Ga verder naar de inhoud

Financiële ver­rich­tin­gen via de der­den­re­ke­ning vallen onder de wit­was­pre­ven­tie­wet

woensdag 29 november 2023

Valt een advocaat onder het toepassingsgebied van de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (hierna: WPW), wanneer hij via zijn derdenrekening financiële verrichtingen uitvoert in naam en voor rekening van zijn cliënt, ook al houden die verrichtingen geen verband met een activiteit opgesomd in artikel 5, §1, 28° WPW?

Ben Claes

Jurist studiedienst
Ben Claes

Deel dit artikel

Standpunt OVB

Volgens artikel 5, §1, 28°, b) WPW vallen advocaten onder de witwaspreventiewet zodra ze “optreden in naam en voor rekening van hun cliënt in enigerlei financiële verrichtingen” via de derdenrekening. Die bepaling vereist niet dat de verrichting verband houdt met één van de activiteiten die in artikel 5, §1, 28°, a) WPW zijn opgesomd. 

Bijgevolg valt een advocaat onder het toepassingsgebied van de witwaspreventiewet wanneer hij in naam en voor rekening van zijn cliënt een financiële verrichting via zijn derdenrekening uitvoert, ongeacht of die verrichting verband houdt met een in artikel 5, § 1, 28° geviseerde activiteit.

Voorbeeld

Een arrest van het Hof van Beroep van het Groothertogdom Luxemburg bevestigt die zienswijze in een zaak waarin een advocaat in naam en voor rekening van zijn cliënt een belastingschuld betaalde, wat een financiële verrichting is die geen verband houdt met een in artikel 5, § 1, 28° geviseerde activiteit.

Het arrest is relevant voor de Belgische rechtsorde, omdat de witwaspreventieregels in Luxemburg en België gelijklopend zijn wegens de Europese en internationale oorsprong van die regels.

In casu werd vennootschap A failliet verklaard wegens een openstaande belastingschuld van € 11.969,88. De enige bestuurder van die vennootschap gaf zijn advocaat vervolgens de opdracht om zich tegen het vonnis van de ondernemingsrechtbank te verzetten. In het kader van dat mandaat ontving de advocaat van vennootschap B, waarvan de bestuurder van vennootschap A ook een bestuurder was, drie afzonderlijke geldstortingen op zijn derdenrekening, die hij overmaakte aan de raadsman van de overheid ter betaling van de openstaande belastingschuld van vennootschap A. Ten gevolge van die betaling werd het faillissement ingetrokken. Enkele jaren later werd de bestuurder van vennootschap A, na een klacht van de nieuwe bestuurder van vennootschap B, veroordeeld wegens het misbruik van vennootschapsgoederen. Na die veroordeling ging het parket over tot de vervolging van de advocaat omdat hij zijn witwaspreventieverplichtingen niet had nageleefd.

Zowel in eerste aanleg als in graad van beroep oordeelde de rechter dat de advocaat gebonden is door de witwaspreventiewet als hij gelden op de derdenrekening ontvangt en doorstort om te voldoen aan een belastingschuld van de cliënt:

“C’est tout d’abord à juste titre que la jurisdiction de première instance a retenu que les trois virements d’un montant total de 11.500 euros sont à qualifier de transaction financière au sens de l’article 2, §2 (1) 12) de la Loi. 

Une transaction financière est une opération consistant en un échange d’un actif contre une somme d’argent entre deux parties contractantes. 

En l’espèce, la société [A] avait une dette fiscale en matière de TVA auprès de l’Administration de l’Enregistrement et des domaines pour un montant total de 11.969,88 euros. 

La société [A], en payant la somme de 11.500 euros, a eu en contrepartie une réduction substantielle de sa dette fiscale. Il s’agit partant bien d’une transaction financière. Celle-ci a été réalisée par [l’avocat] en tant qu’intermédiaire, de sorte que ce dernier, en sa qualité d’avocat, tombe dans le champ d’application de la loi du 12 novembre 2004 en vertu de son article 2, § (1) point 12.”

Ook interessant

Witwaspreventie
maandag 13 mei 2024

Strafverzwaring voor advocaten die betrokken zijn bij witwasoperaties

Advocaten hebben er sinds een recente wijziging van het Strafwetboek meer dan ooit alle belang bij om hun verplichtingen onder de witwaspreventiewet strikt na te leven. Wanneer ze betrokken raken bij witwaspraktijken, mogen ze als ‘onderworpen entiteiten’ onder de witwaspreventiewet voortaan rekenen op strafverzwaring.

Meer lezen
Witwaspreventie
dinsdag 26 maart 2024

Advocaat-zorgvolmachthouders onderworpen aan witwaspreventiewet

Volgens de CFI vallen advocaten, die optreden voor een beschermd persoon in het kader van een buitengerechtelijke bescherming via lastgeving bij notariële akte op basis van artikel 489 e.v. oud BW, onder het toepassingsgebied van de witwaspreventiewet. Zij moeten dus de waakzaamheidsplichten vervullen ten aanzien van hun cliënt-beschermde persoon, en zo nodig een witwasmelding richten aan de stafhouder.

Meer lezen