Ga verder naar de inhoud

Minister belooft ge­deel­te­lij­ke betaling pro-Deover­goe­din­gen vóór zomerreces

vrijdag 25 april 2025

Na eerdere bezorgdheid over een dreigende niet-betaling van de pro-Deovergoedingen in mei, heeft de minister van Justitie op 17 april 2025 gereageerd op de oproep van de OVB, Avocats.be en de Bureaus voor Juridische Bijstand. In het licht van het actualiteitsdebat in de Kamercommissie Justitie op 23 april lichten we de situatie graag verder toe.

Auteur

Nina Van Cauwenberge

Coördinator communicatie
Nina Van Cauwenberge

Deel dit artikel

Tijdens een overleg op 9 april 2025 had de FOD Justitie aangegeven dat de betaling van de pro-Deogelden ernstig in het gedrang kwam. Door het uitblijven van een goedgekeurde federale begroting voor 2025, werkt de overheid voorlopig met het systeem van de voorlopige twaalfden. Daardoor is er voor de eerste helft van 2025 slechts 100 miljoen euro beschikbaar voor de tweedelijnsbijstand, terwijl ongeveer 150 miljoen euro nodig is voor een volgende uitbetaling.

Antwoord van de minister

In haar antwoordbrief erkent de minister de inzet van de advocatuur en meldt zij dat de administratie de verwerking van de stavingstukken inmiddels heeft afgerond. Een eerste schijf van 101 miljoen euro zal vóór het zomerreces worden uitbetaald aan advocaten die pro-Deowerk verrichtten. 

De werkingskosten van de Bureaus voor Juridische Bijstand zullen samen met het resterende saldo in een tweede fase worden uitbetaald, naar verwachting eind augustus of begin september.

Toch stellen zowel wij als Avocats.be ons vragen bij die aanpak. We protesteren tegen het uitstel van het volledige bedrag en dringen aan op een gedeeltelijke betaling al in mei, om zo de financiële ademruimte van advocaten niet verder onder druk te zetten.

De inzet van duizenden advocaten in het kader van de tweedelijnsbijstand verdient niet alleen erkenning, maar ook een stipte en volledige vergoeding. We aanvaarden dat een gedeeltelijke betaling voorlopig noodzakelijk kan zijn, maar dit mag geen precedent worden.
— Marnix Moerman, bestuurder rechtshulp

23 april 2025 Ac­tu­a­li­teits­de­bat in de Ka­mer­com­mis­sie Justitie

Op 23 april werd de minister van Justitie in het parlement bevraagd tijdens een actualiteitsdebat over de uitbetaling van de pro-Deogelden. De vragen kwamen van Khalil Aouasti (PS), Marijke Dillen (VB), Kristien Van Vaerenbergh (N-VA), Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen) en Julien Ribaudo (PVDA-PTB).

De vragenstellers waren duidelijk op de hoogte van de inhoud van de briefwisseling van OVB en de acht voorzitters van de Vlaamse Bureaus voor Juridische Bijstand. De gestelde vragen en de aandacht voor het thema in het parlement bevestigen de maatschappelijk waarde van de rechtshulp in het algemeen en de tweedelijnsbijstand in bijzonder. Het bevordert het besef dat de overheid moet waken over haar geloofwaardigheid en betrouwbaarheid bij de organisatie van deze tweedelijnsbijstand.

De minister herhaalde haar engagement om samen met de communautaire Ordes werk te maken van structurele verbeteringen:

"We vatten spoedig de verdere reflectie over de hervorming aan omdat, ten eerste, het recente systeem van tweede jaarlijkse betaling van advocatenvergoedingen technische verduidelijking behoeft en, ten tweede, de Rekenhof meer garanties eist over de controle van de te betalen vergoedingen. We zullen die gelegenheid aangrijpen om te proberen het systeem op grotere schaal te verbeteren. Dat moet gebeuren in samenwerking met de Ordes. In dit stadium is het nog niet mogelijk om te bepalen hoe dit werk zal worden uitgevoerd."

Wat de gewenste kwaliteitsgaranties betreft, kunnen we dankzij de gezamenlijke inspanningen met de lokale Ordes, stafhouders en Bureaus voor Juridische Bijstand een klinkend rapport voorleggen. Dat sterkt ons in de vraag naar een duidelijke betalingsverbintenis van de overheid.

Bevestiging van de ge­ïn­dexeer­de waarde van het punt

De waarde van het punt staat evenwel los van bovenstaande problematiek. 

De geïndexeerde waarde van het intellectueel punt voor de dossiers die worden uitbetaald in 2025 bedraagt 97,37 euro. De waarde van het verplaatsingspunt bedraagt 50 euro.

We blijven aandringen op een structurele oplossing voor de financiering en betaling van pro-Deovergoedingen en verwacht van de minister een duidelijk engagement op lange termijn. De minister heeft toegezegd ons nauwgezet op de hoogte te houden van verdere ontwikkelingen.

Ook interessant

Tweedelijnsbijstand
vrijdag 25 april 2025

Kijk uw rekeningnummer tweedelijnsbijstand na

Hebt u dossiers in de BJB-module op de status ‘Audit – voor uitbetaling” staan, dan mag u in 2025 een uitbetaling verwachten. Kijk dan dringend uw rekeningnummer tweedelijnsbijstand (standaard) na.

Meer lezen
Geld & factuur
Tweedelijnsbijstand
dinsdag 22 april 2025

Kijk uw gegevens fiscale fiche na

Hebt u vorig jaar, in 2024, een vergoeding in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand ontvangen? Kijk dan uw fiscale gegevens na.

Meer lezen