Verbod op eenzijdig contact tussen advocaat en personen in een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie
De algemene vergadering heeft op 18 december 2024 een wijziging van artikel 100 CDA goedgekeurd. Het nieuwe artikel verduidelijkt dat het verbod op eenzijdig contact van een advocaat met personen in een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie niet alleen geldt bij eigen initiatief, maar ook bij contact vanuit deze personen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks. Daarnaast voorziet het artikel een uitzondering wanneer de procedure op tegenspraak dit expliciet toestaat, zoals bij specifieke wettelijke bepalingen.
Het huidige artikel 100 CDA luidt als volgt:
In procedures op tegenspraak neemt de advocaat nooit eenzijdig contact op met de rechter, de arbiter of de deskundige. De brieven, documenten, stukken of conclusies die hij hen bezorgt, maakt hij gelijktijdig over aan de tegenstrever of aan de tegenpartij die geen advocaat heeft.
Het gestemde artikel 100 CDA luidt als volgt:
“De advocaat heeft in de procedure op tegenspraak nooit rechtstreeks of onrechtstreeks eenzijdig contact met de persoon die een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie heeft in deze procedure, tenzij de procedure op tegenspraak dit uitdrukkelijk toelaat. De brieven, documenten, stukken of conclusies die hij hen bezorgt, maakt hij gelijktijdig over aan de tegenstrever of aan de tegenpartij die geen advocaat heeft.”
Enerzijds wordt hiermee het woord “neemt” vervangen door het woord “heeft”. Dit verduidelijkt dat het verbod op eenzijdig contact voortaan niet alleen geldt indien het initiatief daartoe uitgaat van de betrokken advocaat, maar ook wanneer deze gecontacteerd wordt door de persoon die een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie heeft in deze procedure.
Daarnaast wordt benadrukt dat het eenzijdig contact noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks mag plaatsvinden. Op die manier wordt voorkomen dat de advocaat ook niet via een een tussenpersoon, via de cliënt of op een andere wijze eenzijdig contact neemt of heeft.
Tot slot wordt een uitzondering ingevoerd voor de gevallen wanneer de procedure op tegenspraak dit uitdrukkelijk toelaat, bijvoorbeeld omdat het wettelijk zo geregeld is. Zo creëert onder meer het nieuwe artikel 734/4, § 1, tweede lid Ger.W. de mogelijkheid voor de rechter om - met instemming van de partijen - met elk van de partijen (in een procedure die nochtans op tegenspraak verloopt) aparte gesprekken te voeren. Dit was ook reeds het geval bij de procedure inzake bewindvoering (art. 1245 Ger.W.).
Dit reglement treedt meteen in werking op dezelfde dag als de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
Ook interessant
Stel u kandidaat voor het College van Toezicht
Heeft u interesse in de deontologie en het tuchtrecht van de advocatuur? Stel u dan kandidaat om deel uit te maken van het College van Toezicht.
Voortaan jaarlijks twee verplichte vormingspunten: één in deontologie, één in witwaspreventie
Sinds 2 oktober 2025 geldt een nieuwe verplichting voor elke advocaat: jaarlijks minstens één vormingspunt behalen in deontologie én één in witwaspreventie.