Ga verder naar de inhoud

Klok­ken­lui­ders moeten rekening houden met het be­roeps­ge­heim van de advocaat

vrijdag 08 november 2024

Het Grondwettelijk Hof heeft opnieuw zijn gunstige rechtspraak over het beroepsgeheim van de advocaat bevestigd, ditmaal in het kader van ons vernietigingsberoep tegen de klokkenluiders-wetten voor de private en de publieke sector. Zo mogen klokkenluiders, of het nu advocaten zijn of personen die buiten de relatie tussen advocaat en cliënt staan, zoals werknemers van een advocatenkantoor of externe consulenten, geen informatie over inbreuken op regelgeving intern binnen de organisatie of extern bij een toezichtautoriteit melden, of openbaar maken via de (sociale) media, als die informatie gedekt is door het beroepsgeheim van de advocaat.

Ben Claes

Jurist studiedienst
Ben Claes

Deel dit artikel

Klok­ken­lui­ders­wet­ten in een notendop

In 2019 vaardigde de Europese wetgever richtlijn 2019/1937 uit, gekend als de ‘Klokkenluidersrichtlijn’, die tot doel heeft om personen die inbreuken melden op Unierecht binnen elke lidstaat een minimaal, doch hoog beschermingsniveau te garanderen. De richtlijn werd in België op federaal niveau omgezet door de wet van 28 november 2022 (private sector) en de wet van 8 december 2022 (publieke sector).

De klokkenluiderswetten bieden een kader waarbinnen personen wantoestanden aan de kaak kunnen stellen zonder daarvoor afgestraft te worden. 

Zo laat de wet voor de private sector personen toe om informatie over inbreuken op specifieke regelgeving, die ze in een werkgerelateerde context (en soms daarbuiten) hebben verkregen, intern binnen de organisatie waar ze werkzaam zijn of extern bij een toezichtautoriteit te melden, of onder strikte voorwaarden openbaar te maken via de (sociale) media. 

Als die personen op het moment van de melding ervanuit mochten gaan dat de informatie juist was en binnen het toepassingsgebied van de wet viel, én de meldingsprocedure correct hebben gevolgd, dan genieten zij het statuut van klokkenluider. 

Dat houdt in dat zij en hun naaste omgeving voortaan door de Federale Ombudsman beschermd worden tegen wraakacties als gevolg van de melding, en ondersteuning (bv. financiële ondersteuning) kunnen krijgen van het Federaal Mensenrechteninstituut.

Be­roeps­ge­heim van de advocaat

Toch kan iemand niet eender welke informatie over inbreuken melden om onder het toepassingsgebied van de wet te vallen en dus bescherming als klokkenluider te genieten. Ter omzetting van artikel 3, § 3, b) van de richtlijn, dat bepaalt dat geen afbreuk wordt gedaan aan de toepassing van Unie- of nationaal recht in verband met “de bescherming van het beroepsgeheim van de advocaat”, sluiten artikel 5, § 1, 3° van de wet van 28 november 2022 en artikel 4, § 1, 2° van de wet van 8 december 2022 informatie over inbreuken die gedekt is door het beroepsgeheim van de advocaat uit van het toepassingsgebied van de klokkenluiderswetten.

De OVB zag twee gebreken in die wetsartikelen.

Aan de ene kant heeft de federale wetgever er voor gekozen om het beroepsgeheim van de advocaat in die artikelen te omschrijven en zich daarvoor te baseren op de definitie in het arrest van het Hof van Justitie van 26 juni 2007, nr. C-305/05, Ordre des barreaux francophones et germanophone en anderen tegen Conseil des ministres. Volgens de vermelde artikelen is de wet namelijk niet van toepassing op:

"[...] informatie en inlichtingen die advocaten ontvangen van hun cliënten of verkrijgen over hun cliënten, op voorwaarde dat zij, hetzij in gerechtelijke procedures of met betrekking tot dergelijke procedures, hetzij in het kader van adviesverlening over de wijze van het starten of het vermijden van een dergelijke procedure, de juridische situatie van deze cliënt beoordelen of hun opdracht van verdediging of vertegenwoordiging van deze cliënt uitoefenen."

Die omschrijving doet echter geen recht aan de ontwikkelingen die zich sindsdien hebben voorgedaan in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (GwH 23 januari 2008, nr. 10/2008; GwH 24 september 2020, nr. 114/2020; GwH 17 december 2020, nr. 167/2020; GwH 11 maart 2021, nrs. 45-46/2021; GwH 15 september 2022, nr. 103/2022; GwH 20 juli 2023, nr. 111/2023; GwH 11 januari 2024, nrs. 1-4/2024), het Hof van Justitie (HvJ 8 december 2022, nr. C-694/20; HvJ 29 juli 2024, nr. C-623/22; HvJ 26 september 2024, nr. C‑432/23) en het Europees Hof van voor de Rechten van de Mens (EHRM 9 april 2019, 11236/09, Altay t. Turkije (n° 2)), die beklemtoont dat ook juridisch advies, zelfs buiten elk rechtsgeding, door het beroepsgeheim van de advocaat gedekt is en versterkte bescherming geniet onder artikel 8 EVRM en artikel 7 van het Handvest.

Aan de andere kant leek uit de memorie van toelichting bij die bepalingen voort te vloeien dat alleen de advocaat gebonden was door dat te eng gedefinieerde beroepsgeheim:

“Het is van belang te benadrukken dat het wetsontwerp voor advocaten […], geen nieuwe toestemming tot spreken inhoudt zoals bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek. De Richtlijn doet immers op geen enkele wijze afbreuk aan de bescherming van de vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaat en cliënt (“beroepsgeheim van de advocaat”) […] (overweging nr. 26 van de Richtlijn). Hieruit volgt dat een advocaat […] niet op basis van de Richtlijn feiten zou kunnen melden die hem in zijn hoedanigheid van houder van het beroepsgeheim zijn toevertrouwd. Feiten die ze persoonlijk vernemen op de werkplaats uit hoofde van hun beroep mogen ze wel melden.” (Parl.St. Kamer, 2022-2023, nr. 2912/001, 46)

Uiteraard is het uit den boze dat een advocaat die geraadpleegd wordt door een cliënt die een inbreuk heeft begaan op bv. de milieubeschermingsregels, zijn cliënt aan de galg praat door die inbreuk nadien te melden aan de bevoegde autoriteit. Uit de draagwijdte die de memorie van toelichting geeft aan het beroepsgeheim van de advocaat, lijkt daarentegen voort te vloeien dat het voor een administratief medewerker van diezelfde advocaat, of zelfs een externe IT-consulent die op het kantoor werkzaam is, en die toevallig zijn gestoten op vertrouwelijke uitwisselingen tussen de advocaat en de cliënt over die milieu-inbreuk, wel mogelijk is om informatie over die inbreuk aan de bevoegde autoriteit te bezorgen. Nochtans is die informatie nog altijd gedekt door het beroepsgeheim van de advocaat. Mocht die lezing kloppen, dan komt dat volgens ons neer op een uitholling van het beroepsgeheim.

Om die redenen dienden we in 2023 een vernietigingsberoep in bij het Grondwettelijk Hof tegen artikel 5, § 1, 3° van de wet van 28 november 2022 en artikel 4, § 1, 2° van de wet van 8 december 2022.

De klokkenluidersrichtlijn werd ook omgezet door de gemeenschappen en de gewesten, maar in die omzettingsnormen werd het beroepsgeheim van de advocaat niet omschreven.

Grond­wet­te­lijk Hof

Hoewel het Grondwettelijk Hof niet overgaat tot de vernietiging van artikel 5, § 1, 3° van de wet van 28 november 2022 en artikel 4, § 1, 2° van de wet van 8 december 2022, geeft het wel een ruime grondwetsconforme interpretatie aan die bepalingen.

Na zijn eerdere gunstige rechtspraak over het beroepsgeheim van de advocaat in herinnering te hebben gebracht, bevestigt het Hof dat niet alleen de gegevens die een advocaat verneemt tijdens de uitoefening van de wezenlijke activiteiten van zijn beroep, namelijk het bijstaan en het verdedigen in rechte van de cliënt, maar ook juridisch advies, zelfs buiten elk rechtsgeding, door het beroepsgeheim gedekt blijven en niet het voorwerp kunnen uitmaken van een melding als klokkenluider. Alleen wanneer de advocaat een activiteit uitoefent buiten zijn specifieke opdracht van verdediging of vertegenwoordiging in rechte en het verlenen van juridisch advies (wat slechts zelden zal voorkomen) kan hij gebruik maken van zijn spreekrecht om inbreuken op het Unierecht te melden. Hij is daartoe in elk geval niet verplicht.

Verder oordeelt het Hof dat een persoon die buiten de relatie tussen de advocaat en zijn cliënt staat, zelfs als hij zelf een advocaat is of een werknemer van die advocaat, geen informatie met betrekking tot die cliënt mag melden. Een klokkenluider moet dus rekening houden met het beroepsgeheim van de advocaat, ook is hij zelf geen drager van dat beroepsgeheim, anders dreigt hij niet beschermd te zijn onder de klokkenluiderswetten.

Tot slot meent het Hof dat een filterfunctie voor de stafhouder niet noodzakelijk is voor meldingen die van advocaten uitgaan. Dat is alleen het geval als er sprake zou zijn van een meldingsplicht die een schending zou kunnen inhouden van het beroepsgeheim, maar zoals gezegd is er slechts sprake van een spreekrecht én informatie die gedekt is door het beroepsgeheim valt buiten het toepassingsgebied van de klokkenluiderswetten. Het komt volgens het Hof advocaten zelf toe om niet tot melding over te gaan wanneer zij twijfels hebben of een melding onder het beroepsgeheim zou vallen.

Meer arresten over het beroepsgeheim

Deontologie Fiscaal recht Beroepsgeheim

Beroepsgeheim mag niet volledig worden uitgesloten in fiscale zaken

Het Hof van Justitie heeft zich opnieuw uitgesproken over het beroepsgeheim van de advocaat. In zijn arrest van 26 september 2024 herhaalt het Hof zijn recente rechtspraak en oordeelt dat het juridisch advies van een advocaat, ongeacht het rechtsdomein, valt onder het beroepsgeheim.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht Beroepsgeheim

Hof van Justitie bevestigt bijzondere positie van beroepsgeheim advocaat

Het Europees Hof van Justitie heeft op 29 juli 2024 maar liefst vijf prejudiciële vragen van het Grondwettelijk Hof beantwoord in verband met de DAC6-richtlijn. Van belang voor de advocatuur is dat Hof onder meer verduidelijkte dat het beroepsgeheim van de advocaat een zeer specifieke bescherming geniet wegens diens bijzondere positie binnen de rechterlijke organisatie en diens fundamentele taak die bestaat uit juridische advisering en verdediging in rechte van cliënten.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen

Ook interessant

Tucht
maandag 04 november 2024

Stel u kandidaat voor het College van Toezicht als extern lid

Heeft u interesse in de deontologie en het tuchtrecht van de advocatuur? Stel u dan kandidaat om als niet-advocaat deel uit te maken van het College van Toezicht.

Meer lezen
Tucht
vrijdag 25 oktober 2024

Tuchtraden opnieuw sa­men­ge­steld voor 24-27

De tuchtraden en de tuchtraad van beroep werden opnieuw samengesteld voor de komende drie gerechtelijke jaren 2024 – 2027.

Meer lezen