Deontologie-advies Advies onverenigbaarheden nr. 3
Een advocaat heeft met een niet-advocaat een klein bedrijf in de reissector opgericht, is voor de helft aandeelhouder en zaakvoerder. De toets van de kernwaarden wat de uitoefening van de diensten in de reissector betreft, wordt doorstaan. Omdat het statutair doel ruimer is en ook redactionele diensten en diverse adviesverlening omvat, wordt gewaarschuwd voor een mogelijk gevaar voor schending van de kernwaarden, in het bijzonder het beroepsgeheim, indien de adviesverlening betrekking heeft op de materies waarin de advocaat werkzaam is als advocaat.
De advocaat kan aandeelhouder zijn van die commerciële vennootschap.
Merve Köse
Dominique Dombret
Vraag
Namens de raad van balie x vraagt u mijn advies in toepassing van artikel 11quinquies, tweede lid van de Codex Deontologie voor Advocaten (hierna: de Codex).
Mr. X is sinds 2017 opgenomen op de EU-lijst bij balie x. Van april 2017 tot februari 2019 was hij fulltime werkzaam bij advocatenkantoor A te ...
Begin 2018 heeft mr. X samen met zijn partner een klein bedrijf opgericht in de reissector. Hij is voor 50% aandeelhouder en is (net als zijn partner) zaakvoerder van de BVBA Y. De partner van mr. X staat in voor het dagelijks beheer van het bedrijf.
Sinds februari 2019 werkt mr. X niet meer fulltime voor advocatenkantoor A, maar deeltijds tegen uurvergoeding. Daarnaast zou hij activiteiten verrichten voor zijn reisbureau.
Advies
Aandeelhouder
Het is een advocaat uiteraard toegelaten om aandeelhouder te zijn.
Zaakvoerder
Wat het uitoefenen van een mandaat van zaakvoerder betreft, verwijs ik naar artikel 11, derde lid van de Codex, luidende:
De activiteit van een onderneming die niet het beroep van advocaat uitoefent en waarover een advocaat de bevoegdheden van dagelijks bestuur uitoefent of waarin de advocaat uitvoerend bestuurder is of de effectieve leiding uitoefent, onder welke titel ook, wordt voor de toepassing van deze afdeling gelijkgesteld met een andere activiteit die de advocaat persoonlijk uitoefent.
Het uitoefenen van een mandaat van zaakvoerder is volgens deze bepaling niet per definitie uitgesloten. De activiteit van de BVBA Y (met name activiteiten in de reissector, redactioneel werk en diverse adviesdiensten) dient getoetst te worden aan enerzijds de kernwaarden beroepsgeheim, onafhankelijkheid, het vermijden van belangenconflicten en anderzijds de waardigheid van de balie (artikel 11bis juncto artikel 11 van de Codex en artikel 437 Ger. W.). Daarnaast mag de andere activiteit het publieke vertrouwen in de advocatuur niet in het gedrang brengen (artikel 11, tweede lid van de Codex).
Uit de statuten van de BVBA Y blijkt dat het statutair doel nogal redelijk divers is en geenszins beperkt is tot diensten in de reissector. Zo is tevens redactioneel werk opgenomen in de statuten (het aanbieden van vertaal- en proefleesdiensten, het verzorgen van de eindredactie van teksten, het schrijven van redactionele artikels, brieven, commerciële boodschappen, bedrijfsnota’s, …), alsook adviesverlening allerhande. Dit laatste omvat bijvoorbeeld het aanbieden van adviesdiensten in de HR- en rekruteringssector, het verlenen van bijstand, advies en leiding aan bedrijven, privépersonen en instellingen voornamelijk op het vlak van management, marketing, communicatie en het besturen van vennootschappen. De vennootschap kan ook zelf of als tussen persoon alle hulpmiddelen verschaffen, bestuurdersfuncties (laten) waarnemen en diensten verlenen die (in)direct verband houden met de voorgaande diensten. Deze diensten kunnen geleverd worden in de hoedanigheid van externe raadgever of orgaan van de cliënt. Voor de uitvoering van haar opdrachten en voor het waarnemen van bestuursmandaten kan de vennootschap zich laten vertegenwoordigen door haar zaakvoerder of elke andere derde vertegenwoordiger.
Consult van de website van advocatenkantoor A leert mij dat mr. X zich als advocaat voornamelijk bezighoudt met onroerend goed, energie, infrastructuur en transport. Op het eerste gezicht lijken mij er zich met betrekking tot het naleven van de kernwaarden beroepsgeheim, onafhankelijkheid van de advocaat en het vermijden van belangenconflicten, weinig problemen te stellen bij de uitoefening van de diensten in de reissector en betreffende het redactionele diensten. Wat de diverse adviesverlening betreft, doch uitsluitend indien het betrekking heeft op de materies waarin mr. X als advocaat werkzaam is, bestaat mijns inziens een mogelijk gevaar voor schending van de genoemde kernwaarden, vooral van het beroepsgeheim. Het is evident dat hij de informatie die hij verneemt als advocaat niet mag aanwenden in zijn adviesverlening in het kader van de BVBA Y. Misschien kan u mr. X bevragen over de manier waarop hij zijn beroepsgeheim als advocaat zal veiligstellen?
Beroepsgeheim
Indien blijkt dat mr. X de nodige garanties biedt betreffende (voornamelijk) het waarborgen van zijn beroepsgeheim bij het uitoefenen van de diverse adviesverlening, wens ik nog het volgende op te merken.
Het behoeft mijns inziens weinig duiding dat de functie van zaakvoerder, activiteiten in de reissector, redactioneel werk en de diverse genoemde adviesdiensten de waardigheid van de balie (artikel 437 Ger. W.) en het publieke vertrouwen in de advocatuur niet in het gedrang brengen (artikel 11, tweede lid van de Codex).
Verder merk ik volledigheidshalve nog op dat mr. X bij de uitoefening van de activiteiten in het kader van de vennootschap BVBA Y de zogenaamde integriteitswaarden (waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid) dient te eerbiedigen.
Tot slot breng ik u nog artikel 16 van de Codex in herinnering. In het kader van de uitoefening van een bestuursmandaat binnen Y mag mr. X die vennootschap vertegenwoordigen voor de rechtbank of scheidsgerecht, behalve als hij persoonlijk bij de zaak zou betrokken zijn of kunnen zijn en/of de eerbaarheid of de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur in gevaar dreigt te komen.
In uw begeleidende nota merkt u op dat mr. X nog slechts deeltijds werkzaam is als advocaat.
In het verleden werd de tijdsbesteding mede als criterium aangewend bij de beoordeling of een bijkomende activiteit al dan niet verenigbaar is met het beroep van advocaat. Er werd geadviseerd dat de advocaat voldoende tijd moest kunnen besteden aan zijn advocatenactiviteit en vlot bereikbaar moest zijn voor zijn cliënten. Het advocatenberoep werd geacht de hoofdwerkzaamheid te zijn, zodat die activiteit niet in bijberoep kon worden uitgeoefend.
Bij de totstandkoming van het zogenaamde reglement ‘perimeter van het beroep’ kwam de vraag naar de tijdsbesteding aan bod. Naar aanleiding van een amendement heeft de commissie deontologie geadviseerd “dat de advocatenactiviteit niet noodzakelijk het hoofdberoep moet uitmaken. Bepaalde universiteiten vereisen bijvoorbeeld dat men professor is in hoofdberoep. De advocatuur zal dan in bijberoep uitgeoefend worden.” De algemene vergadering heeft het advies van de commissie deontologie gevolgd.
In casu zou mr. X deeltijds het beroep van advocaat beoefenen en voor de overige tijd werkzaam zijn in de BVBA Y. In de geest van artikel 11bis van de Codex is er geen bezwaar tegen deze invulling van zijn werkzaamheden.
Alex Tallon
Bestuurder deontologie
Voorzitter van de commissie deontologie