Ga verder naar de inhoud

OVB adviseert bij wets­voor­stel ver­hoor­bij­stand vreem­de­lin­gen

dinsdag 03 mei 2022

Op vraag van de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken stelde de OVB een advies op bij het wetsvoorstel dat de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wijzigt om vreemdelingen die van hun vrijheid kunnen worden beroofd, recht te geven op bijstand door een advocaat tijdens hun verhoor.

De OVB is voorstander van een uitbreiding van het recht op bijstand van een advocaat in vreemdelingenbetwistingen wanneer vrijheidsberoving mogelijk is. Wel moeten er volgens ons een aantal praktische kanttekeningen gemaakt worden.

Laurence Lambert

Jurist studiedienst
Laurence Lambert

Deel dit artikel

Op 15 maart 2022 werd het wetsvoorstel voor het eerst besproken in de Kamercommissie. Op 14 maart 2022 maakten we al enkele voorafgaande opmerkingen bij het wetsvoorstel over.

Op 18 maart 2022 werd de OVB vervolgens formeel om advies verzocht. We stelden daarop een advies op dat op 28 april 2022 aan de Kamercommissie werd overgemaakt.

Logische uitbreiding

De OVB vindt het wetsvoorstel een logische uitbreiding van het recht op verhoorbijstand en absoluut gerechtvaardigd vanuit de bescherming van het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging.

Gezien de potentiële gevolgen van het verhoor, ligt het recht op juridische bijstand voor vreemdelingen ontegensprekelijk in het verlengde van de Salduz-verhoorbijstand.

Het belang van de aanwezigheid van een advocaat bij verhoren is al voldoende bewezen. Dit geldt niet alleen voor strafzaken maar ook in het vreemdelingenrecht waar bijvoorbeeld, al geruime tijd voor het Salduz-arrest, een advocaat werd toegelaten aanwezig te zijn bij een verhoor in asielzaken bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen.

Bovendien is een beroep tegen een vrijheidsberovende maatregel in het vreemdelingenrecht, in tegenstelling tot wat het geval is in strafzaken, beperkt tot een wettigheidstoets. Er vindt geen beoordeling van de opportuniteit plaats. Daarom is volgens de OVB de bijstand van een advocaat noodzakelijk.

Ten slotte gaat het in de gevallen die voorliggen in dit wetsvoorstel om vrijheidsberovingen van kwetsbare rechtzoekenden, waaronder vaak minderjarigen, die bovendien dikwijls onze landstalen niet machtig zijn. Ook hiervoor is de aanwezigheid van een advocaat aangewezen.

Praktische kant­te­ke­nin­gen en uitdagingen

Hoewel de OVB het wetsvoorstel inhoudelijk positief gezind is, zijn er volgens ons nog heel wat praktische kanttekeningen te maken:

  • De OVB vindt het essentieel dat er op voorhand wordt nagedacht over de praktische uitvoering van dit recht op bijstand. Het wetsvoorstel zegt dat het vertrouwelijk overleg binnen de twee uur zou moeten plaatsvinden, daarom lijkt een aanpassing van de huidige Salduzweb-applicatie daarvoor toepasselijker dan de BJB-module.
  • Het wetsvoorstel stelt dat het vertrouwelijk overleg voorafgaand aan het verhoor (op verzoek van de advocaat en met de instemming van de betrokkene) telefonisch kan plaatsvinden. De OVB meent dat de gevallen voorzien in het wetsvoorstel zich niet lenen tot telefonisch overleg, omdat er meestal nood is aan een tolk.
  • Met de extra instroom van zaken, vraagt de OVB zich af of tolken ook steeds tijdig (binnen de twee uur) aanwezig kunnen zijn.

Conclusie

De OVB is voorstander van een recht op verhoorbijstand door een advocaat voor vreemdelingen die van hun vrijheid beroofd zijn of kunnen worden.

In de praktijk zijn er weliswaar nog verschillende aanpassingen en verduidelijkingen nodig om dit wetsvoorstel levensvatbaar te maken

Ook interessant

Vreemdelingenrecht
woensdag 08 mei 2024

Nieuw aanklampend terugkeerbeleid goedgekeurd door Kamer

Op donderdag 2 mei 2024 keurde de Kamer het wetsontwerp van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor goed, dat een aanklampend terugkeerbeleid moet invoeren.

Meer lezen
Vreemdelingenrecht
donderdag 02 mei 2024

Voortaan D-visum met oog op huwelijk of wettelijke samenwoonst

Sinds 15 januari 2024 moet de feitelijke partner van een Belg of derdelander met verblijfsrecht in België een D-visum aanvragen met het oog op het afsluiten van een huwelijk of wettelijke samenwoning in België als het oogmerk daarna gezinshereniging in België is. Men kan daarvoor dus geen C-visum meer vragen.

Meer lezen