Deontologie-advies Advies 660
Met de ‘betrokken advocaten’ bedoelt artikel 107 van de Codex alle advocaten die in een zaak betrokken zijn en niet alleen de advocaat van de partij tegen wie hoger beroep wordt ingesteld.
De loyaliteit gebiedt een advocaat alles in het werk te stellen om de nadelige gevolgen van zijn ondeontologisch handelen zoveel mogelijk teniet te doen. De advocaat die artikel 107 van de Codex heeft miskend kan de nadelige gevolgen niet meer rechtzetten. De benadeelde partij kan wel een aansprakelijkheidsvordering instellen ten aanzien van de advocaat.
Een deontologische inbreuk kan geen ingreep door de stafhouder in een definitieve rechterlijke beslissing rechtvaardigen.
Auteur
Merve Köse

Auteur
Dominique Dombret

Vraag
U wordt geconfronteerd met volgend probleem.
Eisers in een procedure op rechtstreekse dagvaarding worden op hun beurt door een derde rechtstreeks gedagvaard. Deze twee correctionele procedures werden samengevoegd, waarna de rechtbank haar uitspraak zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk heeft uitgesplitst in referte I en referte II.
De oorspronkelijke eisers tekenden hoger beroep aan, maar uitsluitend wat betreft de afwijzing van hun rechtstreekse dagvaarding. Hun raadsman lichtte hiervan enkel de raadslieden in die betrokken zijn in het dossier onder referte I. In het dossier onder referte II tekenden de oorspronkelijke eisers geen hoger beroep aan. Zij zijn gerechtigd op de rechtsplegingsvergoeding ingevolge de afwijzing van de tegen hen gestelde rechtstreekse dagvaarding.
Nu stelt de advocaat van de partij die onder referte II overging tot rechtstreekse dagvaarding verschalkt te zijn omdat hij niet werd ingelicht over het hoger beroep. Hierdoor weigert zijn cliënte over te gaan tot betaling van de rechtsplegingsvergoeding waartoe zij in het dossier onder referte II werd veroordeeld.
U legt mij drie vragen voor:
- Dient een ruime of een beperkende interpretatie te worden gegeven aan artikel 107 van de Codex, meer bepaald aan de bewoording “de in de zaak betrokken advocaten”?;
- Wat kan het gevolg zijn van een eventuele miskenning van artikel 107 van de Codex, behoudens een tuchtprocedure?;
- Kan een stafhouder überhaupt ingrijpen op een gerechtelijke veroordeling die in laatste aanleg werd gewezen?
Advies
Vraag 1
Wat uw eerste vraag betreft (Dient een ruime of een beperkende interpretatie te worden gegeven aan artikel 107 van de Codex, meer bepaald aan de bewoording “de in de zaak betrokken advocaten”?).
Voor een goed begrip van die bepaling breng ik het vooreerst even in herinnering:
“De advocaat die een rechtsmiddel aanwendt, brengt de in de zaak betrokken advocaten daarvan zo snel mogelijk op de hoogte. Hij doet dat ten laatste op het ogenblik dat hij dat middel aanwendt.” (eigen onderlijning)
De gemarkeerde zinsnede omvat twee aspecten, met name ‘de zaak’ en ‘de betrokken advocaten’. Aangezien de twee dossiers werden samengevoegd, kan dit beschouwd worden als ‘de zaak’. Met de ‘betrokken advocaten’ bedoelt artikel 107 van de Codex alle advocaten die in een zaak betrokken zijn en niet alleen de advocaat van de partij tegen wie hoger beroep wordt ingesteld. Andere partijen kunnen er immers belang bij hebben op de hoogte te zijn van het hoger beroep. (J. STEVENS, Advocatuur. Regels & Deontologie, Mechelen, Kluwer, 2015, 1096, nr. 1365-1366.)
Aangezien in casu de advocaat van de oorspronkelijke eisers de raadsman van de partij die onder referte II overging tot rechtstreekse dagvaarding niet op de hoogte heeft gebracht van het hoger beroep (weliswaar alleen in het dossier onder referte I) komt het mij voor dat hij artikel 107 van de Codex heeft geschonden.
Vraag 2
Vervolgens vraagt u wat het gevolg kan zijn van een eventuele miskenning van artikel 107 van de Codex, behoudens een tuchtprocedure.
De loyaliteit gebiedt een advocaat alles in het werk te stellen om de nadelige gevolgen van zijn ondeontologisch handelen zoveel mogelijk teniet te doen. Ik vrees dat - mocht de betreffende partij uit het dossier onder referte II benadeeld zijn door het niet-geïnformeerd te zijn over het ingestelde hoger beroep - de advocaat die artikel 107 van de Codex heeft miskend, de nadelige gevolgen niet meer kan rechtzetten. Het enige wat de stafhouder zou kunnen doen (uiteraard behoudens het voeren van een tuchtprocedure) is de advocaat die nagelaten heeft een confrater te verwittigen, verbieden op te treden in graad van beroep, al rijst de vraag of dit in casu wel proportioneel is, wat volgens mij niet het geval is.
De benadeelde partij uit het dossier onder referte II zou desgevallend ten aanzien van de betrokken advocaat een aansprakelijkheidsvordering kunnen instellen ter vrijwaring van de door haar geleden schade.
Vraag 3
Tot slot vraagt u of de stafhouder überhaupt kan ingrijpen op een gerechtelijke veroordeling die in laatste aanleg werd gewezen.
De onafhankelijkheid van zowel de magistratuur als die van de advocatuur verhinderen dat de stafhouder hierin enige bevoegdheid zou hebben. Een eventuele deontologische inbreuk kan geen ingreep in een definitieve rechterlijke beslissing rechtvaardigen. De partij uit dossier onder referte II dient dan ook over te gaan tot betaling van de rechtsplegingsvergoeding waartoe zij in het dossier onder referte II werd veroordeeld.
Alex Tallon
Bestuurder deontologie