Nieuw wetsontwerp streeft naar taalevenwicht in Brusselse justitiële organen
Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
Standpunt verplichte vermelding rijksregister- of ondernemingsnummer
Sofie Verherstraeten
De wet van 14 oktober 2018 verhoogt niet alleen de griffierechten vanaf 1 februari 2019, maar legt ook de verplichting op om het rijksregisternummer (in geval van natuurlijke personen) of het ondernemingsnummer (in geval van rechtspersonen) te vermelden in dagvaardingen, vonnissen en verzoekschriften op straffe van nietigheid.
De wet van 14 oktober 2018 verhoogt niet alleen de griffierechten vanaf 1 februari 2019, maar legt ook de verplichting op om het rijksregisternummer (in geval van natuurlijke personen) of het ondernemingsnummer (in geval van rechtspersonen) te vermelden in dagvaardingen, vonnissen en verzoekschriften op straffe van nietigheid.
Verplichte vermelding rijksregisternummer of ondernemingsnummer
De verplichte vermelding van het rijksregisternummer voor natuurlijke personen of het ondernemingsnummer voor rechtspersonen vloeit voort uit de artikelen 11 tot en met 27 van de wet van 14 oktober 2018 tot hervorming van de griffierechten (BS 20 december 2018). Die artikelen wijzigen heel wat artikelen van het Gerechtelijk Wetboek en zijn net zoals de rest van de wet (met uitzondering van artikelen 19b en 19c) in werking getreden op 1 februari 2019.
Concreet moeten het rijksregisternummer of het ondernemingsnummer voortaan worden vermeld in:
- exploten van dagvaardingen (art. 702 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 11 wet griffierechten)
- vonnissen (art. 780 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 14 wet griffierechten)
- akten tot hervatting van het geding (art. 816 Ger. W. zoals gewijzigd door artikel 15 wet griffierechten)
- eenzijdige verzoekschriften (art. 1026 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 16 wet griffierechten)
- verzoekschriften op tegenspraak (art. 1034ter Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 17 wet griffierechten)
- akten van hoger beroep (art. 1057 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 19 wet griffierechten)
- verzoekschriften op grond van artikelen 112, 118, 126 en 127 BW (art. 1226 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 20 wet griffierechten)
- verzoekschriften betalingsfaciliteiten consumentenkrediet (art. 1337ter Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 21 wet griffierechten)
- verzoekschrift vordering summiere rechtspleging (art. 1340 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 22 wet griffierechten)
- verzoekschrift verzet summiere rechtspleging (art. 1343 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 23 wet griffierechten)
- verzoekschrift huur (art. 1344bis Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 24 wet griffierechten)
- verzoekschrift uithuiszetting (art. 1344octies Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 25 wet griffierechten)
- verzoekschrift collectieve schuldenregeling (art. 1675/4 Ger.W. zoals gewijzigd door artikel 27 wet griffierechten)
Gevolg nieuwe inning griffierechten
De verplichte vermelding van rijksregisternummer of ondernemingsnummer houdt concreet verband met de nieuwe procedure voor de inning van de rolrechten, die voortaan door de FOD Financiën gebeurt na het vonnis of arrest. Zoals in artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 28 januari 2019 (BS 31 januari 2019) kan worden gelezen moet de FOD Justitie aan de FOD Financiën een lijst met gegevens bezorgen, waaronder: “5° de identificatie van de belastingschuldigen met vermelding van, indien beschikbaar, hun nationaal nummer, of bij gebrek daarvan hun identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid wanneer het natuurlijke personen betreft of hun identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen wanneer het rechtspersonen betreft”.
Enkel voor zaken ingeleid vanaf 1 februari 2019
De verplichte vermelding van rijksregisternummer of ondernemingsnummer is alleen nodig voor de zaken die vanaf 1 februari 2019 worden ingeleid. Voor de zaken die reeds in beraad zijn is dat niet aan de orde, omdat de griffierechten voor die zaken nog volgens de oude procedure vooraf werden geïnd.
Sanctie bij niet-vermelding
Behalve in artikels 1337ter Ger.W., 1340 Ger.W. en 1675/4 Ger.W. legt de wet griffierechten die verplichting op straffe van nietigheid op.