Ga verder naar de inhoud

Voorzitter op vrijdag: "Advocaten zijn juridische red­dings­wer­kers"

vrijdag 10 november 2023

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

Advocaten staan midden in het leven. Geen kamergeleerden zijn het, filosoferend over verheven thema’s ver van de harde werkelijkheid. Advocaten staan spreekwoordelijk met de laarzen in de modder. Juridische reddingswerkers zijn het. Mensen met een opdracht. Een opdracht die zelfs essentieel is voor ons samenlevingsmodel. Zonder advocaten die vrij en vreesloos opkomen voor hun cliënten, vervalt de samenleving in de duisterste tirannie.

Een dergelijke opdracht roept om regels. Vooreerst die van het recht zelf, natuurlijk, want de advocaat functioneert binnen de maatschappelijke ordening, niet daarbuiten. En vervolgens de beroepsethische regels. Die laatste zijn niet even op een drafje, met het vallen van de jongste ochtenddauw bijeengeharkt, maar vormen de vrucht van een eeuwenlange evolutie. Een ontwikkeling die nooit eindigt, maar ook nooit de fundamenten ervan opgegeven heeft: integriteit in de beroepsuitoefening, competentie, respect voor vertrouwelijkheid, waardigheid, inzet voor de belangen van de cliënt, onafhankelijkheid.

Met die wezenlijke functie ontstaat de even wezenlijke vraag of de advocaat in haar of zijn beroepsuitoefening ook andere maatschappelijke imperatieven dan recht en deontologie moet respecteren. Anders uitgedrukt, als de instructie van de cliënt de grenzen van recht en deontologie niet overschrijdt, zijn er dan nog andere regels die de advocaat in acht moet nemen en die – dat benadruk ik – voorrang moeten krijgen op de belangen van de cliënt?

Dat is de discussie die tegenwoordig woedt binnen de International Bar Association (IBA), de grootste internationale vereniging van balies en advocaten. Er is een naam voor: het ‘gatekeeper project’. De advocaat als poortwachter, die niet alleen wet en deontologie respecteert, maar ook onethisch of maatschappelijk onwenselijk gedrag buiten de poort van de beroepsuitoefening houdt.

Voor de duidelijkheid, het ‘gatekeeper project’ gaat niet over bijstand in strafzaken. Hoe laakbaar iemands gedrag ook is, bij strafvervolging kan die persoon bijstand krijgen.

Het gaat om andere zaken. Een voorbeeld. Bij het opzetten van fiscale structuren via belastingparadijzen kan het dat advocaten niets onwettelijks geadviseerd hebben. Maar in de nasleep van de ‘Panama Papers’ kwam er kritiek op de hand- en spandiensten die advocaten leveren om hun cliënten minder belastingen te laten betalen. De vraag luidt dan: moeten advocaten zich onthouden van advisering over wettige belastingoptimalisatie, omdat een ethisch beginsel van eerlijke belastingheffing gefnuikt wordt.?

Een ander voorbeeld: de strijd voor klimaat en milieu. Vervullen advocaten daarin collectief een rol en moeten zij klimaat- of milieuoverwegingen laten voorgaan op de individuele belangen van de cliënt, ook als wat de cliënt wil, de wet niet schendt, en moeten zij daarom zaken weigeren?

Op het IBA-congres in Parijs vorige week bleek dat de advocatuur die ethische vraag niet uit de weg kan of mag gaan. Wij moeten een antwoord geven en dat antwoord ook duiden. Vooral omdat de IBA een tekstvoorstel formuleert, dat stelt dat advocaten inderdaad belangrijke ethische overwegingen voorrang moeten geven op de belangen van de cliënt, ook als de wet niet geschonden wordt. Het overtreden van die ethische imperatieven leidt, zo wordt geargumenteerd, tot reputatieschade voor de hele beroepsgroep en is maatschappelijk niet te verantwoorden.

Het poortwachtersproject is goedbedoeld, maar is ongelukkig:

  1. Volgens onze eedformule raadt een advocaat geen zaak aan, en verdedigt hij geen zaak die hij naar eer en geweten niet gelooft rechtvaardig te zijn. Echter, omwille van zijn individuele karakter speelt die onbetwiste regel niet collectief, op gelijke wijze, voor alle advocaten. Het poortwachtersproject ambieert dat wel en staat daarom haaks op onze traditie.
  2. De ethische normen waarnaar het poortwachtersproject verwijst, zijn te vaag om nageleefd, laat staan gehandhaafd te worden. Zij beantwoorden aan geen enkel rechtszekerheidscriterium. Daarbij komt dat de wetgever noch de advocatuur zelf die normen vastlegt. Het kan niet zo zijn dat wij de handelswijze van een advocaat laten bepalen door een bepaalde publieke opinie of zelfs een heersende meerderheidsvisie. Advocaten komen op voor hun cliënten binnen de perken van de wet, niet binnen de perken van een daarbuiten gelegen, min of meer gedragen maar steeds fluctuerende en voor betwisting vatbare ethische perimeter.
  3. Als de wet slecht opgesteld is of lacunes vertoont, dan is dat niet de schuld van de advocaat. Het is niet de taak van advocaten om de wetgever ter hulp te schieten, door een ethische oplossing door te drukken die wetgevend falen moet compenseren. Daaraan moet de wetgever zelf verhelpen.
  4. De advocaat dient het algemeen belang door advocaat te zijn. Dat gebeurt automatisch door op te komen voor het particuliere belang van de client binnen de krijtlijnen van recht en deontologie. Misschien is dat paradoxaal, maar het is wel de taak van de advocaat.
  5. Advocaten moeten kunnen optreden voor elkeen, dus ook voor wie afwijkende opvattingen heeft. Het poortwachtersproject sluit mogelijk een klasse van mensen of zaken uit van toegang tot juridische bijstand. Dat is onwenselijk en zelfs onverantwoord.
  6. Advocaten staan steeds meer onder druk, zeker in regimes die het niet nauw nemen met de rule of law. Het poortwachtersproject is zelfcensuur of zelfinperking en doet afbreuk aan de tegenmacht die de advocatuur vormt binnen de maatschappelijke ordening. Dat is koren op de molen van die regimes.

Het poortwachtersproject is een toepassing van datgene waarvoor John Stuart Mill waarschuwde in On Liberty (1859). Namelijk dat de maatschappij “een sociale tirannie toepast die grootser is dan vele soorten van politieke onderdrukking, omdat zij, hoewel niet aan de hand van even extreme straffen, minder ontsnappingsmogelijkheden openlaat, veel dieper inwerkt op de kleinigheden van het leven en de menselijke geest zelf tot slavernij herleidt. Daarom is bescherming tegen de tirannie van de arm der wet niet voldoende: er moet ook bescherming zijn tegen de tirannie van heersende opinies en gevoelens; tegen de maatschappelijke neiging tot het opleggen, via andere wegen dan bestraffing, van de eigen opvattingen en praktijken als gedragsregels voor diegenen die er een afwijkende visie op nahouden.”

Voor die bescherming tegen sociale tirannie zorgen advocaten. Ontneem ons dat niet.

Tot zover mijn bedenkingen voor vandaag, beminde lezer. Iets langer dan gewoonlijk, maar hopelijk zult u wegens het belang van het thema daarvoor welwillendheid willen tonen.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 03 mei 2024

Voorzitter op vrijdag: "Wij moeten alle vrees overwinnen en AI integreren in ons leven en dus ook in ons beroep"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Voorzitter op vrijdag
vrijdag 19 april 2024

Voorzitter op vrijdag: "Diep vanbinnen gaat het om meer dan de staat van het gerechtsgebouw"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen