Ga verder naar de inhoud

Wets­voor­stel aangenomen Nieuwe regels voor vereffening, verdeling en boe­del­be­schrij­ving

dinsdag 27 mei 2025

Vandaag werd het wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de artikelen 572bis, 1184, 1205 e.v. en 1214 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek, evenals artikel 4.101 van het Burgerlijk Wetboek, aangenomen in de Kamercommissie Justitie. 

Het wetsvoorstel beoogt enkele belangrijke aanpassingen aan de regeling van (gerechtelijke) vereffeningen en verdelingen, alsook de boedelbeschrijving. We werkten actief mee aan de totstandkoming ervan, met bijzondere dank aan mr. Pignolet, lid van onze commissie familierecht. We zetten de voornaamste wijzigingen en hun impact op uw praktijk voor u op een rij.

Auteur

Ulrike Cerulus

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Vereffening zonder verdeling voortaan mogelijk

Het wetsvoorstel bepaalt dat de bepalingen over minnelijke en gerechtelijke verdeling (art. 1205 e.v. Ger.W.) ook van toepassing zijn wanneer er geen onverdeeldheid is, aangezien partijen verschillende rechten op dezelfde goederen hebben. In zulke gevallen is een vereffening, en geen verdeling, vereist om hun rechten cijfermatig te berekenen. Die situaties doen zich steeds meer voor sinds de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht.

Voorbeeld: een erflater laat twee kinderen na. Het eerste kind kan aanspraak maken via een algemeen legaat op de eigendom van alle goederen uit de nalatenschap. Het tweede kind heeft daarmee samenhangend enkel recht op zijn reserve in waarde, en dus niet op bepaalde goederen zelf. Het tweede kind heeft zodoende een pecuniaire schuldvordering. Het eerste kind moet hem vergoeden ten belope van die reserve. Er is dus geen onverdeeldheid, maar wel nood aan een vereffening om de vergoeding te kunnen berekenen.

In dat licht wordt ook artikel 4.101 BW aangepast. Schuldeisers van een erfgenaam kunnen zich voortaan verzetten tegen een vereffening, en niet enkel tegen een verdeling, die buiten hun aanwezigheid werd uitgevoerd.

Daarnaast worden de artikelen 1218, §3, 3° en 1223, §5 Ger.W. gewijzigd voor samenhang met artikel 1397 Ger.W. (eindvonnissen zijn uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande hoger beroep). Dit heeft gevolgen voor het startpunt van de termijn van vier maanden waarbinnen de notaris een staat van vereffening moet opstellen na een beslissing over een tussentijds proces-verbaal van geschillen:

  • Als de beslissing uitvoerbaar is bij voorraad: de termijn start na een schriftelijk verzoek van een partij die uitvoering vraagt op eigen risico (art. 1398 Ger.W.)

  • Als de beslissing niet uitvoerbaar is bij voorraad: de termijn start pas wanneer de beslissing in kracht van gewijsde is getreden

Dui­de­lijk­heid over bevoegdheid bij geschillen rond boe­del­be­schrij­ving

Er worden ook wijzigingen aangebracht aan de regels inzake de boedelbeschrijving, met als doel meer duidelijkheid en praktische werkbaarheid.

Vooreerst wordt de gedeelde bevoegdheid van de vrederechter (art. 1184, eerste lid Ger.W.) en de familierechtbank (art. 1216 Ger.W.) uitdrukkelijk bevestigd bij geschillen over de boedelbeschrijving. In de praktijk ontstond vaak onduidelijkheid, bijvoorbeeld bij:

  • toegang tot de plaats waar de beschrijving moet gebeuren;

  • moeilijkheden rond de eedaflegging.

De notaris krijgt nu de ruimte om zich te wenden tot de meest geschikte rechterlijke instantie, afhankelijk van het soort geschil.

Daarnaast wordt artikel 1214 Ger.W. op drie punten aangepast:

  • Verzaking aan de boedelbeschrijving moet voortaan uitdrukkelijk gebeuren

  • De notaris moet voortaan ook de plaats van de boedelbeschrijving bepalen, naast dag en uur – dit om discussie te vermijden wanneer woon- en verblijfplaatsen van een van de partijen niet overeenstemmen

  • Wanneer eerder al een boedelbeschrijving werd opgesteld op basis van artikelen 1175 e.v. Ger.W., kan bij gerechtelijke vereffening-verdeling worden volstaan met een proces-verbaal van vergelijking, dat de eerdere beschrijving actualiseert of aanvult met nieuwe elementen

Over­gangs­be­pa­lin­gen: in beraadname is bepalend

Wat de overgangsrechtelijke bepalingen betreft, kiest het voorstel als cruciale datum het moment waarop de vordering tot vereffening-verdeling in beraad wordt genomen:

  • Als een vordering reeds in beraad is genomen vóór de inwerkingtreding van de wet, blijft het oude recht van toepassing

  • Vorderingen die nog niet in beraad zijn genomen op het moment van inwerkingtreding, vallen onder het nieuwe recht

  • Ook nieuwe vorderingen die nadien worden ingesteld, vallen onder de nieuwe regeling

Ook interessant

Verbintenissenrecht Scriptieprijs Interview
donderdag 13 maart 2025

Benoît Van Cauwenberghe wint Scriptieprijs 2024

Benoît Van Cauwenberghe studeerde af aan de faculteit rechtsgeleerdheid en criminologische wetenschappen aan de UGent, waar hij zowel zijn master in de criminologie als zijn master in de rechten behaalde met de grootste onderscheiding. Met zijn masterproef "Informatie van inlichtingendiensten: bewijs of inlichting in een strafprocedure en het recht van verdediging?" heeft hij onze Scriptieprijs ter waarde van 2.500 euro in de wacht gesleept.

Meer lezen
Arbeids- & socialezekerheidsrecht Familierecht Digitalisering
dinsdag 11 maart 2025

Onderzoek naar digitale hulpmiddelen in arbeids- en familierecht: uw input telt!

De Europese Unie wil de toegang tot de rechter verbeteren en de digitalisering van gerechtelijke procedures versterken. Neem 10 minuten de tijd om een vragenlijst in te vullen over het gebruik van digitale tools in arbeids- en familierechtelijke procedures.

Meer lezen