Ga verder naar de inhoud

Voorzitter op vrijdag: "Laat de stage een schat zijn voor de latere carrière"

vrijdag 08 december 2023

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

Volgens artikel 430.1 van het Gerechtelijk Wetboek moet elke balie jaarlijks, op 1 december, het tableau en de lijst van stagiairs opmaken. Tijd om even stil te staan bij de stage, altijd goed voor een stevig debat. Is de stage nog actueel?

Er is ruimte voor verbetering. Zo steunt de OVB het voorstel om de stagelessen te upgraden en naar voor te halen. Volgens dat plan zal de kandidaat-advocaat pas de eed afleggen na het afronden van een aanvullende baliestudie. De duur van de stage daalt verhoudingsgewijs. Maar zover zijn wij nog lang niet.

En er is nog werk aan de opleiding van de… stagemeesters, jawel. Velen zijn natuurlijke mentors. Getrainde coaches. Maar er zijn jammer genoeg ook norse beren die excelleren in boertigheid. Dat durven wij toegeven. Gelukkig is die categorie met uitsterven bedreigd. Verdelgd is zij echter nog niet.

Sommigen staren zich ondertussen blind op de stageduur. Drie jaar zou teveel zijn. Geloof het of niet, maar er zijn kringen die geloven dat de stage overbodig is. Weg ermee. De stage is, volgens de adepten van die verdwijntruc, alleen maar uitbuiting van stagiairs door slavendrijvers. Hoog tijd om de jonge advocaten van dat juk te bevrijden door… de stage af te schaffen.

Is daar iets van aan? Het antwoord op die vraag is een stevig, maar genuanceerd neen.

Allereerst, de opheffing van de opleiding kan nooit de oplossing vormen voor een mogelijk sociaal probleem. Een betere opleiding kan daartoe bijdragen, een mindere opleiding zeker niet. En lessen, hoe praktisch ook, zullen nooit een aspirant-advocaat het advocatenvak aanleren. Hooguit leggen zij een fundament, een referentiekader. Je leert niet zwemmen door te kijken naar zwemmers, maar door zelf het bad in te duiken.

Wat is het wezen van de stage? ‘Si le métier d’avocat est un sacerdoce, le stage en est le noviciat’, schrijft de Parijse advocaat Roland Dumas, tussen 1984-86 en 1988-93 minister van Buitenlandse Zaken onder François Mitterrand, in Les avocats (1977). De advocaat weet zich geroepen om waar nodig, bij nacht en ontij, de toga aan te trekken om de cliënt te verdedigen. Geroepen, zoals bij een roeping. Engelse barristers zeggen dat zij are called to the Bar. Dat is geen toeval.

De stage beoogt, via de voorbeeldfunctie van de patroon, de academische opleiding aan te vullen met de beroepspraktijk: argumentatie en welsprekendheid, niet zoals zij in boeken beschreven zijn, maar hoe je die beoefent om een rechter van vlees en bloed te overtuigen; deontologie die het samenleven met andere advocaten en faire procesvoering mogelijk maakt; zin voor psychologie, hoffelijkheid en discipline in de omgang met magistraten, cliënten, wederpartijen en kantoorgenoten; de kantooruitbouw; aandacht voor boekhouding, financiën, compliance en administratie, die onontbeerlijke maar allersaaiste onder de kantoorbezigheden.

Opleiding is één zaak, een andere is het ereloon voor het werk van de stagiair. Er was een tijd dat stagiairs niet vergoed werden. De vraag was omgedraaid: moet de stagiair niet betalen voor de opleiding die hij krijgt (toen was het meestal een hij)? Als patroon leid je je stagiair op van onrendabele neofiet tot competente concurrent, en je moet er nog voor betalen ook?

Die tijd is natuurlijk voorbij. Stagiairs mogen een behoorlijk ereloon verwachten. Elk jaar bepaalt de algemene vergadering van de OVB het minimum-ereloon voor stagiairs. Dat is nu in Vlaanderen (bruto op jaarbasis, als zelfstandige) €26.580 voor het eerste jaar en €33.180 voor het tweede. Voor het derde stagejaar is er geen minimum, omdat het honorarium niet zal dalen: bij een lagere vergoeding zou de stagiair allicht vertrekken. Vaak hebben zij BJB-inkomsten of eigen betalende cliënten.

Ter vergelijking, in Engeland, niet het goedkoopste land voor juridische dienstverlening, geldt tijdens de pupillage voor barristers een minimumjaarvergoeding van omgerekend €24.223 in Londen en €22.094 daarbuiten. Er zijn in Londen echter talrijke stageplaatsen die stukken beter betalen. Voor de talentrijkere kandidaten zijn er jaarvergoedingen van meer dan €120.000. In Nederland ligt het bruto-minimum op €33.624 voor het eerste jaar en €38.316 voor het tweede.

Bij ons zijn er geografisch en tussen kantoren onderling enorme verschillen. De spreiding van de stagiairs is ongelijkmatig: er zijn op 1.12.23 in Vlaanderen 11.032 advocaten (EU-advocaten uitgezonderd), onder wie 1.989 stagiairs (18%). Nagenoeg 7 stagiairs op 10 trekken naar Brussel of Antwerpen. Brussel-NL en Antwerpen hebben samen 4.908 tableau-advocaten; dat is 54,27% van het totaal. Die twee balies trekken dus meer stagiairs aan dan hun aantal tableau-advocaten laat vermoeden. De distorsie is het zichtbaarst in Brussel-NL, dat 27,83% van alle tableau-advocaten heeft, maar 42,38% van het totale aantal stagiairs in Vlaanderen.

Wetenschappelijke data zijn er nauwelijks, maar het is bekend dat benchmarkstudies stagiairsvergoedingen vermelden die véél hoger zijn dan het minimumereloon. De markt draagt bij aan die trend: de vraag naar stagiairs is conjunctureel groter dan het aanbod. Veel patroons vinden geen stagiairs, maar er zijn amper stagiairs die geen patroon vinden. Niet te vergeten, stagiairs laten bij de keuze van een patroon andere overwegingen meespelen dan enkel het ereloon. Dat de stagemeesters de sterkste onderhandelingspositie hebben bij het bepalen van de stagevoorwaarden, is dus minstens ongenuanceerd.

En dan de duur van de stage. Moet die drie jaar duren? De pupillage van een barrister duurt slechts één jaar, Nederland houdt zoals wij vast aan drie jaar. In een wereld waarin levenslang leren de norm is, kun je vragen stellen bij die duurtijd. Maar ergens moet je de grens trekken. Wij leggen het overgangsritueel vast op drie jaar. Als je die meet bereikt hebt, kun je de balie verlaten en moeiteloos ernaar terugkeren. Dan heb je als advocaat een voldoende basis gelegd. Die traditie blijft zinvol.

Bij dit alles, voor patroons én stagiairs, nog de gulden raad van Robert Louis Stevenson: ‘Don't judge each day by the harvest you reap but by the seeds that you plant.’ De Schotse schrijver schreef ook Treasure Island. Laat de stage een schat zijn voor de latere carrière.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 03 mei 2024

Voorzitter op vrijdag: "Wij moeten alle vrees overwinnen en AI integreren in ons leven en dus ook in ons beroep"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Voorzitter op vrijdag
vrijdag 19 april 2024

Voorzitter op vrijdag: "Diep vanbinnen gaat het om meer dan de staat van het gerechtsgebouw"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen