Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 671

De advocaat die zijn cliënt wil bijstaan tijdens een vergadering van de algemene vergadering van mede-eigenaars, moet het voorschrift van artikel 577-6, § 1 BW naleven. Wanneer hij die voorwaarden niet naleeft, kan hij zich niet op een algemeen recht op bijstand beroepen. Een vergadering van de algemene vergadering van mede-eigenaars is immers geen procedure van een rechtscollege waar de waarborgen van een eerlijk proces, met inbegrip van het recht op bijstand van een advocaat, van toepassing zijn.

De wapengelijkheid rechtvaardigt niet dat de advocaat die wel de voorwaarden van artikel 577-6, § 1 BW heeft nageleefd, het recht zou ontnomen worden om zijn cliënt bij te staan tijdens de algemene vergadering. Het is immers zijn wettelijk recht waarvan hij geen afstand hoeft te doen omdat een confrater de voorwaarden niet heeft nageleefd.

Auteur

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Auteur

Dominique Dombret

Coördinator deontologie en tucht
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

Een advocaat van uw balie wil zijn cliënt bijstaan op een algemene vergadering van mede-eigenaars. Hij meent dat iedereen recht heeft op bijstand van een advocaat tijdens een algemene vergadering ongeacht de al dan niet naleving van de wettelijke bepalingen inzake mede-eigendom.

Een andere advocaat, die de raadsman is van een mede-eigenaar, verzet zich hiertegen wegens het niet-naleven van de voorwaarde bepaald in artikel 577-6, § 1 BW. Volgens deze bepaling kan iedere eigenaar van een kavel zich laten bijstaan door één persoon op voorwaarde dat hij de syndicus ten minste vier werkdagen voor de dag van de algemene vergadering daarvan bij aangetekende zending in kennis stelt. De advocaat zou slechts door middel van een e-mail en niet ten minste vier werkdagen voor de algemene vergadering, zijn aanwezigheid hebben aangekondigd.

Volgens de advocaat die zich verzet tegen de aanwezigheid van zijn confrater, maakt artikel 577-6, § 1 BW geen onderscheid tussen de bijstand van een advocaat of van een andere raadgever, zodat de advocaat niet aanwezig mag zijn.

De andere advocaat beroept zich op een algemeen recht van een advocaat om zijn cliënt bij te staan.

Advies

Vooreerst merk ik op dat de zinnen “Hij kan zich laten bijstaan door één persoon op voorwaarde dat hij de syndicus ten minste vier werkdagen voor de dag van de algemene vergadering daarvan bij aangetekende zending in kennis stelt. Deze persoon mag tijdens de algemene vergadering de discussie niet leiden, noch ze monopoliseren.” zijn ingevoegd in artikel 577-6, § 1 BW door de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing (BS, 2 juli 2018, inwerkingtreding 1 januari 2019).

Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat mede-eigenaars geregeld naar de algemene vergadering komen vergezeld van een advocaat of van een technisch deskundige. De ingevoegde bepaling wilde tegemoetkomen aan de toen heersende rechtsonzekerheid hierover, die nog meer bijdroeg tot mogelijke conflictrelaties tussen mede-eigenaars.

De nieuwe bepaling maakt de aanwezigheid van één persoon mogelijk, die dan tijdig moet aangekondigd zijn. De vergezellende persoon (in casu de advocaat) kan, in voorkomend geval, met inachtneming van de deontologische regels, antwoord geven op de vragen en advies geven aan degene die hij vergezelt, maar mag de bespreking niet sturen of monopoliseren. (Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en houdende wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, Parl.St. Kamer 2017-2018, nr. 2919, p. 209.)

Over de aankondiging met aangetekende brief en de termijn waarbinnen dit dient te gebeuren (ten minste vier werkdagen voor de algemene vergadering), is niets gespecifieerd of geduid in de voorbereidende werken.

Elke advocaat, dus ook degene die zijn cliënt wil bijstaan tijdens een vergadering van de algemene vergadering van mede-eigenaars, moet uiteraard de wet naleven. De beoordeling van het voorschrift zoals opgenomen in artikel 577-6, § 1 BW is een juridische kwestie, geen deontologische, waarvoor de rechter desgevallend bevoegd is.

Dit laatste geldt ook voor de appreciatie van de stelling aangevoerd door de syndicus, met name dat indien aan de voorwaarden van artikel 577-6, § 1 BW niet is voldaan, de kwestie bij het begin van de vergadering kan worden voorgelegd. Gaat de algemene vergadering niet akkoord met de bijstand van de advocaat gelet op de niet-naleving van de voorwaarden, dan kan de mede-eigenaar volmacht geven aan haar advocaat. Zij dient vervolgens de vergadering te verlaten en kan de advocaat blijven met de volmacht.

Louter ter informatie deel ik u mee dat de Raad van State in dit verband het volgende had opgemerkt:

De ontworpen bepaling kan geen afbreuk doen aan een volmacht die een mede-eigenaar eventueel aan zijn advocaat zou hebben gegeven om hem op de algemene vergadering te vertegenwoordigen, mits artikel 577-6, § 7, van het Burgerlijk Wetboek in acht is genomen.” (Parl. St. Kamer 2017-2018, nr. 2919, p. 540.)

In de Memorie van Toelichting wordt vervolgens gepreciseerd dat “Dit lid geen betrekking heeft op het geval waarin een advocaat de mede-eigenaar vertegenwoordigt.” (Parl. St. Kamer 2017-2018, nr. 2919, p. 209.)


Wat de stelling over een algemeen recht van de advocaat om zijn cliënt bij te staan, betreft, merk ik op dat het hier niet gaat om een procedure voor een rechtscollege waar de waarborgen van een eerlijk proces van toepassing zijn, met inbegrip van het recht op bijstand van een advocaat.

In casu is er sprake van een recht op bijstand van een advocaat, weliswaar mits naleving van bepaalde voorwaarden (artikel 577-6, § 1 BW). Aangezien aan die voorwaarden niet lijkt voldaan te zijn, komt het mij voor dat die advocaat zich niet op een algemeen recht op bijstand kan beroepen.


Tot slot rijst de vraag of de advocaat die zich verzet tegen de aanwezigheid van zijn confrater, zelf de vergadering kan bijwonen en dit gelet op de wapengelijkheid.

Bij gebrek aan andere informatie, ga ik ervan uit dat die advocaat wel de vereisten van artikel 577-6, § 1 BW heeft nageleefd.

De wapengelijkheid lijkt mij dan ook niet te rechtvaardigen dat die laatste advocaat het recht zou ontnomen worden om zijn cliënt bij te staan tijdens de algemene vergadering. Het is immers zijn wettelijk recht waarvan hij geen afstand hoeft te doen omdat een confrater de voorwaarden niet heeft nageleefd.

Alex Tallon

Bestuurder deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Beroepsgeheim

Wet Private Opsporing: enkele aandachtspunten voor advocaten

De Wet Private Opsporing (WPO) vervangt sinds haar inwerkingtreding op 16 december 2024 de verouderde wet van 19 juli 1991 ‘tot regeling van het beroep van privédetective’. Advocaten die in het kader van hun dienstverlening aan de cliënt beroep willen doen op private onderzoekers moeten zich terdege bewust zijn de bepalingen van de WPO en hun cliënt daarover informeren. We geven u daarom een beknopt overzicht met aandachtspunten.

Meer lezen
Tucht

Reflectie en verdieping op het vijfde Seminarie Tucht

Op vrijdag 16 mei 2025 vond de vijfde editie van het Seminarie Tucht plaats rond één gemeenschappelijk doel: het verdiepen van de kennis en reflectie over het tuchtrecht binnen de advocatuur.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

Wijzigingen aan de lijst van verdachten van terrorisme

Er werden 89 personen geschrapt van de nationale lijst van personen en entiteiten die verdacht worden van terrorisme. Bekijk de aangepaste lijst.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

AML-wijzer: een OVB-gids naar een beter begrip van uw witwaspreventieverplichtingen

Hebt u het gevoel te verdwalen in de vele complexe regels over witwaspreventie? Volg dan ons nieuw opleidingstraject witwaspreventie. In verschillende modules maken enkele ervaren confraters u wegwijs in deze materie, en dat mét bijzondere aandacht voor uw beroepspraktijk.

Meer lezen
Deontologie

Zaak Halmer Rechtsanwaltsgesellschaft: Hof van Justitie bevestigt onafhankelijkheid van het beroep

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een belangrijk arrest uitgesproken over de onafhankelijkheid van het advocatenberoep. Het Hof oordeelt dat lidstaten zuiver financiële investeerders mogen verbieden deel te nemen in het kapitaal van een advocatenvennootschap. Een dergelijke beperking is gerechtvaardigd om de onafhankelijkheid van advocaten te waarborgen.

Meer lezen
Deontologie

Verbod op eenzijdig contact tussen advocaat en personen in een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie

De algemene vergadering heeft op 18 december 2024 een wijziging van artikel 100 CDA goedgekeurd. Het nieuwe artikel verduidelijkt dat het verbod op eenzijdig contact van een advocaat met personen in een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie niet alleen geldt bij eigen initiatief, maar ook bij contact vanuit deze personen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks. Daarnaast voorziet het artikel een uitzondering wanneer de procedure op tegenspraak dit expliciet toestaat, zoals bij specifieke wettelijke bepalingen.

Meer lezen
Deontologie Beroepsgeheim

Klokkenluiders moeten rekening houden met het beroepsgeheim van de advocaat

Het Grondwettelijk Hof heeft opnieuw zijn gunstige rechtspraak over het beroepsgeheim van de advocaat bevestigd, ditmaal in het kader van ons vernietigingsberoep tegen de klokkenluiderswetten voor de private en de publieke sector.

Meer lezen
Tucht

Stel u kandidaat voor het College van Toezicht als extern lid

Heeft u interesse in de deontologie en het tuchtrecht van de advocatuur? Stel u dan kandidaat om als niet-advocaat deel uit te maken van het College van Toezicht.

Meer lezen
Tucht

Tuchtraden opnieuw sa­men­ge­steld voor 24-27

De tuchtraden en de tuchtraad van beroep werden opnieuw samengesteld voor de komende drie gerechtelijke jaren 2024 – 2027.

Meer lezen