Standpunt wetsvoorstel snelrechtprocedure
Op 19 maart 2018 verscheen het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering wat de snelrechtprocedure betreft op de website van de Kamer. Samen met het op 21 februari 2018 verschenen wetsvoorstel betreffende de procedure van onmiddellijke verschijning, is dat al het tweede initiatief op korte tijd om het snelrecht terug in te voeren.
Met de voorstellen van 21 februari en 19 maart 2018 wordt een terugkeer van het snelrecht betracht. Die 'snelrecht'-wet van 28 maart 2000 - die er pro memorie hoofdzakelijk kwam naar aanleiding van het EK voetbal - werd immers door een arrest van 28 maart 2002 van het toenmalige Arbitragehof gedeeltelijk vernietigd, waardoor de toepassing van het snelrecht in de praktijk uitdoofde. De voornaamste wijzigingen waarin de wetsvoorstellen voorzien, hebben betrekking op artikel 216quinquies Sv. en artikel 20 Wet op de Voorlopige Hechtenis.
U vindt een analyse met concordantietabel bij de downloads. De OVB uit zich kritisch ten aanzien van de wetsvoorstellen in het licht van de rechten van de verdediging, de belangen van de burgerlijke partijen en, meer in het algemeen, of die wijzigingen ervoor zullen zorgen dat het (potentieel) toekomstige snelrecht de toets van het Grondwettelijk Hof zal doorstaan.