Ga verder naar de inhoud

Voorzitter op vrijdag: "De kwaal die al zovele jaren, om niet te zeggen de­cen­nia­lang ver­on­acht­zaamd is, en nu in al haar pijn­lijk­heid tot uitbarsting gekomen is"

vrijdag 27 oktober 2023

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

Panta rhei, zei Heraclitus, alles stroomt. De kabbelende rivier waarin je volgens dezelfde wijsgeer nooit tweemaal je voet kunt baden, zwol in de afgelopen week aan tot een ijzingwekkende tsunami.

Onze gedachten gaan uit naar de dierbaren van de twee vreedzame, nietsvermoedende Zweedse voetbalsupporters, die het leven lieten in Brussel. Ons collectieve afgrijzen voor de gratuite, uitermate choquerende terreurdaad en ons diepe medeleven met de slachtoffers laten ons niet los.

Maar mensen blijven mensen en al snel ging de collaterale schade van die afschuwwekkende terroristische aanval de gemoederen beheersen. Niet dat het publiek wakker lag van de snelle eliminatie van de dader. Dat soort mededogen zou, gezien de gruwel van de feiten, teveel gevraagd zijn. Het waren de politieke uitlopers van de aanslag die de aandacht opeisten. En het bewustzijn dat de tragedie vermeden had kunnen worden.

Even voor het aanvangsuur van het openingsbanket van balie Antwerpen, vorige vrijdag, sijpelde het nieuws door dat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne ontslag genomen had. Consternatie alom.

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden had haar komst naar het banket aangekondigd. Samen met haar kabinetschef zou zij het feest bijwonen. Haar stoel, netjes protocollair voorbehouden tussen die van de stafhouder en die van uw dienaar, bleef leeg. De stoel van de kabinetschef ook. Er was kennelijk meer aan de hand.

En inderdaad. Het schip van staat leek even te gaan kapseizen, maar dat gebeurde niet. Dan kwam het nieuws dat Paul Van Tigchelt, tot op dat ogenblik adjunct-kabinetschef van de ontslagnemende minister en tevens substituut-procureur-generaal, de nieuwe vicepremier en minister van Justitie en Noordzee zou worden.

De kraakverse minister begint niet onder een gunstig gesternte. Benijdenswaardig is zijn benoeming niet. Minstens één andere gegadigde werd gepolst maar bedankte voor de eer. Misschien hebben er nog wel meer mogelijke kandidaten eieren voor hun geld gekozen. De geschiedschrijving zal het ons leren.

De spanningen lopen hoog op en dan heb ik het niet over de partijpolitieke context. De disfunctie op het parket van de procureur des Konings te Brussel rond het vergeten dossier van de terrorist geeft een dramatische indruk van slordigheid, desorganisatie en amateurisme. Of die impressie klopt met de werkelijkheid, zal het onderzoek moeten uitwijzen. Is het inderdaad zo dat de schuld voor het ontsporen van de zaak – of, beter gezegd, het nooit op de sporen geraken van de zaak – toe te schrijven is aan één enkele magistraat? Daarover mag er gerede twijfel bestaan.

Procureur-generaal Johan Delmulle en dienstdoend procureur des Konings Tim De Wolf trokken het boetekleed aan. Veel keuze hadden zij niet, maar toch. Die voor het parket ongewone nederigheid ging gepaard met een al even ongewone openheid. Een houding die de betrokkenen tot eer strekt. Midden al het onheil binnen de gerechtelijke wereld krijgt het Openbaar Ministerie een menselijk gelaat. Een les voor een ambt dat zich trots bekleed weet met de hoge opdracht om de wet te handhaven en andermans falen te vervolgen. En dat niet zelden doet met scherp geformuleerde, moraliserende of laatdunkende commentaar aan het adres van de wetsovertreder. Een harde les. Nooit zo hard als voor de nabestaanden van de twee terreurslachtoffers, maar toch hard.

Het zou velen ongetwijfeld goed uitkomen als de nonchalance met het dossier van Abdesalem Lassoued op het conto zou komen van één magistraat, die dan meteen de functies van bliksemafleider en zondebok zou mogen cumuleren.

Veeleer lijkt het erop dat wij hier te maken hebben met een bijzonder smartelijk symptoom van de grote Brusselse, en bij uitbreiding de hele Belgische justitiekwaal. De kwaal die al zovele jaren, om niet te zeggen decennialang veronachtzaamd is, en nu in al haar pijnlijkheid tot uitbarsting gekomen is. De kwaal die gemaakt heeft dat wettelijke kaders voor magistraten oningevuld blijven en dat er getalmd wordt met het invullen van vacatures, bijvoorbeeld na pensioneringen, omdat dat een budgettair voordeel oplevert. Dat er in Brussel alleen een dienstdoende procureur des Konings is. Dat het Brusselse Justitiepaleis erbij ligt als een monumentale steenmassa in een staat van spookachtige decrepitude. Dat bepaalde kamers van het Brusselse hof van beroep – maar niet alleen daar – zich kenmerken door wachttermijnen die zelfs landen met een legendarisch langdurig procesverloop, zoals India, verheft tot blinkende voorbeelden van doortastend beleid. Dat de mistoestanden in de gevangenissen leiden tot een opeenvolging aan veroordelingen in Straatsburg. Dat de regering met uitgestreken gezicht verklaart dat de Belgische Staat het vertikt tegen hem uitgesproken vonnissen uit te voeren. Dat de digitalisering van Justitie weliswaar in een stroomversnelling zit, maar dat de opgelopen achterstand ertoe leidt dat, bij gebrek aan digitale agenda’s en werkprocessen, en misschien ook wegens een gebrek aan werkethos bij sommigen, papieren dossiers in kasten blijven liggen.

Wanneer minister Van Tigchelt zegt dat zijn taak er nu vooral in bestaat het vertrouwen te herstellen, dan zijn dat alvast een paar werven waarvoor hij aan de weg zal moeten timmeren. Terloops zal de minister ook aannemelijk moeten maken dat hij, als voormalig parketmagistraat, zijn onafhankelijkheid kan bewaren ten opzichte van zijn vroegere hiërarchie. 

De uitdaging voor de minister is immens. De twaalf werken van Hercules verbleken erbij tot sinecures. Allereerst zal hij aan de geloofwaardigheid van zijn departement moeten werken. Zo zal hij moeten wegblijven van valse profeten en van een bekoorlijke, maar onrealistische aankondigingspolitiek, waarin het mantra maand na maand hetzelfde blijkt te klinken en enkel de deadlines waartegen al die wonderen werkelijkheid zullen worden van schuivende aard zijn.

De balie geeft de nieuwe minister bij de aanvang van zijn mandaat alle krediet en zal, met de gebruikelijke kritische stem, steun en ondersteuning bieden waar mogelijk, en tegelijk de beginselen van de rule of law hoog houden en de rol van de advocatuur daarin bewaken.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 03 mei 2024

Voorzitter op vrijdag: "Wij moeten alle vrees overwinnen en AI integreren in ons leven en dus ook in ons beroep"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Voorzitter op vrijdag
vrijdag 19 april 2024

Voorzitter op vrijdag: "Diep vanbinnen gaat het om meer dan de staat van het gerechtsgebouw"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen