Voorzitter op vrijdag: "Niemand wil verschijnen voor een vooringenomen rechter"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Auteur
Peter Callens
Het thema ‘wraking’ blijft de gemoederen beroeren en dus kom ik er nogmaals op terug. Zelf heb ik in 43 jaar balie slechts één keer een wraking meegemaakt, en dat was in de tuchtraad van beroep in onze eigen beroepsgroep. Maar er zou tegenwoordig een wrakingsepidemie ontstaan zijn... Zou de herfst doorgedrongen zijn in ons collectief oordeelsvermogen?
Allereerst lijken sommigen te geloven dat de wraking vooral (of uitsluitend) een manoeuvre is uit een achterhaald en grijs verleden dat de efficiënte berechting van criminelen dwarsboomt. Als wraking überhaupt behouden moet blijven, dan moet zij zodanig ingeperkt worden dat er zo weinig mogelijk van overblijft. Criminelen horen thuis in de gevangenis en spitsvondigheden om justitie in verwarring te brengen of uit te stellen, daarvan hebben wij schoon genoeg.
Is het aanhangers van die doctrine ontgaan dat regel nummer één van een rechtssysteem dat zichzelf respecteert, veronderstelt dat de rechter elke rechtszaak onbevangen afweegt? Toch zal niemand die elementaire regel in twijfel trekken: niemand wil verschijnen voor een vooringenomen rechter. En als je dat voor jezelf niet wil, dan kun je het ook niet willen voor anderen. Dus moet je de consequentie ervan aanvaarden: als de rechter niet onpartijdig is of een gebrek aan onpartijdigheid uitstraalt, dan moet je hem kunnen wraken.
Het principe is gemeengoed. Zodanig zelfs dat de Belgische wetgever twee afzonderlijke procedures voorzien heeft bij twijfel over de onpartijdigheid van de rechter: de wraking en de onttrekking van de zaak aan de rechter.
Op basis van een paar ophefmakende rechtszaken springen sommigen nu naar de conclusie dat wij met een enorm wrakingsprobleem zitten waaraan paal en perk moeten gesteld worden.
Het probleem is dat België geen boordtabel heeft om te checken of wrakingen werkelijk zo problematisch zijn. In mijn column van 26 september 2025 vermeldde ik de (waarschijnlijk onderschatte) cijfers die de RTBF zei verkregen te hebben van het College van Hoven en Rechtbanken: 26 wrakingsverzoeken in 2020, 55 in 2021, 41 in 2022, 44 in 2023 en 43 in 2024. Als je dat plaatst tegenover het aantal nieuw binnenkomende zaken in eerste aanleg (in 2024 377.358 nieuwe rechtszaken voor de rechtbanken van het niveau eerste aanleg, d.i. inclusief de arbeids- en ondernemingsrechtbanken), dan was er vorig jaar in 0,012% van de dossiers een wraking. Zelfs als het reële aantal wrakingen 10x hoger zou zijn, dan nog zijn er zeer weinig wrakingen. Een bewijs voor een wrakingsexplosie die leidt tot desorganisatie van Justitie is er bijgevolg niet. Tot nader order is er enkel een indruk dat er in grote strafdossiers meer wrakingen zijn dan vroeger. Die impressie vereist bevestiging.
Degenen die roepen om strengere regels lijken te veronderstellen dat wrakingen zich enkel voordoen in strafzaken. Ook daarvoor ontbreekt bewijs. Ter vergelijking, in Nederland – vaak geciteerd als voorbeeldland voor de behandeling van wrakingen – zijn er jaarlijks ruim 700 wrakingen. De hoofdbrok daarvan betreft burgerlijke zaken: meer dan het dubbele van het aantal wrakingen in strafzaken. En bij ons? Wij weten het niet, behalve voor het Hof van Cassatie. Voor dat Hof waren er in 2020-2023 81 wrakingsverzoeken, waarvan 35 civiel en 46 penaal.
Daarbij mogen wij niet voorbijgaan aan de vaststelling dat de Group of States against Corruption (GRECO), de corruptiebestrijder van de Raad van Europa, ons land al sinds 2014 kapittelt voor de ondoorzichtige samenstelling van de kamers waaraan zaken worden toegewezen. GRECO herhaalde in zijn conformiteitsverslag van mei 2024 dat ‘een bepaald objectief en aleatoir karakter met betrekking tot de verdeling van de zaken moet worden verzekerd teneinde de transparantie en billijkheid van de procedures te waarborgen.’ Dat is tot op vandaag onopgelost en moet echt beter. Wie wrakingen wil bestrijden zal daarop moeten inzetten.
Enkelingen breken een lans voor het bemoeilijken van de toegang tot wraking. Zo ontstond de gedachte dat de stafhouder wrakingsverzoeken mee zou moeten ondertekenen. Zodoende neemt een gezaghebbende advocaat verantwoordelijkheid op voor een wrakingsverzoek. Maar de stafhouder is niet de advocaat van de wrakende partij en hij heeft bovendien een onafhankelijke rol, ten aanzien van zowel de advocaten van de wrakende partij als de andere advocaten in dezelfde zaak. De stafhouder kan onmogelijk zijn arbitrerende en tuchtrechtelijke rol opnemen als hij het standpunt van één partij ondersteunt. Een slecht idee dus.
Andere beperkingen zoeken sommigen in de opheffing van de schorsende werking van de wraking, de verhoging van de boete voor kennelijk onontvankelijke of ongegronde wraking, een verbod voor een partij om gedurende een bepaalde termijn nog te wraken, of de bizarre gedachte dat als er binnen een bepaalde termijn geen uitspraak gedaan is over een wrakingsverzoek, dat laatste geacht wordt verworpen te zijn. Stuk voor stuk voorstellen die voor stevige kritiek vatbaar zijn en door hun repressieve inslag wrakingsverzoeken framen als overbodige vertragingsmanoeuvres.
Terwijl het uitgangspunt zou moeten zijn dat elkeen recht heeft op een onafhankelijke en onpartijdige rechter en daarvoor procedurele waarborgen moet hebben. Elke achteruitgang op dit gebied is, anno 2025 nog méér dan voorheen, een gevaar voor elke burger. De procedure eenvoudiger of sneller maken, met behoud van de fundamentele waarborgen: wij zijn helemaal vóór. Maar het grotendeels dichtdraaien van de kraan, dat zou een grove vergissing zijn.
Opdracht nummer één blijft het in kaart brengen van de wrakingen: waar zitten zij, en welke zijn de redenen ervoor, hoe liggen hun slaagkansen en welke zijn de gevolgen? Meten is weten, en dan kunnen wij gericht remediëren waar wenselijk.
Met genegen groeten,
Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Ook interessant
Voorzitter op vrijdag: "Het Rekenhof ontpopt zich tot de explosiefste justitiewatcher van het moment"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Voorzitter op vrijdag: "De advocaat beslist wat hij met het AI-resultaat doet, niet omgekeerd"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.