Ga verder naar de inhoud

Lees ons advies Nieuwe SMS, nieuwe bezwaren

vrijdag 12 mei 2023

Het kabinet van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne doet al voor de vierde keer een lovenswaardige poging om justitie menselijker, sneller en straffer te maken. We stellen helaas vast dat het ingediende wetsontwerp in erg beperkte mate rekening houdt met de opmerkingen die we aan het kabinet hadden overgemaakt.

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Inhoud

Het ontwerp van de SMS III-wet (sneller, menselijker en straffer) behandelt onder meer een algemeen kader van risicotaxatie, de invoering van een hersteltraject bij feiten gerelateerd aan een verslavings-, agressie of psychosociale problematiek, de invoering van een gerechtelijk verbod op deelname aan protestbijeenkomsten en de specialisatie van de magistratuur en de rechtbanken.

Net als bij de eerste entweede editie, hebben we ook bij het ontwerp van de SMS III-wet enkele belangrijke opmerkingen en bezwaren. Het advies dat we eerder dit jaar al hebben geschreven bij het initiële voorontwerp vindt helaas slechts in beperkte mate zijn weerslag in de ingediende tekst.

(Kleine) aan­pas­sin­gen aan het ontwerp

Enkele wijzigingen aan het ingediende wetsontwerp stemmen overeen met de aandachtspunten uit ons advies. Ook bij deze artikelen blijven we echter zitten met prangende opmerkingen:

  • Het hersteltraject: het voorontwerp bepaalde dat de beklaagde de strafbare feiten zou moeten erkennen. Vermits de zaak na het traject nog behandeld moet worden, vinden we dit een gevaar voor zelfincriminatie. De ingediende tekst verzacht de bewoording door te stellen dat hij de feiten niet mag ontkennen. We zijn ook tevreden met de tekstaanpassing waardoor de beklaagde zal worden gehoord en moet instemmen met het traject. Andere bekommernissen over het hersteltraject blijven evenwel relevant, zoals het afsluiten van protocollen tussen rechtbank en parket en balie en het beroepsgeheim van de medewerkers aan het hersteltraject.
  • Het gerechtelijk verbod om deel te nemen aan protestbijeenkomsten: bij veroordelingen voor bepaalde feiten zou de rechter bijkomend een dergelijke verbod kunnen uitspreken voor een periode tot 3 jaar. Ook in het huidige ontwerp blijft dit artikel volgens ons disproportioneel en daarom problematisch, maar het wordt ten minste al aangevuld met de vereiste dat er voldoende verantwoord moet worden dat de veroordeelde ook na het ondergaan van de hoofdstraf een daadwerkelijk risico blijft op de verstoring van de openbare orde bij protestbijeenkomsten. Een alternatief dat minder impact heeft op de fundamentele rechten van de betrokkene zou echter zijn om binnen het traditionele straffenkader strenger op te treden tegen personen die geweld gebruiken tegen de politie, zoals het voorontwerp van het nieuw Strafwetboek voorziet.

Ook aan bod in ons advies

Andere opmerkingen die helaas geen weerklank hebben gevonden in het ingediende wetsontwerp:

  • Het ontwerp ontwikkelt een algemeen kader voor risicotaxatie. We positioneren ons niet zozeer tegen het idee op zich maar wel tegen de wel erg verruimde bevoegdheid voor het openbaar ministerie. We kaarten ook de praktische haalbaarheid aan en bekritiseren de minimumtermijn van slechts 8 dagen om opmerkingen bij het voorlopig verslag van de deskundige over te maken. De memorie verwijst naar onze opmerking, maar wijst deze af omdat het deskundigenonderzoek in tegenstelling tot bij de Interneringswet (waar die termijn 15 dagen is) niet wordt gevoerd met het onmiddellijke doel tot opsluiting.
  • In het Wetboek van Strafvordering wordt verduidelijkt dat het opsporingsonderzoek à charge en à décharge wordt gevoerd. Hoewel we ons daarin kunnen vinden, hadden we gezien het belang van het onderscheid met het gerechtelijk onderzoek en de daarbij horende bevoegdheden en waarborgen graag een expliciete vermelding van de onpartijdigheidsplicht in het artikel gezien.
  • Het onmiddellijk cassatieberoep tegen de beslissing tot uithandengeving van een minderjarige wordt heringevoerd. Dat is een goede zaak in het licht van de rechten van verdediging van de minderjarige, maar we zijn in beginsel wel gekant tegen de uithandengeving op zich.
  • Het ontwerp voorziet dat er een specifiek ambt voor milieurechters komt. We begrijpen de het groeiende belang van deze rechtsmaterie, maar staan terughoudend tegenover de tendens tot specialisatie van de magistratuur. Deze kan impact hebben op de noodzakelijke brede visie van de magistratuur op het recht en de maatschappij in haar geheel en komt de gerechtelijke achterstand niet ten goede.

Ook interessant

Handboeien
Strafrecht
vrijdag 19 april 2024

Nieuwe wetgeving over Salduz en videoconferentie aangenomen

De plenaire vergadering van de Kamer heeft twee wetsontwerpen goedgekeurd waarbij we in de loop van het wetgevingsproces een advies hebben afgeleverd. De stemming van een derde wetsontwerp waarbij we betrokken waren, over de persoon van de geesteszieke, is uitgesteld tot volgende week. De uiteindelijke balans is gemengd.

Meer lezen
Strafrecht
maandag 15 april 2024

Wetgever rijdt door het rood: een automatische uitvoering van het rijverbod is problematisch

We hebben op vraag van de Kamercommissie Mobiliteit een advies verleend over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wegverkeerswet voor wat betreft de ingangsdatum van een verval tot het recht van sturen.

Meer lezen