Voorzitter op vrijdag: "Als niemand betwist dat Justitie een kerntaak van de overheid is, dan is het moment aangebroken om daar iets aan te doen."
"Geen 'wij-zij-verhaal', maar een gezamenlijke inspanning om de tweedelijnsbijstand te versterken"
Erkenning als kmo-portefeuille dienstverlener tot 2029 verlengd
Hoofdstuk 2 - Onafhankelijkheid
Afdeling 1 - Onafhankelijkheid
Art. 2
De verplichtingen die op de advocaat rusten, vereisen de absolute onafhankelijkheid van de advocaat, vrij van alle druk, in het bijzonder van de druk van eigen belangen of van beïnvloeding van buitenaf. De advocaat moet elke aantasting van zijn onafhankelijkheid vermijden en mag de beroepsethiek niet veronachtzamen om de cliënt, de rechter of derden welgevallig te zijn.
De onafhankelijkheid is bij alle werkzaamheden noodzakelijk.
Art. 3
De advocaat behandelt geen zaken van of tegen naaste familieleden of treedt niet op voor personen die met hem samenwonen of nauw verbonden zijn met die samenwonenden.
Afdeling 2 - Partijdigheid
Art. 4
Met inachtneming van de wettelijke regels en de beroeps- en gedragsregels is de advocaat steeds verplicht de belangen van de cliënt zo goed mogelijk te behartigen en die boven zijn eigen belangen of die van derden te stellen.
Afdeling 3 - Tegenstrijdige belangen
Art. 5
§ 1 De advocaat kan niet optreden wanneer dat aanleiding geeft tot een belangenconflict tussen de advocaat en een cliënt of tot een wezenlijke dreiging daartoe.
§ 2 De advocaat kan niet optreden voor meer dan één cliënt, indien er een belangenconflict tussen die cliënten bestaat of een wezenlijke dreiging daartoe, tenzij en zolang aan de voorwaarden van art. 6 wordt voldaan.
Art. 6
§ 1 Een advocaat mag evenwel optreden voor meerdere cliënten tussen wie er een belangenconflict bestaat of dreigt te ontstaan:
- indien de betrokken cliënten na schriftelijk te zijn ingelicht hun akkoord schriftelijk bevestigen, en
- zolang er geen gevaar bestaat voor schending van zijn beroepsgeheim, noch van zijn onafhankelijkheid, en
- zolang tussen die cliënten geen vordering voor de rechtbank of voor een scheidsgerecht wordt vervolgd betreffende het voorwerp van de door hen gevraagde tussenkomst.
§ 2 Wanneer meerdere cliënten tussen wie een belangenconflict bestaat of dreigt te ontstaan, maar die in eenzelfde aangelegenheid een gemeenschappelijk belang hebben, zich voor de verdediging van dat gemeenschappelijk belang tot de advocaat wenden, kan hij voor die cliënten slechts optreden voor een rechtbank of een scheidsgerecht of rechtscollege, indien:
- de cliënten schriftelijk akkoord gaan, en
- de advocaat oordeelt dat de belangentegenstelling of het risico daartoe hem niet belemmert de belangen van alle betrokken cliënten naar beste vermogen te behartigen zonder schending van het beroepsgeheim en onafhankelijkheid.
Art. 7
De advocaat mag geen zaak van een nieuwe cliënt op zich nemen, indien de geheimhouding van de vertrouwelijke informatie die hij van een andere cliënt heeft verkregen, dreigt te worden aangetast.
Art. 8
De advocaat mag wel optreden wanneer het bekend is dat de cliënt systematisch een beroep doet op verschillende advocaten en in die zaak een andere advocaat zal aanstellen. Alleszins zal de advocaat zich dan ook onthouden van verder op te treden indien zijn tussenkomst gepaard zou gaan met een inbreuk op zijn beroepsgeheim of zijn onafhankelijkheid.
Art. 9
[…]1
1 Opgeheven AV 19/02/2020 – BS 06/03/2020 – in werking 06/06/2020
Afdeling 4 - Optreden voor kantoorgenoten
Art. 10
De advocaat die in een geschil de belangen verdedigt van een andere advocaat, mag geen deel uitmaken van de groepering of associatie waartoe de betrokken advocaat behoort, noch [een medewerker of stagiair van het kantoor]1 zijn of hebben meegewerkt in de zaak waarover het geschil loopt.
1 Gewijzigd AV 19/02/2020 – BS 06/03/2020 – in werking 06/06/2020
Afdeling 5 - Onverenigbaarheden*
* Gewijzigd AV 19/12/2018 – BS 15/01/2019 – in werking 15/04/2019
Art. 11
De kerntaken van de advocaat zijn het vertegenwoordigen, bijstaan en verdedigen in rechte van de cliënt en het verlenen van juridisch advies.
De advocaat die een andere activiteit uitoefent, moet erop toezien dat die activiteit zijn onafhankelijkheid en beroepsgeheim in de uitoefening van het beroep van advocaat niet schendt en dat hij ieder belangenconflict vermijdt. Deze activiteit mag in geen geval het publieke vertrouwen in de advocatuur in het gedrang brengen.
De activiteit van de onderneming die niet het beroep van advocaat uitoefent en waarover een advocaat de bevoegdheden van dagelijks bestuur uitoefent of waarin de advocaat uitvoerend bestuurder is of de effectieve leiding uitoefent, onder welke titel ook, wordt voor de toepassing van deze afdeling gelijkgesteld met een andere activiteit die de advocaat persoonlijk uitoefent.
Art. 11bis
Onverminderd de toepassing van artikel 437 Ger. W. zijn andere activiteiten verenigbaar met het beroep van advocaat, voor zover de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- de advocaat heeft zijn stafhouder minstens één maand op voorhand omstandig en gedetailleerd geïnformeerd over deze andere activiteit en hierbij schriftelijk toegelicht dat die activiteit zal uitgeoefend worden in overeenstemming met artikel 11 van de Codex; en
- bij de uitoefening van die activiteit eerbiedigt de advocaat steeds de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid.
Het verstrijken van de periode van één maand doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de raad van de Orde om zich uit te spreken over de verenigbaarheid.
De verplichting om de stafhouder te informeren met toepassing van het eerste lid geldt niet voor de volgende activiteiten:
i. academische opdrachten aan een rechtsfaculteit en het doceren van rechtsvakken aan andere faculteiten of aan een hogeschool;
ii. politieke mandaten;
iii. functies van arbiter, secretaris van een scheidsgerecht of bemiddelaar.
Zullen onder meer als onverenigbaar worden beschouwd met het beroep van advocaat : alle activiteiten die een wezenlijke dreiging doen ontstaan voor vermogensvermenging tussen de activiteit van advocaat en diens andere activiteiten. Die onverenigbaarheid geldt als de advocaat die activiteiten in eigen naam of als tussenpersoon uitvoert. Deze onverenigbaarheid geldt niet voor gerechtelijke mandaten (inclusief mandaten die het voorwerp uitmaken van een homologatie door een rechter). Zij geldt evenmin in de mate waarin zij door enige uitdrukkelijke bepaling van deze Codex toegestaan wordt.
Zijn onder meer verboden, behalve in het kader van gerechtelijke mandaten (inclusief mandaten die het voorwerp uitmaken van een homologatie door een rechter) of in de mate waarin zij door enige uitdrukkelijke bepaling van deze Codex toegestaan worden:
i. activiteiten die de verhandeling of het beheren van derdengelden, zoals bedoeld in artikel 129, impliceren, anders dan in de hoedanigheid van advocaat;
ii. het voeren van bankactiviteiten;
iii. het exploiteren van een beursvennootschap;
iv. de gereglementeerde vorm van het verlenen van beleggingsadvies of diensten van vermogensbeheer;
v. het optreden als commissionair of anderszins in eigen naam maar voor rekening van derden inzake een verboden activiteit; of
vi. het optreden als bewaarder of beheerder van enige instelling voor collectieve belegging, onder welke naam ook;
vii. activiteiten die verband houden met de productie of het verhandelen van wapens, explosieven of splijtstoffen;
viii. activiteiten die verband houden met het organiseren of aanbieden van loterijen of kansspelen.
Onverminderd de toepassing van artikel 473 Ger. W., zal de raad van de Orde optreden overeenkomstig artikel 437, tweede lid Ger. W. als er een reden van onverenigbaarheid bestaat.
Art. 11ter
De raad van de Orde mag het voeren van een andere activiteit onderwerpen aan voorwaarden, onder meer dat die ondergebracht wordt in een afzonderlijke vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
Art. 11quater
Behalve in de gevallen die toegelaten zijn volgens deze Codex of in de gevallen die de stafhouder uitdrukkelijk en schriftelijk toestaat, en in ieder geval onverminderd artikel 11 van deze Codex, mag de advocaat niet als advocaat in rechte optreden in geschillen met betrekking tot zijn andere activiteiten. Deze regel geldt in dezelfde mate voor de leden van de groepering of associatie, de medewerkers en de stagiairs van het kantoor van de betreffende advocaat.1
Art. 11quinquies
De raad van de Orde maakt zijn beslissingen volgens artikel 437, tweede lid Ger. W. over aan de Orde van Vlaamse Balies.
De raad van de Orde kan voor de toepassing van artikel 437, tweede lid Ger. W. een voorafgaand advies vragen aan de voorzitter van de Commissie Deontologie van de Orde van Vlaamse Balies. De voorzitter van de Commissie Deontologie beantwoordt deze vraag binnen twee maanden nadat de vraag aan hem is voorgelegd. De betrokken advocaat wordt schriftelijk geïnformeerd over het voorafgaand advies en krijgt de gelegenheid om, binnen een termijn van veertien dagen, zijn opmerkingen schriftelijk te bezorgen aan de voorzitter van de Commissie Deontologie. De procedure van voorafgaand advies verloopt volledig schriftelijk. Het antwoord van de voorzitter van de Commissie Deontologie is niet bindend voor de raad van de Orde.]
Art. 12
Advocaten die lid zijn van de uitvoerende macht (een federale, gewestelijke, gemeenschaps-, provinciale of gemeentelijke overheid) mogen niet pleiten of optreden in zaken in het belang van of tegen de overheid waar zij verkozen of benoemd zijn. Dat mag niet tijdens hun mandaat of benoeming. Dat mag ook niet tijdens een periode van twee jaren na het einde van hun mandaat of benoeming, behoudens de voorafgaande toestemming van de stafhouder.
Na het einde van hun mandaat of benoeming, mogen zij niet pleiten of optreden in dossiers waaraan zij hebben meegewerkt.
Art. 13
Advocaten die een of meerdere departementen van een wetgevende of uitvoerende macht leiden of optreden als medewerker van zo’n leidinggevende persoon, onder welke benaming ook, mogen niet pleiten of optreden in zaken die onder de bevoegdheid van het departement vallen waardoor zij benoemd of aangesteld zijn. Dat mag niet tijdens hun ambt. Dat mag ook niet tijdens een periode van twee jaren na het einde van hun ambt, behoudens de voorafgaande toestemming van de stafhouder.
Na het einde van hun ambt mogen zij niet pleiten of optreden in dossiers waaraan zij hebben meegewerkt.
Art. 14
In de gevallen bedoeld in artikel 12 en 13:
- meldt de advocaat [onmiddellijk]2 en schriftelijk aan de stafhouder dat hij het mandaat of de benoeming heeft aanvaard en verstrekt hij de nodige inlichtingen over de wijze waarop zijn kantoor of zijn zaken in het kantoor waartoe hij behoort, beheerd zal/zullen worden;
- mogen de stukken en de correspondentie van het kantoor waartoe de advocaat behoort, zoals voorheen zijn naam blijven vermelden, behalve voor advocaten die een mandaat van regeringslid aanvaarden. Behalve in zaken waar het de advocaat wel is toegelaten op te treden, ondertekent de betrokken advocaat de briefwisseling niet. De plaatsvervanger ondertekent dan de briefwisseling zonder vermelding van de naam van de betrokken advocaat.
Art. 15
- Onverminderd de bevoegdheid van de stafhouder om hiervan af te wijken, zijn de bepalingen van [deze afdeling] niet toepasselijk op arbiters [en bemiddelaars]3.
- De advocaat kan een bestuursopdracht of een opdracht van vereffenaar in rechtspersonen aanvaarden.
- De advocaat kan een opdracht uitoefenen die het dagelijks bestuur omvat, alleen in professionele vennootschappen (vennootschappen die de uitoefening van het beroep van advocaat als doel hebben) of in rechtspersonen m.b.t. zijn patrimonium of zijn aandelen in een familiaal patrimonium (patrimoniumvennootschappen).
- De advocaat stelt de stafhouder schriftelijk in kennis van zijn voornemen om het aanbod of voorstel van een mandaat als hierboven vermeld te aanvaarden en deelt hem gelijktijdig een exemplaar mee van de statuten en eventueel het huishoudelijk reglement. Hij voegt daarbij de identiteit van de personen of rechtspersonen die deel uitmaken van het orgaan van bestuur en het orgaan van toezicht alsook van de aandeelhoudersstructuur en in deelgerechtigdheid en verstrekt alle bijkomende informatie die hem door de stafhouder wordt gevraagd.
- De advocaat brengt de stafhouder op de hoogte van wijzigingen indien zij rechtstreeks of onrechtstreeks invloed hebben op de uitoefening van het mandaat in overeenstemming met de bepalingen van dit hoofdstuk en van deze Codex in het algemeen.
- De advocaat mag het mandaat slechts aanvaarden nadat de stafhouder hem meedeelt dat er is voldaan aan bovenstaande informatieplicht.
Art. 16
De advocaat mag een rechtspersoon, die niet zijn professionele vennootschap of patrimoniumvennootschap is, waarvoor hij een mandaat uitoefent, voor de rechtbanken of scheidsgerechten vertegenwoordigen. Dat mag hij niet wanneer hij persoonlijk in de zaak betrokken is of kan zijn en/of de eerbaarheid of de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur in gevaar dreigt te komen.
Art. 17
De advocaat-assessor van de afdeling wetgeving van de Raad van State en zijn kantoorgenoten die een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten, mogen pleiten voor de afdeling bestuursrechtspraak.
1 Gewijzigd AV 19/02/2020 – BS 06/03/2020 – in werking 06/06/2020
2 Goedgekeurd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017
3 Goedgekeurd AV 28/6/2017 – BS 31/7/2017 – Inwerking 1/11/2017
Afdeling 6 - Toepasselijkheid op kantoorgenoten*
* Ingevoegd AV 19/02/2020 – BS 06/03/2020 – in werking 06/06/2020
Art. 17bis
De onverenigbaarheden of verboden in dit hoofdstuk betreffen niet alleen de advocaat maar ook de advocaten die in een groepering of associatie met hem werken, de medewerkers en de stagiairs van het kantoor.