Waarde van punt juridische tweedelijnsbijstand wordt eindelijk wettelijk verankerd
We ijveren al jaren voor de wettelijke verankering van de waarde van een punt. Dit jaar is het eindelijk zover: de waarde van het punt wordt ingeschreven in een KB en officieel vastgelegd op 75 euro, bij uitbetaling te indexeren volgens de gezondheidsindex van september 2016.
De waarde van het punt voor de uitbetaling van de prestaties voor het gerechtelijk jaar 2021-2022 werd vastgelegd op 90,36 euro.
Auteur
Elke Steylaerts

Sofie Kurz

Jaarlijkse indexatie
De ministerraad keurde op 21 april 2023 een ontwerp van Koninklijk Besluit goed over de vergoeding voor advocaten in het kader van de tweedelijnsbijstand.
Het ontwerp wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Het is de bedoeling om later dit jaar de waarde van het punt vast te leggen in het KB van 20 december 1999 en meteen ook te voorzien in jaarlijkse indexatie. De waarde van een punt zou structureel worden ingeschreven op 75 euro, geïndexeerd volgens de gezondheidsindex van september 2016. Dat kadert in een aantal beoogde hervormingen van de juridische tweedelijnsbijstand.
Vorig jaar werd de waarde van het punt voor het eerst geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van september 2016, maar werd het nog niet wettelijk verankerd. Daar komt dit jaar dus wel verandering in.
Decennia lang was er bij elke uitbetaling onzekerheid over de waarde van het punt komt daar dit jaar verandering in: de waarde van het punt wordt eindelijk ingeschreven in een KB en officieel vastgelegd op 75 euro, bij uitbetaling te indexeren volgens de gezondheidsindex van september 2016. Advocaten verdienen een correcte en stabiele vergoeding.
Werk van jaren
De juridische tweedelijnsbijstand is enkele jaren geleden grondig gewijzigd, onder meer wat betreft de nomenclatuur. Dat is de term voor de lijst met prestaties die vergoed worden in het kader van de door de advocaten geleverde bijstand. Het uitgangspunt was dat 1 punt gelijk stond aan 1 uur en daartegenover zou een bedrag van 75 euro als vergoeding per punt staan.
Er werd ook een begrotingsfonds tweedelijnsbijstand in het leven geroepen om de financiering van de juridische tweedelijnsbijstand veilig te stellen.
In het verleden zijn er een aantal wetgevende initiatieven geweest om de waarde van het punt in te schrijven in de wet, maar die stierven allemaal een stille dood.
Ook naar aanleiding van de voormelde hervorming die op 1 september 2016 in werking is getreden is de waarde van het punt ondanks blijvend aandringen niet ingeschreven in de wet of een Koninklijk Besluit. Ook in indexatie werd niet voorzien. Over vele jaren heen was de waarde van het punt het voorwerp van een zekere stabiliteit, maar zonder indexatie betekent dat uiteraard jaar na jaar een achteruitgang.
We streven er ook naar om ook meermaals per jaar een uitbetaling te realiseren.
Betaling volgt zodra de OVB de vergoedingen krijgt
Voor dit jaar wordt de waarde van het punt voor de uitbetaling van de prestaties voor het gerechtelijk jaar 2021-2022 vastgelegd op 90,36 euro.
Van zodra Justitie het budget overgemaakt heeft aan de OVB zal de OVB die meteen uitbetalen aan alle advocaten die er recht op hebben. We hebben er al de nodige betaalbestanden voor aangemaakt.
Ook interessant
Kabinet bevestigt uitbetaling pro-Deogelden eind mei/begin juni
Na herhaald aandringen van de OVB vond op 21 mei 2025 een belangrijk overleg plaats tussen delegaties van de OVB, Avocats.be, FOD Justitie en het kabinet van de minister van Justitie. De stand van zaken rond de pro-Deovergoedingen en de nood aan structurele betaalafspraken stonden hoog op de agenda.
Minister belooft gedeeltelijke betaling pro-Deovergoedingen vóór zomerreces
Na eerdere bezorgdheid over een dreigende niet-betaling van de pro-Deovergoedingen in mei, heeft de minister van Justitie op 17 april 2025 gereageerd op de oproep van de OVB, Avocats.be en de Bureaus voor Juridische Bijstand.