Deontologie-advies Advies 740
De fiscus kondigt in het kader van een fiscale controle aan een kopij van alle digitale data op de volledige ICT-structuur van een belastingplichtige te zullen nemen. Die kopij name dient volgens het hof te gebeuren door de belastingplichtige in het bijzijn van een door het hof aangestelde sekwester en “onder toezicht van de Belgische Staat”.
De aanwezigheid van de stafhouder lijkt hierbij aangewezen. Zo kan worden nagegaan hoe de fiscus het door het hof voorziene “toezicht” feitelijk interpreteert. Dat mag immers niet meer betekenen dan een loutere aanwezigheid en alleszins geen inzage van welke data dan ook inhouden.
Auteur
Merve Köse

Auteur
Dominique Dombret

Vraag
De fiscus kondigde aan – omdat bij een eerder visitatie geen integrale kopie kon worden genomen – op een welbepaalde datum een kopie te komen nemen o.a. van een mailbox van de belastingplichtige.
De belastingplichtige weigerde dit echter. Diens raadsman stelde dat die mailbox voorafgaand moest gefilterd en gezuiverd worden van alle vertrouwelijke briefwisseling / mailverkeer onder verwijzing naar de artikelen 6 en 8 EVRM.
Het Hof heeft in de bewuste arresten bevolen dat wel degelijk een integrale kopij name moet gebeuren van alle digitale data op de volledige ICT-structuur van de belastingplichtigen, inclusief de kopie van een aantal mailboxen over een welbepaalde periode, zij het dat over die kopie het sekwester wordt bevolen.
De kopij name dient volgens het hof te gebeuren door de belastingplichtige in het bijzijn van een door het hof aangestelde sekwester en “onder toezicht van de Belgische Staat”.
De sekwester moet aanwezig zijn bij de kopij name, zich de kopie laten overhandigen en overgaan tot de verzegeling van de kopie(s) onmiddellijk volgend op de beëindiging van de kopij name, in het bijzijn van de beide partijen.
De sekwester moet de kopie bewaken en bewaren en niemand hiertoe toegang geven tenzij dit bij beslissing van een bevoegde rechter in de op te starten procedure wordt opgelegd / toegelaten dan wel de beide partijen er een akkoord over bereiken.
Wanneer geen van de partijen vóór 15 september 2023 een geschil in verband met het gebruik van die digitale aanhangig maakt, komt de maatregel te vervallen en gaan de data terug naar de belastingplichtige.
U bent, hoewel het beroepsgeheim nu op korte termijn inderdaad is gevrijwaard, bezorgd dat het toch in het gedrang kan komen waar het hof voorziet dat de kopij name van de integrale gegevens moet gebeuren “onder toezicht van” de Belgische Staat en merkt terecht op dat later voorzichtig met de selectie van de gegevens moet worden omgesprongen.
U geeft aan dat het wellicht aangewezen is aanwezig te zijn bij de feitelijke kopie name.
Ik verleen u volgend advies.
Advies
Het komt mij voor dat een dergelijke aanwezigheid inderdaad aangewezen lijkt. Zo kan worden nagegaan hoe de fiscus het door het hof voorziene “toezicht” feitelijk interpreteert.
Dat mag m.i. immers niet meer betekenen dan een loutere aanwezigheid en alleszins geen inzage van welke data dan ook inhouden.
Of het naderhand al dan niet gewenst is om in de eventuele procedure ten gronde vrijwillig tussen te komen, is een kwestie die aan de Raad van Bestuur zou moeten worden voorgelegd, wellicht deze van de legislatuur 2023-2026, tenzij u de vrijwillige tussenkomst van de lokale Orde bedoelde.
Indien er ten gronde een uitspraak zou volgen van mededeling van de inhoud van data aan de fiscus en de gegevens die zich bij de sekwester bevinden zouden moeten worden uitgelezen, is de aanwezigheid van de stafhouder daarbij alleszins vereist, zodat de stafhouder advies kan geven over de inhoud van bemaalde (onderdelen van) data die gebeurlijk onder het beroepsgeheim valt.
Jan Meerts
Bestuurder deontologie, tucht en regulering