Nieuw wetsontwerp streeft naar taalevenwicht in Brusselse justitiële organen
Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
Standpunt Wijziging wetgeving onbekwaamheid
De OVB werd op 6 november 2018 in de Kamercommissie Justitie gehoord over het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake het burgerlijk recht en tot vereenvoudiging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek betreffende de onbekwaamheid, en van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid (Parl. St. Kamer 2017-18, nr. 54-3303/001).
De OVB verwelkomt de door het wetsontwerp voorgestelde wijzigingen aan de wetgeving inzake de onbekwaamheid. De OVB ondersteunt de meeste wijzigingen, maar signaleert ook een aantal aandachtspunten.
De OVB is van oordeel dat een goed wetsontwerp voorligt, maar meent tegelijkertijd dat de wetgever oog moet hebben voor onder andere de volgende aandachtspunten bij de verdere uitwerking van de tekst:
- De OVB is de mening toegedaan dat de wetgever soms te veel uitgaat van het standpunt dat de bewindvoerder zijn positie misbruikt. Een dergelijk uitgangspunt rechtvaardigt enerzijds dat meer controle op het bewind wordt voorzien, waarvan de OVB voorstander is, maar geeft anderzijds aanleiding tot een (vaak ongegrond) wantrouwen bij de rechtzoekenden ten aanzien van het bewind waardoor de perceptie ervan eerder negatief wordt.
- De OVB is van oordeel dat door de afschaffing van de lijst met gezondheidstoestanden die tot een algemene onbekwaamheid kunnen leiden in termen van vermogensrechtelijke handelingen, meer recht wordt gedaan aan de specifieke situatie waarin de beschermde persoon zich bevindt. In het licht van de doelstelling van de wetgever om de werklast binnen Justitie te verminderen, durft de OVB zich evenwel de vraag te stellen of die maatregel daaraan ten goede komt.
- De OVB is voorstander van de oprichting van een centraal register van bescherming van de personen omwille van de uniformiteit die daardoor wordt teweeggebracht, de transparantie en de informatisering van de procedure. Tegelijkertijd wil zij haar bezorgdheid uiten omtrent de uitwerking van het register waarbij o.a. vragen rijzen omtrent het statuut van de documenten en papieren stukken die werden neergelegd of meegedeeld aan de griffie voor de inwerkingtreding van de wijzigingen, en meer algemeen omtrent de privacy van de betrokken personen. De OVB benadrukt dat daaromtrent een duidelijk uitgewerkte en strenge regelgeving noodzakelijk is.