Ga verder naar de inhoud

OVB vraagt wettelijk volgberoep voor beklaagden

dinsdag 27 juli 2021

Op 8 juli 2021 heeft het Grondwettelijk Hof voor een tweede keer geoordeeld dat het ontbreken van een volgberoep voor beklaagden gelijkaardig aan dat van het openbaar ministerie, de rechten van verdediging schendt. We vragen een passend optreden van de wetgever.

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Het openbaar ministerie beschikt over twee manieren om hoger beroep aan te tekenen. Dat is mogelijk:

  • bij de rechtbank die de uitspraak deed (artikel 203 van het Wetboek van strafvordering); of
  • bij het appelgerecht (artikel 205 Sv.).

In tegenstelling tot het openbaar ministerie, dat over een bijkomende termijn van 10 dagen beschikt om een volgberoep in te stellen bij een hoger beroep van een beklaagde, kan de beklaagde dat niet doen wanneer het openbaar ministerie hoger beroep aantekent.

Volgberoep

Met het volgberoep, dat ingevoerd werd door de Potpourri II-wet van 5 februari 2016, wou de wetgever voorkomen dat het openbaar ministerie vlak voor het vervallen van de beroepstermijn verschalkt zou worden door een laattijdig aangetekend hoger beroep van de beklaagde. Dat probleem kan echter evenzeer aangehaald worden in het belang van de beklaagde.

Ongelijke behandeling

Het Grondwettelijk Hof erkent de ongelijke behandeling. We hebben daarover al eerder al gecommuniceerd in het licht van artikel 203 Sv. naar aanleiding van een arrest van 6 juni 2019.

Op 8 juli 2021 heeft het Hof op gelijkaardige wijze geoordeeld dat ook artikel 205 Sv. het gelijkheidsbeginsel en de wapengelijkheid schendt. De wapengelijkheid is een fundamenteel element van het recht op een eerlijk proces en vereist een billijk evenwicht tussen de partijen, die elk een redelijke mogelijkheid moeten krijgen om hun zaak voor te leggen onder voorwaarden die hen niet in een duidelijk nadelige positie ten opzichte van de tegenpartij brengen.

Het debat voor de appelrechter wordt bovendien begrensd door de grieven die de partijen hebben geformuleerd.

Als het openbaar ministerie dus pas op het einde van de termijn hoger beroep instelt tegen bepaalde gedeelten van de bestreden uitspraak, kan de beklaagde geen beroep meer instellen tegen de andere gedeelten.

OVB vraagt aanpassing artikelen

We hebben daarom het kabinet van minister van Justitie Van Quickenborne aangeschreven met de vraag om de betreffende artikelen aan te passen en zo deze fundamenteelrechtelijke schendingen te remediëren.

Ook interessant

Handboeien
Strafrecht
vrijdag 19 april 2024

Nieuwe wetgeving over Salduz en videoconferentie aangenomen

De plenaire vergadering van de Kamer heeft twee wetsontwerpen goedgekeurd waarbij we in de loop van het wetgevingsproces een advies hebben afgeleverd. De stemming van een derde wetsontwerp waarbij we betrokken waren, over de persoon van de geesteszieke, is uitgesteld tot volgende week. De uiteindelijke balans is gemengd.

Meer lezen
Strafrecht
maandag 15 april 2024

Wetgever rijdt door het rood: een automatische uitvoering van het rijverbod is problematisch

We hebben op vraag van de Kamercommissie Mobiliteit een advies verleend over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wegverkeerswet voor wat betreft de ingangsdatum van een verval tot het recht van sturen.

Meer lezen