Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
Voorzitter op vrijdag: "Diep vanbinnen gaat het om meer dan de staat van het gerechtsgebouw"
Standpunt bemiddeling en collaboratieve onderhandelingen
Sofie Verherstraeten
De OVB werd uitgenodigd om haar standpunt toe te lichten op de hoorzitting van de Kamercommissie Justitie van 6 maart 2018 over het wetsontwerp van 5 februari 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en houdende wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.
Het standpunt van de OVB beperkt zich tot de bepalingen over de alternatieve vormen van geschillenoplossing uit het wetsontwerp.
Het standpunt van de OVB omvat, naast inleidende beschouwingen, een artikelsgewijze bespreking van de relevante bepalingen uit het wetsontwerp van 5 februari 2018 met betrekking tot bemiddeling en collaboratieve onderhandelingen.
De belangrijkste punten worden hieronder kort uiteengezet.
Algemene opmerkingen
- De OVB verwelkomt initiatieven met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.
- De OVB stelt zich evenwel op het standpunt dat vrijwilligheid in hoofde van de partijen bij het aangaan of verderzetten van een alternatieve vorm van geschillenoplossing, essentieel is.
- Een rechterlijke “doorverwijzing/bevel” (met termijnen die praktisch niet werkbaar zijn) naar een alternatieve vorm van geschillenoplossing kan door de partijen opgevat worden als rechtsweigering, of minstens als een belemmering van het recht op toegang tot de rechter.
- Het strookt niet met de essentiële plicht van onafhankelijkheid van de advocaat indien er op hem een verplichting zou rusten om een alternatieve vorm van geschillenoplossing voorop te stellen. Dat is strijdig met het principe van zelfregulering van de advocatuur.
Bemiddeling
- Wat de homologatie van een bemiddeld akkoord betreft, stuurt de OVB aan op de verplichte bijstand door een advocaat of notaris indien het bemiddeld akkoord werd opgesteld door een niet-jurist.
- De OVB verzet zich uitdrukkelijk tegen de ambtshalve aanstelling van een bemiddelaar.
- De OVB acht de geldboete voor “onwettige bemiddeling” (te) hoog. Wel moet ook “onwettige bemiddeling” in het kader van geschillen tussen ondernemingen strafbaar gesteld te worden.
Collaboratieve onderhandeling
- De OVB heeft vragen bij de beperking tot rechtstoegang bij het collaboratief onderhandelen, maar wenst alleszins dat de mogelijkheid blijft om een rechtsgeding in te leiden om vervaltermijnen te schorsen.
- De OVB is er voorstander van om bepaalde kennisgevingen, zelfs tussen collaboratieve advocaten, bij aangetekend schrijven te laten geschieden.
- De terugtrekkingsplicht van de collaboratieve advocaten geldt indien één van de partijen zich terugtrekt uit de collaboratieve onderhandeling of indien de collaboratieve onderhandeling eindigt, zelfs als er een collaboratief onderhandeld akkoord bereikt werd.
- De OVB dringt erop aan dat het collaboratief onderhandeld akkoord gehomologeerd moet kunnen worden, waarbij de procedure overeenkomstig artikel 1733 Ger.W. van toepassing zou kunnen zijn.
Lees het Parlementair Document 54K2919