Deontologie-advies Advies 466
Hoewel er geen formeel verbod bestaat (in het OVB-reglement van 7 mei 2008 betreffende de stage, noch in een lokaal reglement) is het om redenen van onafhankelijkheid niet raadzaam om stage te doen bij een bloedverwant of zijn kantoorgenoot.
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
U krijgt de vraag of een stagiair haar stage kan verderzetten op het kantoor van haar vader met als stagemeester de advocaat met wie haar vader een groepering heeft.
In de reglementen heeft u geen verbod gevonden om stage te doen bij een bloedverwant in opgaande lijn of op zijn kantoor, doch u meent dat het volgens een gebruik niet gebeurt, temeer de stagemeester op het einde van de stage een stageverslag moet opstellen.
Advies
Hierbij kan ik bevestigen dat het OVB-reglement van 7 mei 2008 betreffende de stage geen verbod in deze zin kent. Daarnaast kent geen enkele balie een bepaling hieromtrent.
Mijns inziens is het niet verkieslijk dat een bloedverwant stagemeester zou zijn van een stagiair omwille van redenen van onafhankelijkheid. Indien één van beiden de stageverplichtingen niet correct nakomt, is het niet vanzelfsprekend om hieraan een passend gevolg te geven of een negatief advies te geven tegen een familielid.. Bovendien is het moeilijk -zowel voor de stagemeester als voor de stagiair - om een objectief, neutraal eindverslag op te stellen.
Ook de stage laten lopen via een kantoorgenoot biedt mijns inziens ook onvoldoende waarborgen. Het samenwerkingsband zou wel eens in de problemen kunnen komen indien de kantoorgenoot de verplichtingen niet of slecht naleeft en/of zijn advies zou laten afhangen van de vriendschapsband die bestaat in het kantoor.
Ik besluit dan ook dat hoewel er geen formeel verbod bestaat, het om redenen van onafhankelijkheid niet raadzaam is om stage te doen bij een bloedverwant of zijn kantoorgenoot.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie