Nieuw wetsontwerp streeft naar taalevenwicht in Brusselse justitiële organen
Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
Standpunt aanwijzing curatoren
28 januari 2016
De OVB neemt standpunt in over het wetsvoorstel van 18 juni 2015 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997 wat het aanwijzen van curatoren betreft.
De OVB merkt eerst en vooral op dat het voorstel aan de voorzitters van de rechtbanken van koophandel geen of nog zeer weinig vrijheid in hun beleid laat, doordat het een zuivere beurtrol oplegt zonder onderscheid naar anciënniteit en ervaring, beschikbaarheid en administratieve ondersteuning. De voorgestelde beurtrol laat volgens de OVB niet toe de nodige flexibiliteit op te brengen en garandeert niet dat de beste mensen worden ingezet.
De OVB acht de aanwijzing van ervaren curatoren een noodzaak in zware faillissementen en meent eveneens dat de voorzitter desgevallend een jongere curator moet kunnen aanstellen samen met een oudere confrater.
Daarnaast is de OVB ook niet te spreken over het feit dat een curator, die meent dat zijn rechten niet werden gerespecteerd, zich dient te wenden tot de Hoge Raad voor de Justitie en vraagt dat een specifieke procedure zou worden uitgewerkt, die toelaat om de beslissing tot aanstelling van de curator en de motivering daarvan aan te vechten.
In ondergeschikte orde pleit de OVB voor een beperkte lijst van specialisten curatoren, waarop enkel curatoren zouden voorkomen die blijk geven van bekwaamheid, opleiding en permanente vorming in curatele.
In een addendumstandpunt verduidelijkt de OVB dat ze enkel kan instemmen met een beurtrol indien die wordt gecombineerd met een beperkte pool van gelijkwaardige professionele curatoren.