Deontologie-advies Advies 251
Vertrouwelijkheid van briefwisseling
Auteur
Dominique Dombret

Auteur
Merve Köse

Vraag
Mr. X was de raadsman van een man van Belgische nationaliteit, die gehuwd was met een Taiwanese vrouw. Hij werd geconsulteerd in het kader van echtelijke moeilijkheden. De echtgenote verbleef nog steeds in Taiwan en liet zich bijstaan door een Brussels advocaat.
Mr. X heeft via vertrouwelijke briefwisseling onderhandeld met de Brusselse advocaat. De pogingen om te scheiden met onderlinge toestemming zijn niet gelukt. De partijen zijn nu betrokken in een echtscheidingsprocedure in Taiwan.
Blijkbaar heeft mr. X de vertrouwelijke briefwisseling met de raadsman van de tegenpartij overgemaakt aan zijn cliënt. Deze zou deze briefwisseling hebben overhandigd aan zijn Taiwanese advocaat, die deze briefwisseling in de procedure wenst te gebruiken om aan te tonen dat er destijds in België voorstellen werden gedaan.
De cliënt van mr. X stelt dat in Taiwan de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten niet geldt en is daarom van oordeel dat zijn advocaat deze brieven mag gebruiken.
Mr. X vraag of hij zijn cliënt mag aanschrijven met volgende mededelingen:
- er is inderdaad vertrouwelijke briefwisseling gevoerd tussen de advocaten in België;
- de inhoud van deze vertrouwelijke briefwisseling;
- het feit dat er nooit een akkoord gesloten werd tussen de partijen omtrent een EOT.
Daarbij zou mr. X melden dat in België deze briefwisseling strikt vertrouwelijk is en niet kan worden gebruikt.
Advies
De principes inzake vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten in België zijn duidelijk verwoord in het nog steeds geldende reglement van de Nationale Orde van Advocaten betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten.
Als algemene regel geldt dat de briefwisseling tussen advocaten vertrouwelijk is. Het reglement vermeldt een aantal uitzonderingen op deze algemene regel, maar geen enkel van deze uitzonderingen is hier aan de orde, hetgeen mr. X blijkens de inhoud van zijn brief ook volkomen beseft.
De vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten houdt onder meer in dat deze briefwisseling niet mag worden meegedeeld aan derden, ook niet aan de eigen cliënt. Blijkbaar heeft mr. X dit in casu wel gedaan, hetgeen te betreuren is.
Het feit dat er thans een procedure wordt gevoerd in Taiwan, waar andere regels zouden bestaan met betrekking tot de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten, verandert niets aan het vertrouwelijk karakter van de briefwisseling die mr. X gevoerd heeft met zijn Brusselse confrater.
Het enige wat mr. X officieel zou kunnen meedelen is de bevestiging van het feit dat er in België onderhandelingen werden gevoerd omtrent een EOT, noch min noch meer.
Mr. X dient zijn cliënt mijns inziens aan te schrijven met volgende mededelingen:
- dat de briefwisseling tussen hemzelf en zijn Brusselse confrater, die hij eerder zou hebben overgemaakt aan zijn cliënt, strikt vertrouwelijk is en dat zijn cliënt het strikt vertrouwelijk karakter ervan dient te bewaren;
- dat hij zijn cliënt dienvolgens verbiedt om deze vertrouwelijke briefwisseling over te maken aan derden, daarin begrepen zijn Taiwanese advocaat.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie