Laat u of uw medewerker niet vangen met valse e-mails voor betalingsverzoeken
De OVB neemt standpunt in over het voorontwerp tot hervorming van de rechtspleging voor de rechtbank van koophandel, tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en houdende diverse bepalingen inzake justitie (Potpourri IV) en het navolgende wetsontwerp tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie (Potpourri IV).
De OVB is positief over een aantal punten van het voorontwerp PP IV, onder meer over de wijzigingen inzake de basiswet gevangeniswezen, de herziening inzake arbitrage, de oprichting van het Marktenhof, de regeling over het toezicht op de rubriek- en derdenrekeningen, de bepalingen omtrent de onafhankelijkheid van de gerechtsdeskundige, de oprichting van een centraal register voor collectieve schuldenregeling en de vereenvoudiging inzake territoriale bevoegdheid.
Ten aanzien van een aantal andere punten heeft de OVB pertinente opmerkingen of kan ze zich niet vinden in de voorgestelde wijzigingen. Zo betreurt de OVB dat geen maximumduur van de voorlopige hechtenis werd opgenomen. De voorgestelde wijziging van de procedure voor de rechtbank van koophandel houdt volgens de OVB dan weer geen rekening met de praktische toepassing ervan op het terrein en zal eerder een vertragend effect hebben en leiden tot een uit de pan swingen van de kosten. Ook verzet de OVB zich tegen de bepaling waarbij de rechter ambtshalve de eisende partij moet veroordelen tot de nutteloze kosten, daar die bepaling de toegang tot de rechter belemmert op grond van zuiver pecuniaire redenen.
Ten aanzien van het wetsontwerp PP IV spreekt de OVB zich opnieuw uit over de wijzigingen in het strafprocesrecht, de herziening van deel VI Ger.W. inzake arbitrage, de oprichting van het Marktenhof bij het hof van beroep te Brussel, het toezicht op de rubriek- en derdenrekeningen, de bepalingen omtrent de onafhankelijkheid van de gerechtsdeskundige, de tenlastelegging van de nutteloze kosten aan de partij die ze zelf veroorzaakt, de oprichting van een centraal register voor collectieve schuldenregelingen en de vereenvoudiging van de regels van de territoriale bevoegdheid.