Deontologie-advies Advies 654
Het beroepsgeheim kan in conflict komen met hogere waarden die in sommige gevallen kunnen primeren, zoals de noodtoestand. De minderjarige cliënt die de intentie heeft geuit om een mogelijk ernstig misdrijf te plegen tegen het leven of de gezondheid van een magistraat en dit nadien nog eens heeft herhaald aan zijn broer, plaatst de advocaat voor een dergelijk waardenconflict. De advocaat moet in eer en geweten zelf beoordelen of de dreigementen van zijn cliënt ernstig moeten worden genomen. In bevestigend geval bespreekt hij de zaak met zijn stafhouder. Het is aangewezen dat de stafhouder de Procureur des Konings inlicht, zodat hij de betrokken jeugdrechter kan inlichten en desgevallend de nodige (beschermings)maatregelen kan treffen. De advocaat dient zich terug te trekken als raadsman van de minderjarige zodra de Procureur des Konings in kennis werd gesteld van de bedreigingen.
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
Een voor een minderjarige ambtshalve aangestelde advocaat consulteert u voor volgende kwestie.
Naar aanleiding van de voorleiding van een minderjarige op het kabinet van de jeugdrechter kondigde de minderjarige tijdens een onderhoud met zijn raadsman aan de jeugdrechter ‘iets te zullen aandoen’ als hij 18 jaar is (d.i. begin 2020) mocht de jeugdrechter hem plaatsen in de jeugdinstelling De Zande.
De jeugdrechter heeft effectief beslist tot plaatsing van de minderjarige in De Zande.
Na de beschikking heeft de minderjarige de bedreiging aan het adres van de jeugdrechter telefonisch herhaald aan zijn broer, zij het in vagere bewoordingen.
De minderjarige zou volgens zijn raadsman impulsief van aard zijn en grootsprakerig. Het is voor de advocaat echter niet duidelijk of de bedreiging een reëel gevaar uitmaakt.
Gelet op enerzijds zijn beroepsgeheim en anderzijds op het mogelijke gevaar vraagt de advocaat of hij dit dient te melden aan de betrokken jeugdrechter.
Advies
Algemeen wordt aangenomen dat waardoor de strafbaarstelling vervalt. De noodtoestand kan maar ingeroepen worden in uitzonderlijke omstandigheden, enkel voor ernstige misdrijven, in acute gevaarsituaties en na raadpleging van de stafhouder. (advies departement deontologie nr. 265 en J. STEVENS, Advocatuur. Regels & Deontologie, Mechelen, Kluwer, 2015, 859, nr. 1128.)
De minderjarige cliënt die de intentie heeft geuit om een mogelijk ernstig misdrijf te plegen tegen het leven of de gezondheid van een magistraat en dit nadien nog eens heeft herhaald aan zijn broer, plaatst de advocaat voor een dergelijk waardenconflict.
De advocaat zal zelf moeten beoordelen of de dreigementen van zijn cliënt ernstig moeten worden genomen. Dit is meestal – ook in het voorliggend geval - niet evident.
Indien de bedreigingen ernstig en gemeend lijken, zal de advocaat de zaak bespreken met zijn stafhouder, wat in casu is gebeurd. Indien er effectief een ernstige dreiging lijkt te bestaan, primeert het belang voor de fysische integriteit van de bedreigde persoon boven het belang van het bewaren van het beroepsgeheim. Deze beoordeling dient in eer en geweten te gebeuren door de advocaat en zijn stafhouder. Hierbij moet ook eraan worden gedacht dat na een eventuele melding aan de Procureur des Konings, de advocaat zelf mogelijk het slachtoffer zou kunnen worden van een misdrijf gepleegd door zijn cliënt. Die laatste weet immers dat zijn raadsman op de hoogte was van de bedreiging aan het adres van de jeugdrechter.
Na alles in rekening te hebben genomen, afgewogen te hebben en als de advocaat tot de bevinding is gekomen dat in casu een hogere waarde dient te primeren op het beroepsgeheim, lijkt het mij aangewezen dat de stafhouder de Procureur des Konings inlicht, zodat hij de betrokken jeugdrechter kan inlichten en desgevallend de nodige (beschermings)maatregelen kan treffen. Een en ander kan gebeuren met bescherming van de anonimiteit van de bron.
Het komt mij echter niet raadzaam voor dat de advocaat de bedreigde jeugdrechter rechtstreeks verwittigt.
Tot slot merk ik nog op dat de advocaat zich dient terug te trekken als raadsman van de minderjarige zodra de Procureur des Konings in kennis werd gesteld van de bedreigingen.
Alex Tallon
Bestuurder deontologie