Nieuw wetsontwerp streeft naar taalevenwicht in Brusselse justitiële organen
Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
De algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies heeft op 28 maart 2018 de problematiek van de advocaat als rechter in ondernemingszaken besproken en heeft het ontwerp van standpunt daarover goedgekeurd. De OVB vindt het niet gepast voor een advocaat om rechter in ondernemingszaken te worden.
In het kader van de hervorming van het ondernemingsrecht voorziet het wetsontwerp in kamers van de (toekomstige) ondernemingsrechtbank waarin leden van de vrije beroepen als rechters zouden zetelen. Zo zouden advocaten kunnen benoemd worden tot rechter in ondernemingszaken.
Naar aanleiding daarvan heeft de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies op 28 maart 2018 een standpunt goedgekeurd. De OVB vindt het namelijk niet gepast voor een advocaat om rechter in ondernemingszaken te worden. Dat veroorzaakt een onaanvaardbare verwarring tussen de rol van de advocaat voor de rechtbank als mandataris van zijn cliënt en het opnemen van een functie als rechter binnen de ondernemingsrechtbank. Er moet een duidelijke scheiding zijn tussen de taak van advocaat en die van rechter. Wanneer een advocaat zou zetelen als rechter in ondernemingszaken, vervaagt minstens die rol.
Een advocaat die structureel als rechter optreedt wekt eveneens een schijn van partijdigheid bij de bevolking die schadelijk is voor de beeldvorming van het publiek over Justitie.
Nog vragen? Onze specialisten ter zake
Gerelateerd nieuws
Nieuwe SMS, nieuwe bezwaren
Het kabinet Justitie heeft haar vierde poging om justitie menselijker, sneller en straffer te maken ingediend in de Kamer. We bekijken het ontwerp kritisch in de context van onze opmerkingen bij het voorontwerp.
Nationaal toegangsverbod voor recreatiegebieden: gebouwd op los zand?
Een nieuw wetsvoorstel wil komaf maken met de jaarlijkse overlast in recreatiegebieden door te voorzien in een systeem van gegevensuitwisseling over personen tegen wie een plaatsverbod voor zulke gebieden loopt. De OVB bespeurt hierin echter een te verregaande beperking van het recht op persoonlijke bewegingsvrijheid.