Ga verder naar de inhoud

Standpunt Wet 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX WER

Sofie Verherstraeten

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Het kabinet van Justitie heeft aan de OVB gevraagd om haar advies te geven over de artikelen 2 en 4 tot en met 12 van de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Die artikelen worden op dit moment geëvalueerd.

We formuleerden enkele kritische bedenkingen.

Evaluatie van artikelen 2, 4 t.e.m. 12

De wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna ‘wet van 21 maart 2021’) heeft enkele wijzigingen aangebracht aan boek XX WER, waaronder de invoeging van het 'voorbereidend akkoord' (artikel XX.39/1 WER).

Die wet is in werking getreden de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt, namelijk 26 maart 2021 (met uitzondering van de artikelen 3, 13 en 14 die in werking treden op 1 januari 2023).

Artikel 16 van de wet van 21 maart 2021 stelt dat de minister uiterlijk op 15 juni 2021 evalueert of de in de artikelen 2 en 4 tot 12 beoogde procedures passend zijn. Die evaluatie stelt, zo nodig, denksporen voor wetgevende verbeteringen voor.

Artikel 17, tweede en derde lid van de wet van 21 maart 2021 schrijven voor dat de artikelen 2 en 4 tot 12 buiten werking treden op 30 juni 2021 maar dat de Koning bij in Ministerraad overlegd Koninklijk Besluit die termijn kan verlengen.

In dat kader heeft het kabinet van minister van Justitie Van Quickenborne aan ons gevraagd om ons advies over te maken over de artikelen 2 en 4 tot en met 12 van de wet van 21 maart 2021.

Ons advies

We hebben geen bijzondere opmerkingen geformuleerd bij de artikelen 2, 5, 10, 11 en 12 van de wet van 21 maart 2021 maar we zijn kritisch ten aanzien van de andere bepalingen.

Termijnen onderzoek

Zo betwijfelen we of het een goede zaak is dat artikel 4 van de wet van 21 maart 2021 de termijnen in artikel XX.28 WER (onderzoek bij kamer voor ondernemingen in moeilijkheden) langer heeft gemaakt.

Voorbereidend akkoord

Wat artikel 6 van de wet van 21 maart 2021 (en aldus artikel XX.39/1 WER aangaande het voorbereidend akkoord) betreft, merken we onder meer op dat het nuttig had geweest indien die bepaling zou opleggen dat de schuldenaar de doelstelling(en) moet aanwijzen waarvoor hij het openen van de procedure aanvraagt.

We vinden ook dat de stukken, die de schuldenaar bij het verzoekschrift moet voegen, meer financiële informatie zouden moeten verschaffen aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank.

Daarenboven vindt de OVB het onbegrijpelijk dat heden niet wordt gevraagd om de lijst van de schuldeisers bij het verzoekschrift te voegen.

Nog betreffende het voorbereidend akkoord, staan we terughoudend ten aanzien van de bepaling die stelt dat de schuldenaar de naam van de gerechtsmandataris kan voorstellen. De OVB benadrukt daarnaast dat, indien een gerechtsmandataris met ‘verbonden partijen’ onderhandelingen over een schuldherschikking (minnelijk akkoord) voert, die onderhandelingen moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als artikel XX.87, §2 WER. We vrezen bovendien dat het risico bestaat dat een gerechtsmandataris die handelt in het belang van de schuldeisers een grotere kans heeft om de procedure beëindigd te zien dan een gerechtsmandataris die opportunistisch handelt in het voordeel van de aandeelhouders (en ten nadele van de schuldeisers). We vragen ons ook af of het niet meer aangewezen was geweest om de kosten en erelonen van de gerechtsmandataris te kwalificeren als schuldvorderingen buiten de opschorting.

We merken daarenboven op dat er tot op heden nog steeds geen Koninklijk Besluit is in uitvoering van dit nieuwe artikel XX.39/1 WER, met name een Koninklijk Besluit dat de inzage- en schrijfrechten van derden regelt. Evenmin werd er een regeling voorzien met betrekking tot de (al dan niet) betaling van een retributie voor het neerleggen, via Regsol, van dergelijk prepack verzoekschrift.

Gerechtelijke reorganisatie

De OVB betreurt dat de sanctie van onontvankelijkheid werd geschrapt in artikel XX.41, §2 WER (verzoek tot gerechtelijke reorganisatie) door artikel 7 van de wet van 21 maart 2021. Daarmee is men teruggekeerd naar de situatie waar een onzorgvuldige schuldenaar, door de neerlegging van een verzoekschrift zonder stukken, meteen al een bescherming kan afdwingen.

We betreuren eveneens dat artikel 8 van de wet van 21 maart 2021 geraakt heeft aan de mechanismen uit artikel XX.45, §5 WER die bescherming bieden tegen misbruiken van de procedure van gerechtelijke reorganisatie.

Door artikel 9 van de wet van 21 maart 2021 werd onder meer artikel XX.46, §5, tweede lid WER ingevoegd. Op basis van die bepaling worden enkel de documenten die in uitvoering van artikel XX.39/1 WER werden neergelegd, in Regsol beschikbaar gesteld.

Om te voorkomen dat schuldeisers die procedure zouden gebruiken om niet alle stukken van artikel XX.41, §2 WER neer te leggen, zouden die stukken volgens ons beschikbaar moeten zijn op het ogenblik dat de ondernemingsrechtbank de procedure opent overeenkomstig artikel XX.46, §5 WER.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Sofie Verherstraeten

Jurist studiedienst
avatar

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Insolventierecht
vrijdag 19 april 2024

Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%

Door de stijging van de consumptieprijsindex zijn de schijven waarop de erelonen van de curatoren worden berekend sinds 1 april 2024 opnieuw verhoogd met 5%. Die zijn namelijk gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

We hebben, samen met Avocats.be, de aangepaste bedragen spoedig na de vereiste stijging van de consumptieprijsindex bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Meer lezen
Insolventierecht
woensdag 06 december 2023

Bericht voor curatoren: nieuwe betaalgegevens kosten pro-Deo faillissement

De FOD Financiën verzoekt de curatoren om toekomstige betalingen (kosten pro-Deo faillissement) uit te voeren op het gecentraliseerde rekeningnummer van de FOD Financiën.

Meer lezen
Insolventierecht
vrijdag 29 september 2023

Waarop moet u letten als curator na de wet van 7 juni 2023 tot omzetting van de herstructureringsrichtlijn?

De wet van 7 juni 2023 tot omzetting van de herstructureringsrichtlijn trad in werking op 1 september 2023 en is van toepassing op insolventieprocedures geopend vanaf die dag. De wet van 7 juni 2023 brengt enkele belangrijke vernieuwingen binnen het insolventierecht met zich mee.

Treedt u ook op als curator? Bekijk dan zeker ons bondig overzicht met de (praktische) aandachtspunten.

Meer lezen
Strafrecht Standpunt
vrijdag 12 mei 2023

Nieuwe SMS, nieuwe bezwaren

Het kabinet Justitie heeft haar vierde poging om justitie menselijker, sneller en straffer te maken ingediend in de Kamer. We bekijken het ontwerp kritisch in de context van onze opmerkingen bij het voorontwerp.

Meer lezen
Speeltuin
Publiekrecht Standpunt
vrijdag 30 december 2022

Nationaal toegangsverbod voor recreatiegebieden: gebouwd op los zand?

Een nieuw wetsvoorstel wil komaf maken met de jaarlijkse overlast in recreatiegebieden door te voorzien in een systeem van gegevensuitwisseling over personen tegen wie een plaatsverbod voor zulke gebieden loopt. De OVB bespeurt hierin echter een te verregaande beperking van het recht op persoonlijke bewegingsvrijheid.

Meer lezen
Insolventierecht
Insolventierecht
Insolventierecht
Kantoor werken
Insolventierecht