Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 704

Artikel 32, derde lid van de Codex dient in die zin te worden geïnterpreteerd dat de stagiair kantoor houdt bij zijn stagemeester. Wanneer de stage niet op het kantoor van de stagemeester zou worden vervuld, is het voorafgaand schriftelijk akkoord van de raad van de Orde vereist.

Auteur

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Auteur

Dominique Dombret

Coördinator deontologie en tucht
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

U vraagt ons advies betreffende de interpretatie van artikel 32, derde lid van de Codex.

Mr. X wenst haar stage verder te zetten bij mr. Y als stagemeester.

Artikel 5 van de tussen hen afgesloten stageovereenkomst bepaalt het volgende:

De advocaat-stagiair heeft een eigen kantoor (voormeld) van waaruit zij haar stage en haar beroepspraktijk uitoefent. De stagemeester rekent voor het gebruik van zijn middelen voor de uitoefening van het beroep als advocaat door de advocaat-stagiair geen vergoeding aan.

U verwijst naar artikel 32, derde lid van de Codex, dat luidt als volgt:

De stage wordt in principe vervuld vanuit het kantoor van de stagemeester, die daartoe de nodige middelen en ruimte ter beschikking stelt, zonder daarvoor een vergoeding aan te rekenen. Afwijkingen kunnen enkel worden toegestaan na voorafgaand schriftelijk akkoord van de Orde.

U begreep dat door de mededeling van de stageovereenkomst mrs. X en Y de raad van de Orde verzochten om een afwijking van het principe dat de stage wordt vervuld vanuit het kantoor van de stagemeester.

Mr. Y meent echter dat het voorafgaand schriftelijk akkoord van de raad van de Orde betrekking heeft op “het ter beschikking stellen van de nodige middelen en ruimte, zonder daarvoor een vergoeding aan te rekenen”. Volgens hem is geen voorafgaand schriftelijk akkoord van de raad vereist als de stagiair haar eigen kantoor heeft van waaruit zij haar stage en beroepspraktijk zal uitoefenen.

Advies

Voor de interpretatie van artikel 32, derde lid van de Codex grijpen we terug naar de voorbereidende werken van het huidige reglement betreffende de stage.

De bepaling is ingevoegd bij amendement en werd als volgt gemotiveerd:

Ten slotte wordt toegevoegd dat wanneer de stage niet op het kantoor van de stagemeester wordt vervuld het voorafgaand schriftelijk akkoord van de raad van de orde is vereist.

Volledigheidshalve verwijzen wij naar enkele passages uit het verslag van de algemene vergadering van 3 juni 2020 waarin het betreffende amendement werd goedgekeurd (p. 29-30):

Stafhouder … blijft bij wat hij gestemd heeft. Het woord “in principe” is een loos begrip en holt de bepaling volledig uit. Als we denken dat het een meerwaarde is dat de stagiair zijn stage loopt bij zijn patroon, dan moet men het woordje “in principe” niet inlassen.

Stafhouder … wilde net hetzelfde zeggen. Stafhouder … voegt eraan toe dat het tweede lid dat aanvaard is, preciseert dat “afwijkingen enkel kunnen worden toegestaan na voorafgaand schriftelijk akkoord van de raad van de Orde”.

Volgens meester … wordt de vrije vestiging van advocaten-stagiairs hiermee belemmerd. Deze bepaling houdt geen stand rekening houdend met de Europese en economische verdragen. Er wordt een totaal verkeerde optie genomen.

Stafhouder … is verwonderd over de opmerking van meester ... Waar staat er dat de stagiair geen eigen kantoorvestiging mag hebben? In de balie … is dat geen probleem.

Meester … antwoordt dat de bedoeling van de balie … volledig anders is dan wat stafhouder … beoordeelt. Daar wil men dat de stagiair kantoor houdt bij de stagemeester. Dit is een zeer principiële discussie die gevoerd wordt in de balie ... Indien hij zijn kantoor moet houden én een eigen kantoor heeft, moet hij dan geen tweede vergoeding betalen? Hij is voorstander van de mogelijkheid om een eigen kantoor te hebben, naast zijn kantoor bij de stagemeester en ziet daar geen enkel probleem in.

(…)

Meester … herhaalt dat in … het duidelijk de bedoeling is dat de stagiair kantoor houdt bij de stagemeester. Dat is de intentie geweest van het amendement.

Stafhouder … zegt dat het inderdaad de bedoeling is dat geen stage kan gevolgd worden buiten het kantoor van de stagemeester. Maar dit belet niet dat men een eigen kantoor heeft. Maar niet zonder enige opleiding bij een patroon daarnaast.”

Jan Meerts

Bestuurder deontologie, tucht en regulering

Stefan Pieters

Bestuurder toegang tot het recht en het beroep

Ook interessant

Advies 717

Meer lezen

Advies 716

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Tucht

Reflectie en verdieping op het vijfde Seminarie Tucht

Op vrijdag 16 mei 2025 vond de vijfde editie van het Seminarie Tucht plaats rond één gemeenschappelijk doel: het verdiepen van de kennis en reflectie over het tuchtrecht binnen de advocatuur.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

Wijzigingen aan de lijst van verdachten van terrorisme

Er werden 89 personen geschrapt van de nationale lijst van personen en entiteiten die verdacht worden van terrorisme. Bekijk de aangepaste lijst.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

AML-wijzer: een OVB-gids naar een beter begrip van uw witwaspreventieverplichtingen

Hebt u het gevoel te verdwalen in de vele complexe regels over witwaspreventie? Volg dan ons nieuw opleidingstraject witwaspreventie. In verschillende modules maken enkele ervaren confraters u wegwijs in deze materie, en dat mét bijzondere aandacht voor uw beroepspraktijk.

Meer lezen
Deontologie

Zaak Halmer Rechtsanwaltsgesellschaft: Hof van Justitie bevestigt onafhankelijkheid van het beroep

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een belangrijk arrest uitgesproken over de onafhankelijkheid van het advocatenberoep. Het Hof oordeelt dat lidstaten zuiver financiële investeerders mogen verbieden deel te nemen in het kapitaal van een advocatenvennootschap. Een dergelijke beperking is gerechtvaardigd om de onafhankelijkheid van advocaten te waarborgen.

Meer lezen
Deontologie

Verbod op eenzijdig contact tussen advocaat en personen in een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie

De algemene vergadering heeft op 18 december 2024 een wijziging van artikel 100 CDA goedgekeurd. Het nieuwe artikel verduidelijkt dat het verbod op eenzijdig contact van een advocaat met personen in een onderzoekende, bemiddelende of beslissende functie niet alleen geldt bij eigen initiatief, maar ook bij contact vanuit deze personen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks. Daarnaast voorziet het artikel een uitzondering wanneer de procedure op tegenspraak dit expliciet toestaat, zoals bij specifieke wettelijke bepalingen.

Meer lezen
Deontologie Beroepsgeheim

Klokkenluiders moeten rekening houden met het beroepsgeheim van de advocaat

Het Grondwettelijk Hof heeft opnieuw zijn gunstige rechtspraak over het beroepsgeheim van de advocaat bevestigd, ditmaal in het kader van ons vernietigingsberoep tegen de klokkenluiderswetten voor de private en de publieke sector.

Meer lezen
Tucht

Stel u kandidaat voor het College van Toezicht als extern lid

Heeft u interesse in de deontologie en het tuchtrecht van de advocatuur? Stel u dan kandidaat om als niet-advocaat deel uit te maken van het College van Toezicht.

Meer lezen
Tucht

Tuchtraden opnieuw sa­men­ge­steld voor 24-27

De tuchtraden en de tuchtraad van beroep werden opnieuw samengesteld voor de komende drie gerechtelijke jaren 2024 – 2027.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht Beroepsgeheim

Beroepsgeheim mag niet volledig worden uitgesloten in fiscale zaken

Het Hof van Justitie heeft zich opnieuw uitgesproken over het beroepsgeheim van de advocaat. In zijn arrest van 26 september 2024 herhaalt het Hof zijn recente rechtspraak en oordeelt dat het juridisch advies van een advocaat, ongeacht het rechtsdomein, valt onder het beroepsgeheim.

Meer lezen