Ga verder naar de inhoud

Voorzitter op vrijdag: "Het spreekrecht van rechters verschilt van dat van advocaten"

vrijdag 19 december 2025

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Auteur

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

Advocaten zijn ook burgers. Dus hebben zij recht op vrije meningsuiting, zoals elke burger. In een democratische maatschappij krijgt de vrije meningsuiting van de advocaat, vanuit het oogpunt van de goede werking van de gerechtelijke instellingen en de rechtsbescherming van de justitiabele, een bijzonder belang.

En toch, wie advocaat wil zijn, weet dat zijn recht op vrije meningsuiting niet helemaal synchroon loopt met dat van andere burgers. De rol van de advocaat in het rechtsbestel maakt dat hij rekening moet houden met moduleringen eigen aan het beroep.

In zijn optreden voor rechtbanken geniet de advocaat een zeer brede vrijheid. Dat is de immuniteit van het pleidooi. Ook als de advocaat buiten de rechtbank handelt als advocaat, heeft hij recht van spreken – maar dan gelden er caveats. Om te beginnen moet hij zijn beroepsgeheim respecteren, en is hij gebonden door de ultieme toets van het belang van de cliënt. Als de advocaten feiten aanhaalt, moet hij binnen de grenzen van de redelijkheid verifiëren of die wel kloppen. Bij twijfel onthoudt de advocaat zich, of maakt hij een gepast voorbehoud. Als de advocaat zich beperkt tot een appreciatie of een mening over bepaalde feiten, maakt hij dat duidelijk – en ook daar moet hij erop toezien dat de feiten waarover hij zich uitspreekt, in voldoende mate kloppen.

Het vrije spreekrecht van de advocaat is in de afgelopen decennia sterk geëvolueerd. Wij komen uit een tijd van grote terughoudendheid, die anno 2025 niet langer vol te houden is – en ook niet langer wenselijk is. Disputen worden via de media uitgevochten lang voordat zij het gerechtsgebouw binnentreden. In die publieke strijd moet de advocaat zijn cliënt bijstand kunnen leveren. Nog steeds met terughoudendheid en voorzichtigheid, maar toch met een veel grotere manoeuvreerruimte dan pakweg dertig jaar geleden.

Daarnaast wordt verwacht – en is het aan te moedigen – dat advocaten op het publieke forum en in de media kundig het woord nemen om uitleg te verschaffen over Justitie, over wat er goed werkt of niet werkt, en over het hele gamma tussenin. De advocaat is geen Japanse ‘hikikomori’, die gedreven door sociaal onbehagen of maatschappelijke druk een geïsoleerd leven leidt, omzeggens nooit buiten komt en zijn leven doorbrengt op zijn kamertje.

Vorige maandag, op 15 december 2025, kreeg het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (Grote Kamer) in Danileţ t. Roemenië de gelegenheid zich uit te spreken over het spreekrecht, niet van advocaten, maar van rechters.

Vasilică‑Cristi Danileţ is een bekende Roemeen. Zijn reputatie ontleent hij aan zijn commentaren, op sociale media, over de gang van zaken in zijn geboorteland. Daarin durft hij, gemeten aan wat voor magistraten gangbaar is, scherp uit de hoek komen. Twee van zijn zure bespiegelingen mondden uit in een tuchtstraf. Danileţ trok naar Straatsburg.

Iedereen voelt met zijn ellebogen aan dat het spreekrecht van rechters verschilt van dat van advocaten. Als advocaten mistoestanden moeten kunnen aankaarten via hun vrije meningsuiting, dan is dat voor rechters zonder twijfel toch anders.

Zo is het niet passend als een rechter zich publiek uitspreekt over een zaak die bij hem in behandeling is, of waarin hij uitspraak gedaan heeft: wat de rechter over die zaak te zeggen heeft, moet hij in het vonnis zelf neerpennen, of erover zwijgen. Dezelfde plicht tot terughoudendheid geldt ook voor de zaken die hangend zijn of waren bij collega-rechters.

Maar als het gaat over een zwaar bedreigde toestand van de democratie of de rechtstaat, bevestigt het EHRM dat rechters zich in het openbaar mogen uitspreken over kwesties die het algemeen belang raken, door standpunten te delen over aangelegenheden waarover men mag aannemen dat het publiek geïnformeerd wil worden.

Een vraag die daarbij speelt, is of dat spreekrecht moet voorbehouden worden voor korpsoversten, woordvoerders van hoven en rechtbanken of andere welbepaalde hoge magistraten. Het antwoord daarop is principieel negatief, maar in elk geval moeten rechters een aantal vereisten in acht nemen:

  • Rechters hebben spreekrecht om de fundamenten van de rechtstaat te beschermen, maar dat gaat overigens samen met een devoir de réserve die noodzakelijk is om het gezag en de onafhankelijkheid van het rechtssysteem en de onpartijdigheid van het gerecht te vrijwaren.
  • Rechters moeten acht slaan op hun toon en woordgebruik en daarbij oog hebben voor de waardigheid van justitie.
  • Zij zijn verantwoordelijk voor de ondubbelzinnigheid van hun uitspraken. Het is essentieel dat zij vermijden dat hun uitlatingen uiteenlopende draagwijdtes kunnen krijgen.
  • Korpsoversten en bepaalde andere hoge magistraten krijgen vanuit hun functie een verhoogde bescherming op het stuk van de vrije meningsuiting, aangezien wat zij zeggen veelal geïnspireerd wordt door de wil om het rechtsstelsel te beschermen.
  • De plicht tot terughoudendheid vereist dat men zich onthoudt van commentaren die redelijkerwijs kunnen doen vrezen dat zij de uitkomst van een procedure rechtspleging of het eerlijke verloop ervan kunnen compromitteren.

Rechters die zich aan publieke uitspraken willen wagen, zullen hun voordeel doen met een aandachtige lectuur van de concurring opinion van de Belgische rechter Frédéric Krenc (p. 75): een meesterwerk.

Zoals Lord Justice Sedley zei in Redmond-Bate v DPP [2000]: “Freedom only to speak inoffensively is not worth having. Freedom of expression extends to the irritating, the contentious, the eccentric, the heretical, the unwelcome and the provocative.” Maar rechters én advocaten moeten goed weten met welke maatbeker of druppelteller zij uit dat vaatje tappen, want de geloofwaardigheid van justitie staat op het spel.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 05 december 2025

Voorzitter op vrijdag: "Moet de be­roeps­groep alles toelaten wat niet kennelijk haaks staat op de kernwaarden? Onze foutmarge is klein"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Voorzitter op vrijdag
vrijdag 21 november 2025

Voorzitter op vrijdag: "Het Rekenhof ontpopt zich tot de explosiefste justitiewatcher van het moment"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen