afdeling 2 - Honorarium voor in­tro­duc­ties

Art. 111

§ 1 De advocaat mag geen honorarium, voorschot of enigerlei andere vergoeding vragen of aanvaarden voor het aanbevelen van een advocaat aan een cliënt of het doorsturen van een cliënt naar een advocaat. Dat mag hij noch van een andere advocaat, behalve in het kader van een samenwerkingsverband tussen advocaten, noch van enige derde.

§ 2 De advocaat mag, behalve bij een samenwerkingsverband tussen advocaten, aan niemand een honorarium, voorschot of enigerlei andere vergoeding betalen als tegenprestatie voor de introductie van een cliënt.

Afdeling 3 - De ver­trou­we­lijk­heid van be­spre­kin­gen

Art. 112

Onverminderd de toepassing van de artikelen i.v.m. de briefwisseling tussen advocaten is de inhoud van besprekingen tussen advocaten in afwezigheid van cliënten en derden vertrouwelijk. Wegens de loyaliteit mag het bestaan van de besprekingen en contacten niet ontkend worden.

Indien advocaten het bestaan van de besprekingen absoluut vertrouwelijk willen houden, moeten zij dat van bij het begin van de besprekingen uitdrukkelijk en schriftelijk overeenkomen.

In voorkomend geval zorgt de stafhouder voor de loyale toepassing van dit artikel.

Afdeling 4 - Het overleggen van brief­wis­se­ling tussen advocaten

Art. 113

De briefwisseling tussen advocaten is vertrouwelijk. Zelfs indien de advocaten het eens zijn, mag zij enkel overgelegd worden met de toestemming van de stafhouder. Dat geldt zowel voor het gebruik in rechte als er buiten.

Art. 114

Deze verliezen hun vertrouwelijk karakter, zodat ze zonder toelating van de stafhouder overgelegd mogen worden:

§ 1 elke mededeling die een akte van rechtspleging uitmaakt of vervangt;

§ 2 (oud reglement van 6 maart 1980): elke mededeling die uitdrukkelijk als niet vertrouwelijk bestempeld wordt en een eenzijdige verbintenis zonder voorbehoud inhoudt;

§ 3 elke mededeling, zonder voorbehoud en niet vertrouwelijk gedaan, ten verzoeke van een partij, om er kennis van te geven aan een andere partij, op voorwaarde dat de geadresseerde ze uitdrukkelijk aanvaardt als niet vertrouwelijk;

§ 3bis (oud reglement van 22 april 1986): elke schriftelijke mededeling met vermelding "niet vertrouwelijk" die uitsluitend de nauwkeurige omschrijving van precieze feiten bevat, alsmede het antwoord daarop, en die hetzij een deurwaardersexploot, hetzij een mededeling van partij tot partij vervangt;

§ 4 elke mededeling, zelfs vertrouwelijk gedaan uit naam van een partij, wanneer ze bepaalde voorstellen behelst die onvoorwaardelijk uit naam van de andere partij worden aangenomen.

De beschikkingen van dit artikel gelden enkel voor die mededelingen die niets anders behelzen dan wat onder §1, 2, 3, 3bis en 4 vermeld is.

Het is aangewezen:

  1. in verband met die mededelingen schriftelijke goedkeuring te hebben van de cliënt;
  2. mededelingen met een officieel karakter kort en bondig te doen en, dat karakter in de brief zelf te vermelden
  3. elke mededeling met een vertrouwelijk karakter in een afzonderlijk schrijven te doen.

Art. 115

De stafhouder zorgt voor de loyale toepassing van artikel 114.

Art. 116

In geval van betwisting tussen advocaten van verschillende balies, mag de briefwisseling enkel gebruikt worden met voorafgaande toelating van hun respectieve stafhouders, met dien verstande:

  1. (gewijzigd bij reglement van 8 mei 1980) dat in geval van onenigheid, de beslissing van de stafhouder van de balie van het arrondissement waar de briefwisseling overgelegd wordt de doorslag geeft, indien één van de betrokken advocaten deel uitmaakt van zijn balie; in het andere geval en voor internationale en buitenlandse rechtsmachten geldt de meest beperkende opvatting;
  2. dat die regel van bevoegdheid ook geldt wanneer de briefwisseling voor het eerst in hoger beroep gebruikt wordt;
  3. dat elke betwisting in verband met het gebruik van brieven die ter terechtzitting ontstaat, beslecht wordt door de stafhouder van de balie van de rechtsmacht waar de zaak voorkomt;
  4. dat bij verandering van raadsman in de loop van een geding, de stafhouder van de balie waarvan de nieuwe advocaat deel uitmaakt, niet kan terugkomen op de beslissing die de stafhouder van de balie waartoe de vorige advocaat behoort nam.

Art. 117

Het recht de briefwisseling over te leggen wijzigt niets aan het bestaan en de draagwijdte van de ingeroepen overeenkomsten.

Afdeling 5 - Overleggen van brief­wis­se­ling tussen advocaten en ge­rech­te­lij­ke man­da­ta­ris­sen

Art. 118

De briefwisseling tussen advocaten en advocaten-gerechtelijke mandatarissen is officieel.

Art. 119

De afzender kan zijn brief vertrouwelijk maken met uitdrukkelijke vermelding hiervan in de brief. De bestemmeling moet die brief als vertrouwelijk aanzien en behandelen.

Afdeling 6 - De opvolging

Art. 120

De advocaat die een andere advocaat opvolgt in dezelfde zaak brengt hem daarvan onmiddellijk op de hoogte. De opvolgende advocaat verzekert dadelijk de vertegenwoordiging en de bijstand van de cliënt.

De opgevolgde advocaat maakt het dossier zo spoedig mogelijk over aan de opvolgende advocaat samen met alle gegevens die voor de voortzetting ervan noodzakelijk zijn. Hij bezorgt zijn staat van kosten en ereloon zo spoedig mogelijk aan de cliënt en brengt de opvolgende advocaat daarvan op de hoogte. De opvolgende advocaat verzoekt de cliënt zorg te dragen voor de betaling van de staat van kosten en ereloon voor zover die niet wordt betwist.

De opvolgende advocaat kan alle nodige handelingen in het belang van zijn cliënt stellen, ook in geval van betwisting van de staat van kosten en ereloon. Hij mag van die cliënt provisies, erelonen en vergoeding voor kosten ontvangen.

Indien nodig, kan de stafhouder de opvolgende advocaat verbieden om verdere handelingen voor de cliënt te stellen of enige andere maatregel bevelen.

Art. 121

De opvolgende advocaat mag optreden in een geschil omtrent het ereloon en de kosten van de opgevolgde advocaat, ongeacht of hij lid is van dezelfde balie als de opgevolgde advocaat of niet. Hij heeft daartoe geen toelating van zijn stafhouder nodig. De opvolgende advocaat moet een minnelijke schikking nastreven. In bijzondere gevallen en vooral wanneer redenen van loyaliteit en kiesheid dat vereisen, kan de stafhouder van de opvolgende advocaat hem verbieden in dergelijk geschil op te treden.

De opvolgende advocaat mag niet in rechte optreden in een geschil over de beroepsaansprakelijkheid van de opgevolgde advocaat. De stafhouder kan dat in bijzondere gevallen wel toelaten wanneer het belang van de cliënt dat vereist. De opvolgende advocaat kan de opgevolgde advocaat in gebreke stellen in verband met diens beroepsaansprakelijkheid.

Afdeling 7 - De mo­da­li­tei­ten bij de opvolging van advocaten in het kader van de juridische twee­de­lijns­bij­stand en Salduz*

* ingevoegd AV 27/05/2015 en 24/06/2015 – BS 30/9/2015 – in werking 1/1/2016

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de Afdeling III.2.6 – “De Opvolging” gelden de volgende modaliteiten:

Art. 122 – Ontheffing

Een advocaat die optreedt in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand mag opgevolgd worden door een advocaat die eveneens wil optreden in dat kader, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

Indien er een vertrouwensbreuk of andere ernstige reden is in hoofde van de cliënt t.a.v. de advocaat die werd aangesteld door het Bureau voor Juridische Bijstand (BJB) of de stafhouder, dan meldt de cliënt, de kandidaat-opvolgende advocaat of de stafhouder dat schriftelijk of op elektronische wijze en gemotiveerd aan de aangestelde advocaat.

Hij bezorgt dat schrijven tegelijk aan het BJB dat de aanstelling van de advocaat heeft gedaan, met een verzoek tot aanstelling in opvolging. In dat schrijven verzoekt hij de aangestelde advocaat ook om binnen de twee werkdagen (zaterdagen, zondagen en feestdagen uitgesloten), of per kerende in geval van hoogdringendheid, aan het BJB te melden of er bezwaar bestaat tegen de opvolging, met kopie aan de advocaat die om opvolging verzoekt.

  • Als er geen bezwaar wordt geformuleerd, kan de opvolging in principe worden toegestaan. De opgevolgde advocaat wordt ontheven en het BJB brengt de opvolgende advocaat en de rechtzoekende daarvan op de hoogte.
  • Als er wel bezwaar wordt geformuleerd, wordt de partij die de opvolging vraagt meegedeeld dat de opvolging voorlopig niet kan worden toegestaan. Na eventuele toelichting kan de BJB-voorzitter, nadat hij de op te volgen advocaat heeft gehoord, alsnog tot ontheffing overgaan, indien een vertrouwensbreuk of een andere ernstige reden tot opvolging wordt aangetoond.

Als een opvolging wordt geweigerd, wordt de rechtzoekende daarvan schriftelijk of op elektronische wijze op de hoogte gebracht.

Art. 123 – Nieuwe aanstelling

Pas nadat het BJB dat initieel ook de aanstelling heeft gedaan, de ontheffing van de oorspronkelijk aangestelde advocaat heeft goedgekeurd, kan hetzelfde of een ander BJB (naargelang de balie waartoe de opvolgende advocaat behoort) de opvolgende advocaat aanstellen als raadsman in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand. Zolang de eerst aangestelde advocaat geen ontheffing kreeg, blijft die aangesteld.

Art.124 – Vergoeding

Indien de opgevolgde advocaat wordt opgevolgd door een advocaat die optreedt in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand, worden de punten verdeeld tussen de opgevolgde advocaat en de opvolger, naargelang de effectief door hen verleende prestaties. Het totaal van de punten voor beide advocaten samen mag het maximum van de in de nomenclatuur vastgelegde punten niet overschrijden.

Wanneer de opvolging gebeurt in een dossier waarin de advocaat aangesteld werd onder gedeeltelijke kosteloosheid, moet ook de provisie zo verdeeld worden dat het bedrag van de provisie de waarde van de aan de opgevolgde advocaat toegekende punten niet overschrijdt. Komen de opgevolgde en de opvolgende advocaat daarin niet overeen, dan beslist de voorzitter van het BJB van de opgevolgde advocaat.

Afdeling 7bis - Ver­hoor­bij­stand Salduz in het kader van de per­ma­nen­tie­dienst Orde van Vlaamse Balies (OVB)*

* ingevoegd AV 19/12/2018 – BS 9/1/2019 – in werking 9/4/2019

Art.124bis - Opleiding

124bis.1. De Orde van Vlaamse Balies voorziet in een bijzondere opleiding voor bijstand van verdachten tijdens het verhoor.

124bis.2. Onder opleiding wordt verstaan: bijzondere opleiding verhoorbijstand bij de Orde van Vlaamse Balies, een door de Orde van Vlaamse Balies erkende door de Ordes van Advocaten of externe instellingen georganiseerde bijzondere opleiding verhoorbijstand.

124bis.3. Deelname aan de permanentiedienst voor verhoorbijstand, georganiseerd door de Orde van Vlaamse Balies, is enkel toegelaten indien de betrokken advocaat de opleiding voornoemd heeft gevolgd, onverminderd de hierna bepaalde overgangsmaatregelen.

124bis.4. Huidige regeling vindt op geen enkele wijze toepassing voor de verhoorbijstand Salduz die de advocaat verleent buiten de permanentiedienst van de Orde van Vlaamse Balies.

Art. 124ter - Voorwaarden om deel te nemen aan de permanentiedienst

124ter.1. Onder permanentiedienst in dit reglement wordt verstaan de door de Orde van Vlaamse Balies georganiseerde permanentiedienst voor verdachten die geen keuze van eigen advocaat hebben gemaakt of waarvan de door hen gekozen advocaat niet beschikbaar is.

124ter.2. Enkel advocaten, die de hiervoor bedoelde bijzondere opleiding verhoorbijstand bij de Orde van Vlaamse Balies of een door de Orde van Vlaamse Balies erkende door de Ordes van Advocaten of externe instellingen georganiseerde bijzondere opleiding verhoorbijstand hebben gevolgd, mogen zich inschrijven op de permanentiedienst voor meerderjarige verdachten die geen keuze van advocaat hebben gemaakt.

Bij voorrang mogen enkel de advocaten, houders van het certificaat bijzondere opleiding jeugdrecht en toegelaten tot de sectie jeugdrecht of een door de balie opgestelde lijst van jeugdadvocaten, die de hiervoor bijzondere opleiding verhoorbijstand bij de Orde van Vlaamse Balies of een door de Orde van Vlaamse Balies erkende door de Ordes van Advocaten of externe instellingen georganiseerde bijzondere opleiding verhoorbijstand hebben gevolgd, zich inschrijven op de permanentiedienst voor minderjarige verdachten.

Subsidiair mogen ook advocaten inschrijven op de permanentiedienst voor minderjarige verdachten die de hiervoor bedoelde bijzondere opleiding verhoorbijstand bij de Orde van Vlaamse Balies of een door de Orde van Vlaamse Balies erkende door de Ordes van Advocaten of externe instellingen georganiseerde bijzondere opleiding verhoorbijstand hebben gevolgd.

De hierboven vermelde erkende advocaten, houders van het certificaat bijzondere opleiding jeugdrecht, zullen bij voorrang worden aangesteld inzake verhoorbijstand voor minderjarigen.

124ter.3. De advocaat die zich inschrijft voor de permanentiedienst blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de toegewezen opdrachten. Hij voert de opdrachten in principe zelf uit, doch mag zich omwille van praktische noodwendigheden laten vervangen door een eveneens opgeleide advocaat. Het algemeen verbod van naamlening (lastgevende advocaat die verborgen blijft) is ook hier van toepassing.

Art. 124quater - Verplichtingen in het kader van de permanentiedienst

124quater.1. De advocaat die zich inschrijft op de permanentiedienst is van wacht en dient zelf beschikbaar te zijn binnen het opgegeven tijdsblok en binnen de opgegeven politiezone.

Indien hij of zijn vervanger niet binnen de 2 uur ter plaatse kan zijn, dient hij de opdracht te weigeren.

124quater.2. De advocaat kan zich enkel laten vervangen door een advocaat die beantwoordt aan de onder artikel 2 opgenomen voorwaarden.

124quater.3. Wie zich laat vervangen zal het Salduz-nummer zo spoedig mogelijk aan de vervanger meedelen.

124quater.4. De advocaat die de opdracht heeft aanvaard, mag nadien zijn bijstand bij het verhoor niet weigeren om de enkele reden dat de verdachte volgens zijn verklaring onvermogend lijkt te zijn of niet onmiddellijk kan betalen voor de door de advocaat te verlenen prestaties en te maken kosten. De advocaat mag enkel de bijstand weigeren indien de verdachte, die volgens zijn verklaringen vermogend blijkt te zijn, te kennen geeft voor de bijstand niet te willen betalen.

124quater.5. De advocaat die een oproep heeft aanvaard blijft verantwoordelijk voor de bijstand bij alle navolgende verhoren, voor zover hij in de permanentiewebapplicatie heeft aangegeven dat hij bijstand zal verlenen voor alle navolgende verhoren of hij de bijstand voor een navolgend verhoor heeft aanvaard, totdat het dossier in de webapplicatie is overgenomen door een opvolger, of zijn mandaat om een andere geldige reden wordt beëindigd. De advocaat die wordt opgevolgd, zal het Salduz-nummer en het dossier onverwijld aan de opvolgende advocaat meedelen.

124quater.6. De advocaat die een verdachte bijstaat die eerder een eigen advocaat had gekozen, zal de initiële keuze van raadsman respecteren en zal nadien enkel verder optreden, indien de verdachte dit uitdrukkelijk verkiest. Hij zal de voorkeuradvocaat zo spoedig mogelijk verwittigen van het feit dat hij de verdachte heeft bijgestaan.

124quater.7. De advocaat die reeds optreedt of heeft opgetreden voor een verdachte of die bijstand heeft verleend of zal verlenen voorafgaand aan of tijdens het verhoor van een verdachte in een strafrechtelijk onderzoek, zal bijzondere aandacht moeten geven aan het verbod op tegenstrijdige belangen, zoals voorzien onder Hoofdstuk I.2, afdeling I.2.3 van de Codex Deontologie voor Advocaten.

Hij mag in het kader van de permanentiedienst Salduz geen opdracht aanvaarden voor bijstand van een andere verdachte die betrokken is in hetzelfde strafrechtelijk onderzoek, en moet deze opdracht weigeren of zich terugtrekken zodra hij dit vaststelt. Deze bepaling is van toepassing op de advocaat, zijn medewerkers en zijn stagiairs. Als advocaten het beroep in associatie of groepering uitoefenen, is deze bepaling van toepassing zowel op de groep in zijn geheel als op haar individuele leden en op de stagiairs en medewerkers van de advocaten.

Art. 124quinquies - Overgangsmaatregelen

124quinquies.1. Tot de hierna vermelde overgangsperiode van 2 jaar mogen de advocaten en advocatenstagiairs die nog geen bijzondere opleiding verhoorbijstand, zoals voorzien onder artikel 1 van huidig reglement, hebben gevolgd de opname vragen op de permanentiedienst. Zij verbinden zich ertoe uiterlijk binnen de 2 jaar de bijzondere opleiding verhoorbijstand te volgen. Bij gebreke aan een tijdige bijzondere opleiding verhoorbijstand wordt de advocaat en advocaat-stagiair van rechtswege weggelaten van de permanentiedienst.

124quinquies.2. De advocaten en advocaten-stagiairs die voorafgaand aan huidig reglement reeds een bijzondere opleiding verhoorbijstand hebben gevolgd, hetzij door de Orde van Vlaamse Balies erkend, hetzij door de Orde van Advocaten erkend, zijn vrijgesteld van het volgen van een (nieuwe) bijzondere opleiding verhoorbijstand. De Ordes van advocaten zullen nagaan welke van hun leden reeds voldoende door hen georganiseerde opleiding(en) hebben gevolgd en om die reden zijn vrijgesteld.

124quinquies.3. De onder artikel 124quinquies.1 vermelde overgangsperiode van 2 jaar wordt, ingevolge de COVID19 pandemie, verlengd tot en met 31 december 2021 waarbij de algemene vergadering de uitdrukkelijke bevoegdheid geeft aan de raad van bestuur van de Orde van Vlaamse balies om opnieuw te beslissen tot een verlenging van de overgangsmaatregelen voormeld, indien zij hiertoe noodzaak ziet.

Afdeling 8 - Eensluidend verklaren van kopieën van bij een voorziening in cassatie te voegen stukken

Art. 125

Wanneer een partij, toekomstige eiser in cassatie, tot staving van een voorziening in cassatie een middel wil inroepen gesteund op de schending van de bewijskracht van een stuk dat op regelmatige wijze werd neergelegd voor de rechter ten gronde, kan de advocaat van elke partij in zake voor de rechter ten gronde vragen dat hij een kopie van dat stuk eensluidend verklaart aan, al naargelang van het geval, het origineel of de kopie neergelegd voor die rechter.

Indien de raadsman van de toekomstige eiser in cassatie noch in het bezit is van het origineel van het stuk, noch van een kopie daarvan, kan hij aan de advocaat van een partij in zake voor de rechter ten gronde die in het bezit is van het originele stuk of van een kopie daarvan, vragen dat hij er een kopie van maakt en die eensluidend verklaart aan het aan de rechter ten gronde voorgelegde stuk.
Art. 126

De in artikel 125 bedoelde eensluidendverklaring bestaat in het aanbrengen, onderaan de kopie van het stuk, van de volgende vermelding, gevolgd door de handtekening:

Kopie die eensluidend wordt verklaard aan het stuk nr. ... van het dossier dat de [eiser of verweerder] ten gronde voorlegde aan [rechtsmacht] in de zaak ingeschreven op de algemene rol onder het nummer ...

Mr. ..., advocaat die (naam van de partij) vertegenwoordigde voor die rechtsmacht.

Mr. ..., advocaat die (naam van de partij) vertegenwoordigde voor die rechtsmacht.

(Als de omstandigheden dat vereisen, bijvoorbeeld omdat er geen inventaris van de stukken is of omdat de partijen verschillende versies voorlegden van een akte, moet de bovenstaande formulering worden aangepast).

Art. 127

De betwistingen worden beslecht door de stafhouder van de advocaat die de stukken eensluidend moet verklaren.

Afdeling 9 - Der­den­gel­den

Onderafdeling III.2.9.1 Toepassingsgebied en definities

Art. 128

Deze afdeling regelt de verhandeling door de advocaat van derdengelden, de rapporteringsplicht en de controle op de verhandeling van derdengelden.

Deze afdeling is niet van toepassing op rekeningen die door een advocaat worden gebruikt in uitvoering van een gerechtelijk mandaat, onverminderd het recht van de stafhouder inzage in die rekeningen te vragen.

Art. 129

[In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • derdengelden: gelden toevertrouwd door cliënten of derden aan een advocaat om die een bepaalde bestemming te geven.
  • derdenrekening: een rekening, zoals bedoeld in art. 446quater Ger. W., geopend bij een erkende financiële instelling met een of meerdere advocaten als houder, waarop gelden die aan cliënten of derden toekomen, worden ontvangen of beheerd.
  • rubriekrekening: een derdenrekening geopend in een specifiek dossier of voor een bepaalde cliënt, zoals bedoeld in art. 446quater § 2 Ger.W.
  • een erkende financiële instelling: een financiële instelling waarmee de Orde van Vlaamse Balies of de of de Ordre des barreaux francophones et germanophone een overeenkomst heeft gesloten voor de verhandeling van derdengelden, die beantwoordt aan de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek en van deze afdeling.]

Onderafdeling III.2.9.2 Derdenrekening

Art. 130

[Elke advocaat beschikt, hetzij zelf, hetzij via de associatie of groepering waartoe hij behoort, over minstens één derdenrekening. Het nummer van de derdenrekening wordt bij de contactgegevens van de advocaat op de publieke website van de Orde van Vlaamse Balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone vermeld.]

Art. 131

[De omschrijvingen en verplichtingen verbonden aan de derdenrekening zijn, evenals die vermeld in art. 446quater § 3 Ger. W.:

  • de derdenrekening is een zichtrekening, behalve indien de gelden bestemd zijn om gedurende een welbepaalde termijn te worden bewaard. In dat geval mogen ze op een termijnrekening worden geplaatst;
  • de derdenrekening mag nooit een debetsaldo vertonen;
  • elke vorm van krediet op de derdenrekening is uitgesloten;
  • de uitgifte van debet- of kredietkaarten op de derdenrekening is niet toegelaten;
  • domiciliëringen op de derdenrekening zijn niet toegestaan;
  • de uitgifte van cheques en cashafhalingen van de derdenrekening zijn verboden, behalve bij voorafgaande schriftelijke toestemming van de stafhouder na melding van de identiteit van de begunstigde. Toestemming wordt slechts gegeven in uitzonderlijke gevallen indien een overschrijving naar een rekening niet mogelijk blijkt;
  • de advocaat kan, mits voorafgaande toelating van de stafhouder, bestendige opdrachten geven, maar uitsluitend ten gunste van cliënten of derden;
  • de derdenrekening kan op geen enkele wijze tot zekerheid dienen;
  • elke schuldvergelijking, fusie of bepaling van eenheid van rekening tussen de derdenrekening en andere bankrekeningen is uitgesloten;
  • met uitzondering van de rubriekrekening, levert de derdenrekening geen rente of enige andere opbrengst op, onverminderd de mogelijkheid voor de Orde van Vlaamse Balies en/of de Ordre des barreaux francophones et germanophone om met de financiële instelling een vergoeding voor de Orde te bedingen.]

Art. 132

[Door het enkele feit van de opening van een derdenrekening geeft de advocaat een onherroepelijke volmacht aan de bevoegde stafhouder om, op eenvoudige vraag en op kosten van de betrokken advocaat, van de financiële instelling volledige inzage en afschrift te bekomen van alle verrichtingen, zonder uitzondering, die zijn uitgevoerd op die rekening.

Indien de advocaat niet ingaat op het verzoek van de stafhouder hem een kopie van de rekeninguittreksels te bezorgen, kan de stafhouder die opvragen op kosten van de advocaat.

De advocaat verleent de financiële instelling eveneens onherroepelijk toelating om alle gegevens in verband met de transacties die op zijn derdenrekeningen plaatsvinden één keer per jaar over te maken aan de stafhouder van de Orde van Advocaten waarbij hij ingeschreven is of aan een door die laatste aangewezen controle-instantie in een door de stafhouder gewenste vorm met het oog op een automatische geïnformatiseerde controle.]

Art. 133

De derdenrekening wordt uitsluitend gebruikt voor de verhandeling van derdengelden.

De advocaat verhandelt derdengelden uitsluitend via een derdenrekening, en vermeldt die rekening uitdrukkelijk telkens als hij gelden opvraagt.

Indien de advocaat een betaling ontvangt van derdengelden, anders dan door de rechtstreekse overschrijving op zijn derdenrekening, transfereert hij die gelden zo spoedig mogelijk naar zijn derdenrekening.

De advocaat maakt gelden die hij ontvangt met het oog op doorbetaling aan een andere advocaat, uitsluitend over door ze over te schrijven op de derdenrekening die de andere advocaat hem meedeelt.

Art. 134

De advocaat maakt de derdengelden zo spoedig mogelijk over aan hun bestemmeling. Hij vermeldt daarbij gegevens die de identificatie van het dossier mogelijk maakt.

Hij kan de gelden die bestemd zijn voor zijn cliënt, via overschrijving op zijn zichtrekening geheel of gedeeltelijk behouden als voorschot, ereloon of terugbetaling van kosten, na zijn cliënt daarvan schriftelijk op de hoogte te hebben gebracht. Die gelden mogen dan niet op de derdenrekening blijven.

Als de advocaat om redenen onafhankelijk van zijn wil, derdengelden niet spoedig aan de bestemmeling kan of mag overmaken, schrijft hij die gelden over op een rubriekrekening, waarvan de netto-rente aan de bestemmeling toekomt.

Art. 135

De stafhouder oefent toezicht uit op het correct gebruik van de derdenrekening.

Hij kan alle bewarende maatregelen nemen, inclusief een tijdelijk verbod opleggen om derdengelden te verhandelen.

Als een derde wordt aangesteld over de persoon of het vermogen van de advocaat of als de advocaat zijn beroep niet kan uitoefenen, kan de stafhouder hem het beheer van zijn derdenrekeningen voor de duur ervan ontnemen.

Indien de advocaat weggelaten wordt om een andere reden dan overgang naar een andere balie of indien hij geschrapt wordt, moet hij bewijs leveren dat zijn derdenrekeningen afgesloten zijn, of een advocaat aanwijzen die het beheer ervan overneemt. Als hij dat niet doet, kan de stafhouder een advocaat aanwijzen die dat beheer overneemt.

Onderafdeling III.2.9.3 Rapportering

Art. 136

[De advocaat, of de associatie of groepering die de derdenrekeningen beheert, rapporteert jaarlijks, uiterlijk op 28 februari, minstens het volgende aan de stafhouder:

  • een overzicht van alle derdenrekeningen, rubriekrekeningen inbegrepen;
  • een overzicht van alle derdenrekeningen, rubriekrekeningen inbegrepen, die het voorbije jaar geopend en/of afgesloten zijn;
  • het saldo van elke derdenrekening op 31 december;
  • een opsplitsing van de voormelde saldi per dossier;
  • de gedurende het jaar verrichte contante opnames of uitgeschreven cheques, met vermelding van datum, bedrag en dossier;
  • de bedragen die gedurende meer dan twee maanden op de derdenrekening zijn gebleven, voor zover het, per dossier of per cliënt, gaat om een bedrag van méér dan € 2.500,00.

Gelden die worden aangehouden ten titel van zekerheid in het kader van een concreet dossier op een rubriekrekening geopend op naam van twee of meer advocaten die geen deel uitmaken van dezelfde associatie of groepering, moeten niet worden vervat in de rapportering.

Indien de rapportering gebeurt door een associatie of groepering, zal de verantwoordelijke die door de associatie of groepering wordt aangeduid voor de rapportering, samen met de rapportering ook een lijst overmaken van de advocaten waarvoor die rapportering geldt. Een gebeurlijke niet-rapportering of verkeerde rapportering door de verantwoordelijke van de associatie of de groepering wordt toegerekend aan alle leden van de associatie of groepering die hem hebben aangesteld.

De rapportering door de associatie of groepering ontslaat de individuele advocaten niet van de verplichting om zelf een rapportering te doen voor de derdenrekeningen die zij individueel aanhouden buiten het kader van de associatie of groepering.]

Onderafdeling III.2.9.4 Controle

[Onderafdeling III.2.9.4.1 Controle – algemene bepalingen]

Art. 137

De stafhouder voert de controle uit op de derdenrekeningen van de advocaat of de associatie of groepering.

Indien de advocaat de bepalingen van de artikelen 131 en/of 136 van deze afdeling niet naleeft, voert de stafhouder sowieso controle uit.

Onverminderd het recht van elke balie te bepalen of de controle al dan niet bij lottrekking gebeurt, voert de stafhouder jaarlijks controle uit bij [een aantal van de leden van zijn balie dat representatief is in verhouding tot de omvang van de balie en minstens 2,5% van de derdenrekeningen].

Art. 138

[Binnen de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone wordt een controlecel opgericht. De samenstelling, werking en bevoegdheden van die controlecel worden door de raad van bestuur van de Orde van Vlaamse Balies en Ordre des barreaux francophones et germanophone vastgesteld.

De beide Ordes kunnen ook een gezamenlijke controle-entiteit oprichten die belast wordt met een automatische geïnformatiseerde controle van alle verrichtingen op de derdenrekeningen op basis van de jaarlijkse door de erkende financiële instellingen toe te leveren gegevens. Die gezamenlijke controle-entiteit geeft eventuele indicaties van onregelmatigheden door aan de stafhouder of stafhouders die bevoegd zijn voor de advocaten die de betrokken rekening als derdenrekening aanwenden. De bevoegde stafhouders kunnen op basis van die informatie beslissen om een verdere controle uit te voeren.]

[Onderafdeling III.2.9.4.2 Controle – Controlecel (OVB)]

[Art. 138bis]

Elke raad van de Orde draagt minstens één en hoogstens vijf advocaten voor als lid van die cel. De algemene vergadering neemt kennis van de voordrachten en bevestigt de samenstelling van de controlecel. De leden van de controlecel worden voor drie jaar benoemd. Hun mandaat is onbeperkt verlengbaar.

De algemene vergadering kiest uit de leden van de controlecel een voorzitter en twee bijzitters die per dossier de werkende leden van de controlecel aanwijzen. Hun mandaat is eenmaal verlengbaar.

De controlecel stelt haar eigen reglement van werking op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de algemene vergadering.]

Art. 139

Enkel de stafhouder is bevoegd een beroep te doen op de controlecel. Hij kan aan de cel de controle toevertrouwen maar kan haar te allen tijde ontheffen van haar taak.

De stafhouder of de controlecel kan zich laten bijstaan door een externe adviseur.

De controlecel heeft louter een controlebevoegdheid, waarbij zij uitsluitend rapporteert aan de stafhouder.

De kosten van de controlecel vallen in principe ten laste van de balie waarvan de stafhouder de controle heeft gevraagd.

Indien de stafhouder of de controlecel onregelmatigheden vaststelt bij de gecontroleerde advocaat, kunnen de kosten op hem verhaald worden.

Art. 140

De stafhouder kan de bevoegdheid die hem wordt verleend op grond van deze afdeling, delegeren aan een lid of gewezen lid van de raad van de Orde.

Bij toepassing van artikel 458, § 2 en 3 Ger.W. heeft de voorzitter van de tuchtraad dezelfde bevoegdheden als die die deze afdeling aan de stafhouder toekent.

[Onderafdeling III.2.9.5 Leden van buitenlandse balies gevestigd in België en leden van Belgische balies gevestigd in het buitenland

Art. 140bis

Leden van buitenlandse balies gevestigd in België die in hun land van herkomst beschikken over een derdenrekening, die onder de controle valt van de tuchtoverheid in het land van herkomst, kunnen, op verzoek, door de stafhouder worden vrijgesteld van de verplichting om ook in België een derdenrekening aan te houden. Zij verbinden zich ertoe om de rapportering in hun land van herkomst, zo die is voorzien, op eerste verzoek aan de stafhouder over te maken. De stafhouder kan verder alle inlichtingen aangaande die derdenrekening opvragen bij de tuchtoverheid van het land van herkomst. De betrokken advocaat verleent daartoe een onherroepelijke toelating.

Art. 140ter

Leden van Belgische balies gevestigd in het buitenland die in hun land van vestiging beschikken over een derdenrekening, die onder de controle valt van de tuchtoverheid in het land van vestiging, kunnen, op verzoek, door de stafhouder worden vrijgesteld van de verplichting om ook in België een derdenrekening aan te houden. Zij verbinden zich ertoe om de rapportering in hun land van vestiging, zo die is voorzien, op eerste verzoek aan de stafhouder over te maken. De stafhouder kan verder alle inlichtingen aangaande die derdenrekening opvragen bij de tuchtoverheid van het land van vestiging. De betrokken advocaat verleent daartoe een onherroepelijke toelating.]

Afdeling 10 - Procedures voor bijzondere rechts­col­le­ges

Art. 141

In alle administratieve, sociale en fiscale procedures en procedures voor administratieve en constitutionele rechtscolleges worden overtuigingsstukken en procedurestukken op eerste verzoek overgemaakt, hetzij materieel, hetzij elektronisch.

Indien er een werkelijk en aantoonbaar probleem is om bepaalde stukken over te maken, wordt de advocaat hiervan onmiddellijk ingelicht en wordt hem meegedeeld hoe hij daarvan op korte termijn dan wel kennis kan nemen.

Afdeling 11 - Statuut van de advocaat

Art. 142

De advocaat oefent zijn beroep als zelfstandige uit, met uitsluiting van iedere band van ondergeschiktheid.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Dominique Dombret

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Podcast
vrijdag 29 maart 2024

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens
donderdag 25 januari 2024

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht
donderdag 11 januari 2024

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie
woensdag 15 november 2023

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie
donderdag 12 oktober 2023

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht
donderdag 24 augustus 2023

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht
donderdag 20 juli 2023

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie
vrijdag 09 juni 2023

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen
Deontologie
donderdag 08 juni 2023

Individueel e-mailadres wordt verplicht

Advocaten moeten voortaan bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen