Hoofdstuk 2 - Eedaflegging door getuigen
Art. 207
De raad van de Orde mag de getuige verzoeken, zonder hem evenwel hiertoe te kunnen verplichten, de wettelijke eed, d.i. de waarheid te zeggen, af te leggen.
Art. 208
De secretaris van de Orde vermeldt de eedaflegging, die op verzoek van de raad werd gedaan, in de notulen. Indien de getuige weigert de eed af te leggen, neemt de secretaris akte van de weigering en eventueel van de motivering.
Vervolgens tekent de secretaris de verklaringen op. Die worden in elk geval, na voorlezing, steeds ter ondertekening aan de getuige voorgelegd. Indien de getuige weigert te tekenen, neemt de secretaris akte van de weigering en eventueel van de motivering.