Deontologie-advies Advies 372
Juridische adviezen van advocatenkantoren worden niet ondertekend door een individuele advocaat - artikelen 2.16 en 2.17 van het reglement betreffende de samenwerkingsverbanden: er moet duidelijk blijken dat het advies uitgaat van advocaten en op het briefpapier moeten ook minstens de namen van de Vlaamse advocaten worden vermeld - een advocaat kan zijn activiteit inbrengen in een vennootschap en is niet langer persoonlijk aansprakelijk - hoewel hieromtrent geen specifieke deontologische regel bestaat, lijkt het toch wenselijk dat een advocaat zelf zijn brieven ondertekent
Auteur
Dominique Dombret

Vraag
U stelt vast dat juridische adviezen afkomstig van bepaalde advocatenkantoren niet worden ondertekend door een individuele advocaat.
U voegt daarbij een antwoord van een advocatenkantoor, dat de vorm aangenomen heeft van een LLP en dat deze handelswijze verantwoordt door te stellen dat alle adviezen uitgaan van de vennootschap en niet van een individuele advocaat en dat adviezen niet mogen getekend worden door een individuele advocaat om te vermijden dat discussie zou kunnen ontstaan over de aansprakelijkheid. Het advocatenkantoor is aansprakelijk voor het advies en niet een individuele advocaat.
U stelt de vraag of vanuit deontologisch oogpunt tegen deze handelswijze bezwaren bestaan.
Advies
Op het niveau van de Vlaamse Balies bestaat geen specifieke reglementering met betrekking tot het briefpapier van de advocaten en de ondertekening van brieven.
Het reglement betreffende de samenwerkingsverbanden tussen advocaten en betreffende eenpersoonsvennootschappen van advocaten bevat twee artikelen die verband houden met het briefpapier van samenwerkingsverbanden:
Artikel 2.16: De documenten van het samenwerkingsverband moeten getrouw zijn aard en vorm vermelden en doen blijken dat ze uitgaan van advocaten.
Artikel 2.17 Op de voor- of achterzijde van het briefpapier van het samenwerkingsverband dat in het Vlaams rechtsgebied wordt aangewend, en in voorkomend geval op zijn website, worden minstens de namen van de advocaten die lid van het samenwerkingsverband zijn en in het Vlaamse rechtsgebied het beroep van advocaat uitoefenen, vermeld. Indien het briefpapier ook de namen van andere leden dan de Vlaamse advocaten van het samenwerkingsverband vermeldt, gebeurt dit telkens met opgave van of verwijzing naar de balie of de beroepsorganisatie van die leden. Indien het samenwerkingsverband naast de leden waarvan de namen op het briefpapier moeten worden vermeld ook nog andere leden telt waarvan de naam niet wordt vermeld, bevat het briefpapier de vermelding dat de namen van de niet-vermelde leden op eerste verzoek aan iedere cliënt of belanghebbende derde zullen worden meegedeeld. Alle leden van een associatie of groepering zijn voor hun activiteit binnen de associatie of groepering verplicht hetzelfde briefpapier te gebruiken.
Voormelde bepalingen geven geen antwoord op uw vraag of een advies uitgaande van een advocatenassociatie moet worden ondertekend door een individuele advocaat.
Op grond van voormelde regels moet in elk geval duidelijk blijken dat het advies uitgaat van advocaten en op het briefpapier moeten ook minstens de namen van de Vlaamse advocaten (dit wil zeggen de advocaten zijn ingeschreven aan één van de Ordes van advocaten ressorterend onder de Orde van Vlaamse Balies) worden vermeld. Een individuele ondertekening door een van de advocaten is niet strikt vereist.
De vroegere deontologische regel dat een advocaat steeds individueel aansprakelijk blijft, desgevallend hoofdelijk met zijn vennootschap, werd door de inwerkingtreding van voormeld reglement opgeheven. Nu wordt dus aanvaard dat een advocaat zijn activiteit kan inbrengen in een vennootschap en dat hij niet langer persoonlijk aansprakelijk is. Ik begrijp dat het advocatenkantoor in kwestie mede daarom de adviezen niet door een individuele advocaat laat ondertekenen om te vermijden dat daarover onduidelijkheid zou bestaan. Dit zou natuurlijk ook kunnen worden opgevangen door een uitdrukkelijke vermelding op het briefpapier.
Hoewel hieromtrent geen specifieke deontologische regel bestaat, lijkt het toch wenselijk dat een advocaat zelf zijn brieven ondertekent. Wanneer daartegen evenwel juridische bezwaren bestaan (in casu wellicht ingegeven vanuit een Engelse vennootschapsstructuur) dan is daar mijns inziens vanuit deontologisch oogpunt geen formeel bezwaar tegen.
Dit alles neemt niet weg dat in de advocaat-cliënt-relatie de cliënt een meer gepersonaliseerde aanpak kan eisen, maar dit houdt geen verband met de deontologie.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie