dinsdag 23 april 2024
Nieuw wetsontwerp streeft naar taalevenwicht in Brusselse justitiële organen
vrijdag 19 april 2024
Schijven waarop erelonen curatoren berekend worden voor vijfde keer verhoogd met 5%
Standpunt statuut pleegouders
De OVB heeft tijdens de hoorzitting in de Kamercommissie Justitie op 29 april 2015 haar visie gegeven over de verschillende wetsvoorstellen tot invoering van een wettelijk statuut voor pleegouders. Het is positief dat de wetgever een juridisch statuut wil uitwerken voor pleegouders, zij het dat de OVB bij de voorliggende wetsvoorstellen een aantal bedenkingen (m.n. juridisch-technische aspecten en problemen) wenst te formuleren.
De opmerkingen van de OVB gingen voornamelijk over:
- De uitgewerkte regeling moet in overeenstemming zijn met de grondrechten van de ouders, de minderjarige én de pleegouders. Bovendien moet de wetgever rekening houden met de aanbeveling van de Raad van Europa over de pleeggezinnen (nr. R (87) 6), de Concluding observations van het Kinderrechtencomité t.a.v. België uit 2010 (CRC/C/BEL/CO/3-4) en het advies van de Raad van State uit 2008 (nr. 52K0515/003). Tot slot moet de federale wetgever maximaal afstemmen met de gemeenschappen.
- Pleegplaatsing kan op 3 manieren tot stand komen: een uniforme regeling moet worden uitgewerkt.
- De bevoegde rechtbank is bij voorkeur de familierechtbank, zodat één uniforme procedure kan worden uitgewerkt voor de 3 'soorten' pleegplaatsing.
- De positie van de minderjarige in de procedure moet worden versterkt.
- De minderjarige moet bijgestaan worden door een advocaat.
- Grote terughoudendheid bij de overdracht van aspecten van het ouderlijk gezag aan de pleegouders.
- Voorziet de wetgever in de mogelijkheid om een overeenkomst op te stellen tussen ouders en pleegouders, dan moet die verplicht door de rechtbank worden gehomologeerd.