Ga verder naar de inhoud

Voorzitter op vrijdag: "De waarborg van een on­af­han­ke­lij­ke advocatuur mogen wij de burger niet ontzeggen"

vrijdag 29 augustus 2025

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Auteur

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

Josh Schroeder is advocaat in Los Angeles. In zijn solopraktijk beoefent hij het migrantenrecht, de intellectuele eigendom en het grondwettelijk recht. Hij heeft heel wat publicaties op zijn naam. Een originele geest, op het rebelse af. Een idealist ook, die zegt te handelen uit liefde. Voor Amerika’s grondwettelijke waarden. Geen confrater om in een klassiek vakje te duwen. Hij durft wel wat.

Schroeder werd geraadpleegd door Vang Lor, een migrant uit de Hmong-gemeenschap, een etnische minderheid in Laos. De man woonde sinds zijn jeugd in de VS, maar kreeg een uitwijzingsbevel. Schroeder nam de zaak pro Deo aan.

Schroeder diende een verzoek in tot opschorting van de uitwijzing en verwees naar de deportatie van buitenlanders naar derde landen zoals El Salvador of Zuid-Soedan. Lor vreesde hetzelfde lot beschoren te worden. Terugkeren naar Laos was ook geen vreugdevol vooruitzicht. Veel Hmong collaboreerden met de VS in de Vietnamoorlog. Het Laotiaanse regime houdt niet van die lui.

Na enkele procedurestrubbelingen kwam de Laotiaan terecht op Guam, te midden van de Stille Oceaan, na een tussenlanding op weg naar Laos. Schroeder herhaalde zijn verzoek bij een plaatselijke rechter, maar die zette uiteindelijk het licht op groen voor de overbrenging van Lor naar Laos. En zo gebeurde. Het verhaal dat Politico bracht, leest als een roman.

Het vergt tegenwoordig moed, idealisme of naïviteit om als advocaat op te treden voor migranten. Vooral sinds president Trump in maart een ‘presidentieel memorandum’ afkondigde ‘tot het voorkomen van misbruiken van het rechtssysteem’. Dat is gericht tegen advocaten die zich bezondigen aan ‘frivolous, unreasonable, and vexatious litigation against the United States’, een verschijnsel dat zich vooral zou voordoen in migrantenzaken. Volgens de president coachen vreemdelingenrechtadvocaten hun cliënten om hun asielaanvragen te verbloemen aan de hand van leugens en verzwijgingen. Daaraan moet paal en perk gesteld worden: de attorney-general moet tuchtprocedures openen tegen advocaten die zich daaraan schuldig maken.

Zo raakte Schroeder in het oog van de tornado. Als proefkonijn van het presidentiële bevel.

Ging Schroeder deontologisch over de schreef? In bepaalde processtukken zijn foutjes geslopen: verkeerde data, foute namen. Vergissingen die een goed begrip van de tekst niet in de weg lijken te staan. Het resultaat van haastwerk wegens extreem korte termijnen, zegt Schroeder.

Vallen er hem ernstiger verwijten te maken? Dat moet de Amerikaanse rechter beoordelen. Bijzonder, voor ons rechtsgevoel: het is de rechter in Guam in de zaak Vang Lor, die ook de tuchtklacht tegen de advocaat van Lor beoordeelt. Een geschil binnen het geschil dus. Het Department of Justice (DoJ) wil Schroeder een boete laten opleggen. En de president heeft de reputatie niet voor het kleine geld te gaan.

Schroeder benadrukt dat de inbreng van pro bono werkende advocaten onmisbaar is, zeker in dat soort zaken. Zonder die inzet wordt de rechtsbescherming van onbemiddelde personen een illusie. Dat is bij ons niet anders.

Schroeder toont zich strijdlustig. Maar je weet natuurlijk niet wat er kan gebeuren tot wanneer je het vonnis gezien hebt.

De kwestie legt een levensgroot probleem bloot.

Niet dat er misbruik bestaat in migrantenzaken. Voor misbruik bestonden er al, en bestaan er nog steeds procedures en sancties. In de VS, en ook bij ons. Het volstaat ze te benutten.

Wel dat een advocaat publiek gebrandmerkt wordt, los van de vraag of het bewijs geleverd is dat hij misbruik gepleegd heeft. Dat past in een campagne van stigmatisering van wie zich, met wettelijke middelen, inzet voor wie geen vriend van de machthebber is. In een notoir gewelddadige, gepolariseerde samenleving is dat extra problematisch.

Ook dat, als je je als advocaat wilt inzetten, je vastbijten in een dossier, en voluit gaan voor je cliënt, je je blootstelt aan disciplinaire vervolging. Het ontradende gevolg van zo’n tuchtprocedure spat van het scherm. Zelfs als het DoJ de zaak verliest, wint het, door het afschrikwekkend effect ervan.

Het is niet voor niets dat, in ons tuchtrecht, enkel de stafhouder tuchtklachten kan ontvangen en dat uitsluitend de stafhouder (of, bij hoger beroep, de voorzitter van de tuchtraad) een advocaat kan of mag verwijzen naar de tuchtraad. Niemand anders. Dat systeem is niet perfect, toegegeven, er is nog ruimte voor verbetering en professionalisering, en daar wordt aan gewerkt. Maar het is oneindig veel beter dan alle alternatieven. Stel je voor dat het Ministerie van Justitie of een andere overheid eigenmachtig een ‘vervelende’ advocaat voor de tuchtraad zou mogen slepen. Welke samenlevingsvorm krijgen wij dan?

Enkel een onafhankelijke advocatuur is bij machte om de rechtzoekende daadwerkelijk bij te staan, zonder vrees om door overheden of derden ‘gepakt’ te kunnen worden. Enkel zo kan recht geschieden.

Meermaals heb ik al horen roepen, zelfs aan de balie, dat wij het tuchtbeleid in de advocatuur onder het toezicht moeten stellen van de uitvoerende macht – toch één van de drie democratische machten in onze rechtstaat, nietwaar? Daarvoor moeten wij toch geen schrik hebben? Dat zou toch goed zijn voor de transparantie en het vertrouwen in het beroep?

Mijn antwoord is beknopt: nooit. Nooit doen wij dat. De recentste ervaringen uit Amerika bevestigen mij dat. De waarborg van een onafhankelijke advocatuur mogen wij de burger niet ontzeggen. Het is een wezenlijk deel, niet alleen van ons rechtsstelsel, maar ook van ons beschavingsmodel.

Paul Valéry schreef in 1919, net na de Eerste Wereldoorlog: “Wij, beschavingen, wij weten nu dat wij sterfelijk zijn.” Dat zal wel zijn, maar wij hoeven ons daarom nog niet gewonnen te geven.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 12 september 2025

Voorzitter op vrijdag: "Sociale advocatuur kan niet enkel steunen op idealisme"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Voorzitter op vrijdag
vrijdag 27 juni 2025

Voorzitter op vrijdag: "Financiering is altijd een kwestie van politieke keuze, niet van geldgebrek"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen