Voorzitter op vrijdag: "Moet de beroepsgroep alles toelaten wat niet kennelijk haaks staat op de kernwaarden? Onze foutmarge is klein"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Auteur
Peter Callens
Vorige week organiseerde de prestigieuze Brusselse club ‘de Warande’ een debatavond over de toekomst van de advocatuur, met Wim Dejonghe, de steradvocaat – ‘topadvocaat’ is voorbehouden voor een andere liga binnen ons beroep – die uitgroeide tot een icoon van de zakenadvocatuur. Ondergetekende mocht in het gesprek een tegengewicht bieden.
In hoofdzaak kwam Dejonghe pleiten voor het toelaten van externe financiering van advocatenkantoren. Dat is nodig, argumenteert hij, niet voor de grote kantoren, die geen dergelijke financiering nodig hebben, maar voor de brede middenmoot. Die groep heeft investeringen broodnodig. En laat dat nu uitgerekend een groot probleem zijn, want er bestaat in onze sector, zo observeerde hij met scherpte, geen enkele aanmoediging om zelf geld te steken in het eigen kantoor. Wie kapitaal wel zou vergoeden, vermindert het winstaandeel dat de vennoten uit het kantoor kunnen halen. Dat zorgt ervoor dat zij misnoegd vertrekken naar het eerstvolgende andere kantoor dat beter betaalt. Maar ondertussen lopen investeringen achter.
Die spagaat kun je oplossen met externe financiering, stelt Dejonghe. De financier brengt niet alleen geld in om de concurrentieslag aan te kunnen in onze door artificiële intelligentie aangejaagde omgeving, hij levert bovendien bedrijfskennis die advocaten ontberen. Bijvoorbeeld over het optimaliseren van rentabiliteit. Advocaten zijn slechte managers, zo klinkt het, zij moeten leren van financiers die dat talent wel beheersen. Dat Dejonghe tegenwoordig een bedrijf heeft dat zich richt op externe financiering van advocatenkantoren maakt de boodschap concreter, maar minder neutraal.
De roep dat advocaten de concurrentieslag verliezen omdat zij geen middelen vrijmaken om te investeren, hoorde je pakweg 25 jaar geleden ook. De kost van investeringen in computermateriaal zou zodanig exorbitant worden, dat veel kantoren onherroepelijk zouden afglijden naar de ondergang. De realiteit werd anders: computers en basissoftware werden commodities. De prijzen stegen niet: zij daalden. En de kleine of middelgrote kantoren die zouden verdwijnen? Zij zijn er nog steeds.
Zal het anders zijn met AI? Wie waagt zich aan voorspellingen? Ongetwijfeld zal AI ons beroep drastisch dooreenschudden. Wees daar maar zeker van. Maar het is allerminst uitgemaakt dat het de enormiteit van de investering zal zijn, die zal zorgen voor de omwenteling in het beroep. Wel het gegeven dat (generatieve) artificiële intelligentie beschikbaar zal zijn voor advocaten. En voor cliënten, wederpartijen en magistraten, en dat je daarmee als advocatenkantoor zult moeten omgaan, groot of klein.
Voorlopig is de economische case voor externe financiering van Belgische advocatenkantoren, naar mijn bescheiden mening, zwak. Niet dat er geen ruimte is voor bedrijfsoptimalisering. Die is er. Wel dat er onvoldoende aantrekkelijke targets zijn om in te investeren. Op de Londense markt, waar externe financiering van advocatenkantoren een hot topic is, verwachten financiers een jaarlijks rendement van 20-25%. Het zal bij ons niet minder zijn. Dat spreekt Wim Dejonghe niet tegen.
Het probleem is dat advocatenkantoren kapitaal niet of amper vergoeden. Wij vergoeden advocatenwerk. Niet de kapitaalinbreng. Welk kantoor is bereid zijn winst te laten afromen door een externe financier? Wij zijn zelfs niet bereid om de kapitaalinbreng door advocaten te remunereren… Ga overigens uit van een minimale inbreng van enkele miljoenen, want anders is de managementkost buiten verhouding tot het verhoopte rendement.
Sceptici hebben nog meer pijlen op hun boog.
Allereerst, externe financiering doet focussen op geldgewin. Geld verdienen is geen gevolg meer, het is het doel. Waarschijnlijk het enige doel, ten koste van het maatschappelijke belang van het beroep in het rechtsbestel. Dat toelaten wijzigt de uitstraling van de hele advocatuur. Willen wij dat? Een aanwezige merkte op dat ook de mindset omslaat. Inzet voor de cliënt wordt drang naar winstverhoging. Is dat de advocatuur van de toekomst?
Deontologen vrezen voor de onafhankelijkheid: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Hoe zwaar zal het onafhankelijke oordeel van de advocaat doorwegen, als de hete adem van de financier roept om winstverhoging? En quid met het beroepsgeheim? Zal de financier zich toegang verschaffen tot cliëntengegevens, tot dossiers?
Voorstanders minimaliseren de deontologische bezwaren. De financier zal toch zo dom niet zijn om de wezenskenmerken van het advocatenkantoor waarin hij belegd heeft, te negeren? Hij zou zijn eigen investering ondermijnen. Dat is het laatste wat hij zal doen, verzekert de sector.
Misschien is dat zo. De hamvraag is: moeten wij externe financiering verbieden, enkel omdat velen er niet in geloven? Anderen zijn wél believers. Wie weet, krijgen die uiteindelijk gelijk? Moet de beroepsgroep niet alles toelaten, behalve wat kennelijk haaks staan op de kernwaarden?
De OVB is aan de slag gegaan met een evaluatie van het verbod op externe financiering. Een werkgroep komt eerlang met een voorstel, voor behoud of voor aanpassing van de Codex Deontologie.
De lidstaten mogen volgens het EU Hof van Justitie (in Halmer) de inbreng van extern kapitaal aan banden leggen om de integriteit en onafhankelijkheid van de advocaat te beschermen. Dat alleen al geeft aan dat wat hier op het spel staat, niet anekdotisch of banaal is.
Het gaat immers niet zomaar om de financiering van dit of dat armlastig of ambitieus kantoor. Het gaat om de plaats van de advocatuur in het rechtsbestel. Als wij beslissen externe financiering toe te laten, is onze foutmarge beperkt. De bijzondere plaats van de balie in Justitie, met haar pleitmonopolie, haar bijzondere beroepsgeheim, haar onafhankelijkheid en immuniteit van het pleidooi: die zijn ons gegund indien en zolang wij onze kernwaarden zelf hooghouden.
Met genegen groeten,
Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Ook interessant
Voorzitter op vrijdag: "Het Rekenhof ontpopt zich tot de explosiefste justitiewatcher van het moment"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Voorzitter op vrijdag: "De advocaat beslist wat hij met het AI-resultaat doet, niet omgekeerd"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.