Nieuw wetsontwerp streeft naar taalevenwicht in Brusselse justitiële organen
Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
Standpunt Wetsontwerp versnelde procedure foutloze aansprakelijkheid
Laurence Lambert
In het Belgisch Staatsblad van 21 juni 2017 is de wet gepubliceerd van 8 juni 2017 betreffende de coördinatie van het deskundig onderzoek en de versnelling van de procedure in verband met bepaalde vormen van foutloze aansprakelijkheid.
In het Belgisch Staatsblad van 21 juni 2017 is de wet gepubliceerd van 8 juni 2017 betreffende de coördinatie van het deskundig onderzoek en de versnelling van de procedure in verband met bepaalde vormen van foutloze aansprakelijkheid.
De nieuwe wet gaat ervan uit dat de foutloze aansprakelijkheid in de praktijk een groot deel van haar nut verliest door toepassing van het adagium ‘le criminel tient le civil en état’. Dat adagium, besloten in art. 4, eerste lid, tweede zin V.T.Sv., heeft inderdaad tot gevolg dat de uitspraak van de burgerlijke rechter over een eventuele foutloze aansprakelijkheid wordt opgeschort tot de einduitspraak over een eventuele strafvordering die naar aanleiding van dezelfde feiten zou zijn ingesteld.
Samenvatting van de nieuwe regeling
Daarom bepaalt het ontworpen art. 1385quinquiesdecies/1 Ger.W. dat de vordering bedoeld in het ontworpen art. 1385quinquiesdecies Ger.W., in afwijking van art. 4, eerste lid, tweede zin V.T.Sv., “niet [wordt] opgeschort gedurende de loop van een strafvordering die geheel of gedeeltelijk op dezelfde feiten is gegrond”. Op die manier kan de burgerlijke rechter alvast uitspraak doen over de foutloze aansprakelijkheid zonder dat hij het oordeel van de strafrechter hoeft af te wachten.
Volgens het ontworpen art. 1385quinquiesdecies/2, §1, eerste lid Ger.W., kan de werking van het adagium ten slotte alsnog worden ‘hersteld’ met akkoord van de partijen of “indien de rechter op verzoek van een partij, op gemotiveerde wijze vaststelt dat de gezamenlijke behandeling van deze vordering en van één of sommige van de tussenvorderingen noodzakelijk voor de goede rechtsbedeling is”.
Standpunt van de OVB
De OVB schaart zich uitdrukkelijk achter de doelstelling van het wetsontwerp om de procedure in verband met bepaalde vormen van foutloze aansprakelijkheid, te versnellen. Wel wees zij de wetgever op de logica van het adagium 'le criminel tient le civil en état' die ligt in een terechte bekommernis om tegenstrijdige rechterlijke uitspraken te vermijden. Het hoeft niet te verwonderen dat voorrang wordt gegeven aan de strafprocedure, niet alleen omdat daarin uitspraak wordt gedaan in het algemeen belang maar ook omdat een strafprocedure meer waarborgen biedt op een eerlijk proces dan die welke men in een burgerlijke procedure kan bereiken.
De OVB waarschuwde de wetgever voor de te optimistische visie dat de toepassingsvoorwaarden van een foutloze aansprakelijkheidsregel niet zouden beantwoorden aan de omschrijving van een misdrijf of van een fout. Hoewel de burgerlijke rechter inderdaad geen 'fout' beoordeelt, blijven de feiten waarover beide rechters geroepen worden om uitspraak te doen, immers dezelfde. Een groot deel van de praktische toepassingsproblemen zal echter door de rechtspraak kunnen worden opgevangen door vast te stellen dat het gezag van gewijsde in burgerlijke zaken een verschillende draagwijdte heeft dan in strafzaken. In ieder geval moet voor de strafrechter betwisting mogelijk zijn, ook over die elementen die de burgerlijke rechter reeds bewezen heeft verklaard.