Deontologie-advies Advies 707
Een cliënt verbiedt zijn advocaat om over bepaalde inkomsten te communiceren met zijn schuldbemiddelaar, hoewel de wet de cliënt verplicht die inkomsten mee te delen.
De advocaat moet zich beroepen op zijn beroepsgeheim. Toch moet de advocaat niet slaafs de instructies van zijn cliënt uitvoeren zoals het verbod om met de schuldbemiddelaar te communiceren over inkomsten. Hij dient in eer en geweten te beoordelen wat in het belang is van zijn cliënt. Deze onafhankelijkheid verhindert enerzijds de advocaat om medewerking te verlenen aan een instructie contra legem. Anderzijds moet de advocaat de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk behartigen en die boven de belangen van onder meer derden stellen. De advocaat moet die drie kernwaarden tegen elkaar afwegen, waarbij in casu het beroepsgeheim prevaleert. Het raakt de openbare orde.
Auteur
Merve Köse

Auteur
Dominique Dombret

Vraag
Een cliënt, slachtoffer van slagen en verwondingen, bekwam een schadevergoeding ter vergoeding van de lichamelijke schade. Dit bedrag werd gestort op de derdenrekening van zijn advocaat.
De cliënt was reeds toegelaten tot de collectieve schuldenregeling.
Volgens de rechtsleer en rechtspraak dient het aandeel ‘persoonlijke ongeschiktheid’ niet op de bemiddelingsrekening te worden gestort. Het bedrag dat op de derdenrekening van de advocaat werd gestort omvat zowel een vergoeding voor de blijvende persoonlijke als voor de blijvende huishoudelijke ongeschiktheid. Welk aandeel hiervan precies rechtstreeks aan de cliënt toekomt en welk aandeel op de bemiddelingsrekening dient te worden overgemaakt, is aldus niet duidelijk.
De cliënt dringt aan op de betaling van het integrale bedrag op zijn eigen rekening en verbiedt zijn advocaat om over deze inkomsten te communiceren met de schuldbemiddelaar.
Daarnaast heeft de cliënt meegedeeld dat hij die inkomsten niet zal aangeven, hoewel hij hiertoe conform artikel 1675/14, § 1 Ger. W. verplicht is.
Volgens de advocaat belet zijn beroepsgeheim hem om de ontvangst van dit bedrag te melden aan de schuldbemiddelaar en met hem een regeling te treffen over welk aandeel dient te worden gestort op de bemiddelingsrekening en welk deel op de persoonlijke rekening van de cliënt.
U vraagt of de advocaat het integrale bedrag mag doorstorten naar de rekening van zijn cliënt.
Advies
Beroepsgeheim
Het komt mij voor dat de betrokken advocaat zich terecht beroept op zijn beroepsgeheim. De informatie die hij in het kader van zijn beroepsactiviteit heeft vernomen is vertrouwelijk.
Artikel 19 van de Codex geeft een cumulatieve opsomming van voorwaarden opdat de advocaat vertrouwelijke informatie toch kan verstrekken aan onder meer derden, zoals een schuldbemiddelaar:
- de vrijgave van die informatie moet relevant zijn; en
- de vrijgave van die informatie moet in het belang van de cliënt zijn; en
- de cliënt moet akkoord gaan met de vrijgave van die informatie; en
- de vrijgave van die informatie mag niet wettelijk verboden zijn.
Aangezien de cliënt zijn advocaat verbiedt om over de gestorte schadevergoeding (inkomsten) te communiceren met de schuldbemiddelaar, is minstens aan één van de voorwaarden niet voldaan. De advocaat kan zich aldus niet beroepen op de uitzondering van artikel 19 van de Codex.
Onafhankelijkheid
De advocaat dient zich in zijn taak van raadgever en verdediger van de belangen van zijn cliënt voldoende onafhankelijk op te stellen tegenover zijn cliënt. Hij moet in de uitvoering van de hem toevertrouwde opdracht weliswaar rekening houden met de instructies van zijn cliënt, maar tegelijkertijd moet hij de vrijheid van behandeling behouden en bepaalt hij zelf de initiatieven die moeten worden genomen om de belangen van zijn cliënt, binnen de perken van zijn deontologische en beroepsverplichtingen, op de best mogelijke wijze te behartigen. (J. STEVENS, Advocatuur. Regels & deontologie, Mechelen, Kluwer, 2015, 493, nr. 681.)
De advocaat moet aldus niet slaafs de instructies van zijn cliënt uitvoeren (in casu het verbod om met de schuldbemiddelaar te communiceren over de schadevergoeding). Hij dient zelf in eer en geweten te beoordelen wat in het belang is van zijn cliënt.
Deze onafhankelijkheid verhindert de advocaat om medewerking te verlenen aan een instructie contra legem.
Partijdigheid
Dit laatste brengt ons bij de partijdigheid. De advocaat moet de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk behartigen en die boven de belangen van onder meer derden stellen (artikel 4 van de Codex).
Drie kernwaarden dienen zich aldus aan, waartussen een afweging dient te worden gemaakt. Mijns inziens prevaleert in casu het beroepsgeheim, waaraan geenszins kan worden getornd. Het raakt de openbare orde.
De vraag rijst wat de advocaat moet doen, nu zijn cliënt hem te kennen heeft gegeven de wet (artikel 1675/14, § 1 Ger. W.) niet te zullen naleven.
De advocaat dient vooreerst te trachten hem te overtuigen de inkomsten toch mee te delen aan de schuldbemiddelaar en hem duidelijk te informeren over de gevolgen van het bewust achterhouden van de gelden.
Wanneer de cliënt voet bij stuk houdt, kan de advocaat, die geen uitvoering kan geven aan een instructie contra legem (zie hiervoor) wellicht niet anders dan zich terug te trekken als raadsman.
Als de cliënt verkiest om zich te laten bijstaan door een andere advocaat, dient de opgevolgde advocaat de schadevergoeding te storten op de derdenrekening van zijn opvolger. Deze opvolger zal evenwel geconfronteerd worden met dezelfde problematiek.
Indien de cliënt geen beroep meer wenst te doen op een advocaat, dient de confrater de gelden desnoods terug te storten naar de oorspronkelijke betaler. Hierbij dient hij evident te waken over zijn beroepsgeheim.
Jan Meerts
Bestuurder deontologie, tucht en regulering