Ga verder naar de inhoud

Hoofdstuk 5 Deontologie

Deel dit artikel

Na je eedaflegging ben je als advocaat aan duidelijk omschreven en strenge deontologische regels onderworpen.

Die regels gaan over zeer uiteenlopende aspecten van de beroepsuitoefening: van de essentiële plichten zoals het eerbiedigen van het beroepsgeheim en de plicht van onafhankelijkheid en partijdigheid, over de verplichte beroepsopleiding en permanente vorming, tot de omgang met cliënten, magistraten en derden en de mogelijke vormen van samenwerking.

Deze beroepsregels zijn opgenomen in reglementen die worden voorbereid in commissies en na een eventueel advies van de Cel Evenredigheid, besproken en gestemd worden door onze algemene vergadering.

Alle OVB-reglementen zijn sinds 1 januari 2015 gebundeld in de Codex Deontologie voor Advocaten.

Naast de Codex zijn er ook lokale, aanvullende reglementen. Die kan je raadplegen bij je balie.

Op de naleving van de regels en reglementen wordt toegezien door de stafhouder, die hoofd is van de Orde. De stafhouder en de Raad van de Orde zijn door de wetgever gelast met de opdracht de waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid van het beroep te doen respecteren.

Als een advocaat de deontologische regels schendt, kan er een tuchtprocedure tegen hem gestart worden. Dat kan op vraag van de cliënt of een derde, na een melding van het Openbaar Ministerie, of ambtshalve door de stafhouder zelf. De stafhouder, of iemand die door hem wordt aangesteld, onderzoekt de zaak.

Als hij dat nodig acht, kan de stafhouder de advocaat voor de tuchtraad doen oproepen. Er zijn in Vlaanderen drie tuchtraden: in Antwerpen, Gent en Brussel. Zij kunnen bepaalde tuchtsancties opleggen aan de advocaat. Er is ook een tuchtraad van beroep.

Update je kennis

Tweewekelijks verschijnt de deo-quiz op onze social kanalen. Ontdek hoe jij je skills kunt aanscherpen en nieuwe inzichten opdoet.

Ten Gronde – F*Q Deontologie

Wie dieper wil graven in de ethiek van het beroep, kan luisteren naar een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde.

Bestuurder deontologie Jan Meerts gaat in gesprek met mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo over de grenzen van het beroep.

Hoe verandert de deontologie in een moderne praktijkomgeving? Wat mag een advocaat vandaag nog naast zijn kernactiviteiten doen? En hoe ver reikt de vrijheid om het eigen ereloon te bepalen?

Wit­was­pre­ven­tie

Vroeg of laat kom je in aanraking met deze problematiek. Wees voorbereid.

Houden je beroepswerkzaamheden als advocaat verband met de aan- en verkoop van onroerend goed? Sta je cliënten bij in het beheer van hun financiële activa en rekeningen? Verleen je bijstand bij de oprichting, de exploitatie of het beheer van vennootschappen? Of treed je namens je cliënten op bij financiële verrichtingen of verrichtingen in verband met onroerend goed? Welnu, in die gevallen val je onder het toepassingsgebied van witwaspreventiewet (de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, kortweg de WPW), en ben je gebonden door haar verplichtingen inzake kantoororganisatie, client due diligence en het melden van vermoedelijke witwasoperaties aan je stafhouder.

Toch is het aangewezen dat je je vertrouwd maakt met de witwaspreventieverplichtingen, zelfs al verricht je als advocaat die specifieke beroepswerkzaamheden (nog) niet. Dan ben je voorbereid als dat morgen plots wel moet doen.

Daarnaast mag je als advocaat – ongeacht je beroepswerkzaamheden – geen cashbetalingen van meer dan € 3000 ontvangen voor een verrichting of een geheel aan verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan.

Op onze website vind je de belangrijkste informatie terug over witwaspreventie. Daar tref je de relevante regelgeving aan, zoals de WPW, en afdeling III.1.2. van de Codex Deontologie voor Advocaten, waarin de WPW concreet wordt vertaald naar de advocatuur (o.a. de meldings- en informatieverplichtingen, en de maatregelen van interne organisatie). Je vindt er ook een procedurehandboek en verwijzingen naar andere nuttige documenten en modellen, die je helpen te voldoen aan je witwaspreventieverplichtingen.

In­for­ma­tie­ver­plich­tin­gen

Als advocaat ben je gebonden aan informatieplichten.

Op advocaten rusten er tal van informatieverplichtingen. Het advocatencahier deontologie – nr. 6 2017 – De informatieplichten van de advocaat (opgelet, het dateert uit 2017) biedt je alvast een goed overzicht van de omvang van die verplichtingen. Recent hebben we een aantal modelformulieren geactualiseerd die je als advocaat kan gebruiken om te voldoen aan je informatieverplichtingen (onder meer op het vlak van het WER, de WPW en de GDPR-regelgeving) ten aanzien van cliënt-consumenten en cliënt-niet-consumenten. Ook in het handboek deontologie voor de advocaat-stagiair vind je meer informatie terug.

Deel dit artikel