Amok in recreatiedomeinen vereist andere aanpak dan voetbalhooliganisme
We hebben een advies geschreven bij het nieuwste wetsvoorstel over de veiligheid in recreatiedomeinen (DOC 56-0173). Naast onze algemene kritische houding ten aanzien van de groeiende trend naar meer bestuurlijke handhaving, vereist de tekst zelfs los daarvan een grondige herwerking. Het vaak blindelings kopiëren van de Voetbalwet zonder de specifieke context van de recreatiedomeinen in acht te nemen is één van de meest voorname problemen met dit wetsvoorstel.
Auteur
Nico Moons

Ben Claes

Korte inhoud
Het lijstje wetsvoorstellen om de veiligheid in recreatiedomeinen te verbeteren is intussen aardig lang. De nieuwste worp mag dan wel fundamenteel verschillen van de versie die we in 2022 van commentaar hebben voorzien, de problemen met deze tekst zijn er niet minder om.
Voorliggend wetsvoorstel beoogt niet langer een aanpassing van de Nieuwe Gemeentewet, maar roept een volledig nieuwe wet in het leven die zeer sterk geïnspireerd is door de Voetbalwet van 21 december 1998.
Kort samengevat: overtredingen van deze wet (zoals allerhande vormen van overlast en geweld), die bij pv vastgesteld worden door de politie, kunnen bestraft worden door een door de Koning aangewezen ambtenaar indien het parket geen strafrechtelijk gevolg wenst te geven aan de feiten. De overtreder kan om een verhoor verzoeken (verplicht bij minderjarige) en heeft het recht om zich te laten bijstaan door een advocaat. Beroep tegen de beslissing van de ambtenaar is mogelijk bij de politierechtbank en voor minderjarigen bij de jeugdrechtbank.
De ambtenaar kan volgende administratieve sancties opleggen: een geldboete, een domeinverbod van max. 10 jaar en een perimeterverbod. Om verplaatsingsgedrag te voorkomen, heeft een dergelijk domeinverbod automatisch nationale uitwerking. Het kan ook als beveiligingsmaatregel door de verbalisant worden opgelegd. Minderjarigen vanaf 14 jaar kunnen eveneens een domeinverbod (van max. 5 jaar) opgelegd krijgen.
Copy-paste Voetbalwet creëert problemen
Het wetsvoorstel is op vele vlakken een kopie van de Voetbalwet. Het miskent daarbij de specifieke en erg verschillende context van voetbalstadions en recreatiedomeinen. Dit gemis aan perspectief levert heel wat disproportionele bepalingen op. We sommen er enkele op:
- Perimeterverbod rond het recreatiedomein van max. 1 km gekoppeld aan het domeinverbod: in tegenstelling tot bij voetbalstadions waar hooliganisme zich vaak verspreidt tot de omliggende woonwijk, is er van noemenswaardige conflicten in de ruime omtrek van recreatiedomeinen geen sprake.
- Het gooien of schieten van voorwerpen zonder dat hiervoor enig doelwit beoogd dient te worden en zonder de vereiste dat het projectiel daadwerkelijk een persoon of een goed raakt, laat staan schade toebrengt, is voldoende voor een administratieve sanctie. In voetbalstadions en omringende straten wordt men in de regel niet geacht met dingen te gooien; in een recreatiedomein of een park maakt het doorgaans dele uit van de doorsnee activiteiten.
- De sancties zijn identiek. In vergelijking met een toegangsverbod tot voetbalstadions is het niet mogen betreden van recreatiedomeinen, parken, natuurgebieden, … gedurende x aantal maanden of jaren echter een aanzienlijk grotere inperking van de vrijheid van verplaatsing zoals grondwettelijk en internationaalrechtelijk verankerd.
- Hoewel het maximale domeinverbod voor minderjarigen wel lager is, is de maximale termijn van 5 jaar nog steeds erg hoog. In tegenstelling tot voetbalstadions trekken recreatiedomeinen immers vooral families aan. Zij zijn in het bijzonder gericht op de jeugd. Een strafrechtelijke veroordeling door de jeugdrechter kan paradoxaal genoeg aantrekkelijker zijn omdat hij in tegenstelling tot de ambtenaar ook niet-repressieve, herstelgerichte maatregelen kan uitspreken.
- De duur van het domeinverbod als beveiligingsmaatregel (max. 3 maanden) hoeft in tegenstelling tot in de Voetbalwet niet bevestigd te worden binnen een termijn van 14 dagen. Dat was nochtans één van de argumenten van het Arbitragehof waarom het onmiddellijk stadionverbod geen straf is in het licht van artikel 6 EVRM en dus ook niet de bijhorende procedurele waarborgen vereiste. Bovendien heeft een onmiddellijk stadionverbod (opnieuw) een minder grote impact. Op 14 dagen tijd zal de overtreder normaal slechts 2 voetbalwedstrijden moeten missen. Bij recreatiedomeinen daarentegen zal de overtreder effectief geen enkele dag het domein mogen betreden.
Ook interessant
Raad van State organiseert opnieuw infosessie over zijn vernieuwde elektronische platform
De Raad van State organiseert op donderdag 22 mei 2025 om 14u00 opnieuw een online infosessie voor advocaten en hun medewerkers over de nieuwe versie van e-ProAdmin, het elektronisch platform voor procedures bij de afdeling Bestuursrechtspraak.
Update: opnieuw verlenging opschorting uitvoering straffen 0-3 jaar via zelfaanbod
In de strijd tegen de overbevolking in de gevangenissen heeft de minister van Justitie de instructie over de opschorting van de uitvoering van bepaalde straffen verlengd tot en met 6 juni 2025.