Deontologie-advies Advies 559
De deontologische regels van de advocatuur gelden als wet voor de advocaten en zijn enkel op hen van toepassing. Dit belet niet dat een advocaat in procedures waarin geen advocaat optreedt voor de tegenpartij, maar een syndicale afgevaardigde, de tegenpartij zelf, een familielid zoals bepaald in artikel 728, § 2 Ger. W. e.a., loyaal moet handelen ten aanzien van deze persoon.
Auteur
Dominique Dombret

Auteur
Merve Köse

Vraag
Mr. X van uw balie heeft bij brief van 16 september 2015 aan mevrouw Y, vakbondspleiter van het A, meegedeeld dat zijn cliënt bereid is te berusten in het vonnis d.d. 9 september 2015 indien de tegenpartij ook berust. Hij vraagt tevens: “Ik dank u alleszins mij uw standpunt binnen de 15 dagen vanaf heden te willen laten kennen. Indien ik binnen die termijn geen reactie ontvang, zal ik uiteraard verplicht zijn het vonnis te laten betekenen, teneinde het definitief te maken.”
Op 26 januari 2016 schrijft de heer Z van het A [vakbond] aan mr. X:
“Ter zake dien ik vast te stellen dat u niet alleen tot betekening maar ook nog eens tot uitvoering heeft laten overgaan, en dat zonder ons betaling te vragen of te verwittigen.
Wij zullen op geen enkele wijze de kosten van betekening en uitvoering betalen.
U gelieve ons uw afrekening over te maken. Wij zullen zo spoedig mogelijk tot betaling overgaan.”
Per kerende fax op 26 januari 2016 antwoordt mr. X dat hij tussen 16 september 2015 en 26 januari 2016 geen enkel bericht heeft ontvangen van het A [vakbond] en dat de kosten van betekening en uitvoering dan ook verschuldigd zijn.
Bij brief van 1 februari 2016 verwijst de heer Z naar artikel III.2.1.10 van de Codex en stelt hij dat het A [vakbond] de kosten van betekening niet ten laste zal nemen.
Advies
De deontologische regels van de advocatuur, uitgevaardigd door hetzij de Orde van Vlaamse Balies, hetzij door de lokale Ordes gelden als wetten voor de advocaten. Ik treed u en mr. X volledig bij waar u beiden stelt dat deze regels enkel van toepassing zijn op advocaten.
Dit belet echter niet dat een advocaat in procedures waarin geen advocaat optreedt voor de tegenpartij, maar een syndicale afgevaardigde, de tegenpartij zelf, een familielid zoals bepaald in artikel 728, § 2 Ger. W. e.a., loyaal moet handelen ten aanzien van deze persoon.
In casu kan mr. X geen gebrek aan loyauteit verweten worden, daar hij de syndicale afgevaardigde een week na het vonnis de intentie van zijn cliënt kenbaar heeft gemaakt en de afgevaardigde gevraagd heeft om hem alleszins binnen de 15 dagen zijn standpunt kenbaar te willen maken. Dit is niet gebeurd. Er is evenmin een vraag gekomen van de syndicale afgevaardigde om een afrekening over te maken, noch heeft de syndicale afgevaardigde een akte van berusting overgemaakt aan de advocaat.
Ik meen dan ook te kunnen besluiten dat mr. X geen deontologische inbreuk kan verweten worden.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie